Zuid-Afrika
Ons Meester.
Zoo langzamerhand verdwijnen ze, onze meesters, en daarom is het goed aan de enkelen, die nog in leven zijn, een woord van hulde, en aan de gestorvenen een woord van nagedachtenis te wijden. Het waren stillen in den lande, geen leven- of bewegingmakers op politiek, noch op taalgebied: en daarom worden zij helaas... vergeten.
Zoo nu en dan kwam een enkele Nederlander uit naar de Kaap. Het was hem zelf of zijn ouders niet wel gegaan. Hij had gestudeerd of goed onderwijs genoten en omdat hij nog jong was, besloot hij naar de Kaap te gaan. Een ambacht verstond hij niet en met hersen-arbeid, vooral voor nieuwelingen, is er nooit veel in de Kaap te verdienen geweest.
Zoo kwamen zij geleidelijk de een na den ander op 't platte land terecht, meestal nooit verder dan de zoogenaamde ouw kolonie en namen zij de veelal ondankbare taak van huisonderwijzer op zich. Zoo bleven zij gewoonlijk hangen in hetzelfde distrikt, jaar in en jaar uit onderwijzende; bekend en meestal bemind bij iederen bewoner en hun leerlingen. Wat was hun Hollandsch goed, vooral hun brieven munten uit; want meester was onverbiddelijk en dulde geen fouten. Hun Engelsch was eveneens goed; doch, de uitspraak was een beetje scherp. De predikant van het dorp had zeer weinig moeite met aanstaande lidmaten, die van meesters school kwamen, en meester zelf - ach hij had zich geschikt in de omstandigheden, was oud geworden en leefde zoo jaar in jaar uit, slechts een enkele maal per jaar naar het dorp gaande, steeds zijn Hoog-Hollandsch sprekende.
Zoo waren er misschien eenige honderden verspreid over alle deelen der Kaap-Kolonie, en hoe goed deed het hun, wanneer zij een landgenoot ontmoetten. Soms reden zij uren te paard, wanneer zij vernamen, dat hier of daar een landgenoot woonde of tijdelijk verblijf hield. Schrijver dezes heeft ze gekend, die met een ossenwagen de lange reis maakte om toch hunne moedertaal nog eens te hooren, en te praten over 't land, dat zij in zoovele jaren niet hadden gezien en nooit meer zouden betreden. Velen van deze oudstrijders liggen onder de eiken, welke hun altijd deden denken aan Holland en in den ruimen zerk op hun graf, staat uitgekapt:
Hier rust Meester
(volgt naam).
Wij allen denken aan hem in Liefde.
of:
Meester was vijf en twintig jaren in onze famielje.
Hij ruste in vrede.
Nu onder de nieuwe onderwijswet zijn de laatst overgeblevenen afgedankt met een gratifikatie. Anderen zijn gehuwd en leven nu met hunne kinderen; doch hun aantal begint te dunnen; want voor nieuw aangekomenen is er geen gelegenheid meer en hun werk is nu door onderwijzeressen overgenomen.
Mogen de enkele overgeblevenen hun laatste levensjaren zonder bekommernissen uitleven.
JAC. SPOELSTRA.
Babanangospruit (Zoeloeland).