Neerlandia. Jaargang 16
(1912)– [tijdschrift] Neerlandia– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermdUit onze Takken.Antwerpen. De afdeeling ‘Liederavonden voor het Volk’ heeft, onder de bekwame leiding van den heer F. Reynaers, sedert verscheidene weken haar werkzaamheden hervat. Aan een dezer liederaanleeringen verleende de zangeres, mevr. Hijmans, van Amsterdam, haar zeer gewaardeerde medewerking. Ook de afdeeling ‘Hooger Onderwijs voor het Volk’, welke dit jaar Mr. H. Lebon als voorzitter heeft, hernam haar werking op 5 Nov. j.l. meteen plechtige openingszitting op het Stadhuis, door de Stedelijke Overheid in den persoon van den Burgemeester, den heer J. de Vos, bijgewoond. Dr. P. Hamelius, hoogleeraar te Luik, handelde er over ‘Engelsche Schrijvers in de Woelingen van 1681-1682.’ 14 en 21 November trad Dr. P. Tack op met het zeer actueele onderwerp: ‘Nieuwe wegen in het onderwijs der Moedertaal’. 28 Nov. en 5 Dec. sprak Dr. J. Denucé over ‘Amerika vóór en na Columbus’ (met lichtbeelden). 12 Dec. had de heer Leop. J.H. Meyer, bestuurder van de Nederlandsche School te Antwerpen, het ‘Over de Middeleeuwsche liederen’. Over de voordracht van Prof. G.J.P.J. Bolland, te Leiden, die 16 Dec. sprak over ‘Het Nederlandsch als voertaal in de wetenschap’ hopen wij in een volgend nummer breedvoerig terug le komen. De bekende Vlaamsche philoloog, de heer J. Vercoullie, hoogleeraar te Gent, handelde 19 Dec. over ‘De taalgrens in België’.
Brussel. 26 October trad hier op Dr. W. van Everdingen, secretaris der Boeken Commissie van het A.N.V., met het onderwerp: Verhooging van het stambewustzijn, verspreiding van Nederlandsche boeken door de Boeken Commissie van het A.N.V. Gezellig koutend schetste hij met woord en beeld, - de muren der zaal waren met allerlei platen en tabellen versierd, - wat er zoo al gedaan wordt door het A.N.V., en voornamelijk door de Boeken-Commissie, overal waar op den aardbol Nederlandschsprekenden wonen. Jammer maar dat vele leden zich hadden laten afschrikken door het ongunstige weder. Zij, die het trotseerden, hebben zich zeker niet beklaagd!
- 14 November, had in het Vlaamsen Huis, de tweede voordracht plaats, met lichtbeelden dezen keer. Zendeling H. Guillaume, van het Rijnsche Zendinggenootschap, trad voor eene eivolle zaal op. Ruim twee uren hield hij de aandacht geboeid door zeer wetenswaardige dingen te vertellen over de Bataks op Sumatra. Wat is er daar al gewrocht voor de beschaving! Wat al scholen gesticht, niet alleen inlandsche, maar alreeds ook eene Nederlandsche! Een mooie, aangename voordracht, en leerzaam vooral, zoo besloot de heer Kesler, toen hij aan het einde den heer Guillaume dank zegde, en de gansene vergadering stemde geestdriftig met die lofspraak in.
Charleroi. 26 Nov. richtte deze Tak zijn eerste winterfeest in met een liederavond. De heer J. Kesler, van Brussel, hield voor een zeer talrijk publiek een boeiende voordracht over ‘Een reis door het wonderschoone Italië’ (met lichtbeelden). Daarna herhaling | |
[pagina 10]
| |
De NederlandenGa naar voetnoot1).
| |
[pagina 11]
| |
van twee liederen, die verleden jaar reeds werden aangeleerd en aanleering van het prettige volkslied: ‘Hij die geen liedje zingen kan.’ Het feest eindigde met de gebruikelijke kostelooze boekentombola.
Gent. Letterkundige Afdeeling. 11 Dec. hield de heer M. Minnaert een buitengewoon belangwekkende voordracht over: ‘De Muziek als uitdrukking’. De jonge redenaar - die tegelijk voortreffelijk musicus is - lichtte zijn stellingen toe met motieven van de voornaamste componisten, met geoefende hand gespeeld. 18 Dec. las J.M. Brans voor uit een bundel ter perse: ‘Wilde rhythmen, tamme rijmen’. Brans zweeg als dichter en prozaïst gedurende lange jaren. Wat we van hem nu krijgen, is meer dan een na-oogst.
Kortrijk. 3 Dec. Voordracht- en Leesavond in het Stadhuis door den heer O. de Gruyter, declamator. Een echt kunstfeest. Programma: Werk van Priem, Boutens, Gezelle, Multatuli, Pol de Mont, M. Metz Koning, Heyermans, Hegenscheidt. Openingstuk voor piano door den heer A. Vermeulen. Zangstukken door den heer P. Desloovere. De Gruyter is een degelijk kunstenaar, die wel in Noord-Nederland gehoord zou mogen worden. 12 Dec. hield de Tak een algemeene vergadering, waarop het bestuur herkozen werd, dat thans als volgt is samengesteld: Voorzitter: Advokaat V. Lambrecht; onder-voorzitters: Gust. Byltiauw, Dr. O. van den Berghe; penningmeester: V. Verhougstraete; schrijvers: Om. Provost, Kam. van Wulleghem; bestuursleden: Dr. V. Depla, Arm. Lamoral, Fr. Mattheussens. Een zeer belangrijke bespreking volgde betreffende het inrichten van volksliederavonden. Een commissie zal samengesteld worden om te trachten ditmaal de zaak door te zetten.
Mechelen. De ‘Liederavonden voor het Volk’ zetten regelmatig hun werkzaamheden voort. Het getal zangers en zangeressen stijgt soms tot 70-80. Onze liederen dringen door tot in de kleinste achterbuurtjes, worden in de lagere scholen aangeleerd en verdringen stilaan de onzedelijke straatliederen. Een ‘Jonge Wacht’ kwam tot stand. Zij heet ‘De Jonge Klauwaerts’, is bij het Verbond aangesloten en bestaat uit jonge Vlaamschgezinden, welke ons behulpzaam zijn bij het inrichten van liederavonden, extension-lessen, feestelijkheden en voordrachten. In den schoot der Afdeeling werd een declamatieavond ingericht. Dr. De Gruyter, uit Gent, droeg er pareltjes voor uit onze moderne letterkunde. Zijn bijval was groot. De lessen van het ‘Hooger Onderwijs voor het Volk’ worden regelmatig gevolgd door 150-200 toehoorders. Achtereenvolgens traden op: de heer Collaer, student, over ‘Cesar Frank als componist’. Schoone meesterstukken werden op de piano voorgedragen. Dr. J. Denucé, uit Antwerpen, handelde in 4 lessen over ‘De beschavingen van Amerika’. Dr. C. de Bruycker, uit Gent, sprak in 4 lessen, door lichtbeelden opgeluisterd, over ‘De levende wereld in verband met hare omgeving’. Het ledental steeg van 120 tot 160. Nederlanders en Stamverwanten, |
|