Foto
Ds. van den Brink.
22. Protestantche kerk en huis van den dokter te Oranjestad.
Toen een plaatsvervanger voor den vertrekkenden onderwijzer gevonden was, ging hij 13 Febr. scheep en kwam op Aruba aan op den 14en d.a.v. Terwijl een school en kerklocaal, tevens woning van den onderwijzer in orde gebracht werd, riep Van Eekhout de meerderjarige mannelijke Protestanten tegen den 11en Maart bijeen en op die vergadering werden de heeren Jan Hendrik Gotfried Eman en Cornelis Specht gekozen tot school- en kerkopzieners. Den 26en April ontvingen zij dienaangaande de approbatie van den Kerkeraad der Herv. Gemeente van Curaçao. Eigenaardig genoeg, de in 1822 geboren tweelingen zijn in elkanders onmiddellijke nabijheid gebleven, daar de ruime en netgebouwde openbare school is gebouwd juist tegenover de tegenwoordige, vriendelijk uitziende Protestantsche stadskerk aan de Paardenbaai. Op 30 Juni van het genoemde jaar 1822 werd de eerste godsdienstoefening gehouden ten huize van den kerkopziener Eman, op den 13en Augustus werd een Huishoudelijk Reglement samengesteld en eindelijk kwam op den 25 Augustus van 't zelfde jaar in 't voltooide kerk-schoollocaal eene aanzienlijke menigte bijeen ter godsdienstoefening. Een jaarlijksch rapport werd uitgebracht aan den Kerkeraad der Herv. Gemeente van Curaçao.
In April 1823 kwam de predikant G.B. Bosch van Curaçao over ter kerkvisitatie en aanneming en bevestiging van lidmaten en tot het toedienen der Heilige Sacramenten. Toen bleek het locaal reeds te klein en werd een muur uitgebroken ter vergrooting. Later kreeg de onderwijzer-voorganger een eigen woning en werd het locaal van een houten torentje met klok voorzien, zeer tot genoegen der gemeente. Later verkreeg de voorganger machtiging van den Kerkeraad van Curaçao om zijne eigene leerlingen aan te mogen nemen tot lidmaten. In 't jaar 1827 bracht een der predikanten uit naam van den Kerkeraad der sedert 24 April 1825 uit de Luthersche en Hervormde Gemeenten ‘Vereenigde Protestantsche Gemeente van Curaçao’ als geschenk een massiel zilveren Avondmaalsbeker voor de jonge Arubasche gemeente mede, die nog steeds bij den dienst wordt gebruikt. Langzamerhand werd het locaal bouwvallig en begon men in 1844 maatregelen te treffen om een kerk te kunnen bouwen, daar de Commandeur, beducht voor gevaar van instorten, openbare bijeenkomsten in het oude gebouw verboden had. Met kracht werd er gewerkt, zoodat reeds in December 1845 de plechtige inwijding der nieuwe kerk door Ds. A.K.J. Meyer, van Curaçao, kon plaats hebben. Uitnoodigingen hiertoe werden gezonden aan den Gouverneur van Curaçao, den Kerkeraad der Ver. Prot. Gem. aldaar, den Commandeur van het eiland Aruba en aan het Bestuur der R.-Catholieke en der Israëlietische Gemeenten. Later toen zich de behoefte deed gevoelen aan een kerklocaal buiten de stad, ten gerieve der Protestantsche gezinnen uit den omtrek van het dorp St. Cruz, die grootendeels door mijnarbeid in hun levensonderhoud voorzien, werd een woning aldaar lot kapel ingericht te Canachito, een bij uitstek schilderachtig plekje, een weinig ten westen van de R.-Cath. kerk te St. Cruz. Nadat de gemeente later tot haar niet geringe vreugde een post op de Begrooting zag uitgetrokken voor een vasten, eigen
leeraar, kwam spoedig daarna uit het moederland de predikant Kuipers tot haar en woonde jaren lang te midden van die schoone omgeving te St. Cruz. De kapel van Canachito werd spoedig onbruikbaar, me de door een onbezonnen bestorming van heethoefdige kwaadgezinden; hierdoor werd spoedig daarna een goed stuk noordwaarts een eenvoudig bedehuis gebouwd te Piëder-Plat, waar eerst iedere maand, nu om de veertien dagen godsdienstoefeningen en catechisaties in het Papiamentsch worden gehouden. Het zielental der Prot. Gemeente van Aruba bedraagt pl. m. 400, een getal, dat tamelijk wel stationair blijft. In tegenstelling met wat de heer Van Kol na zijn vluchtig bezoek aan Aruba van de aldaar wonende Protestanten memoreert, zij hier nog opgemerkt, dat zij tot de beste familiën behoorende, zich kenmerken door groote trouw en gehechtheid aan hunne kerk, hetgeen dikwijls onder de ongunstigste omstandigheden aan den dag treedt. In het jaar 1903 mocht het den Kerkeraad gelukken met steun van het Gouvernement, eene Bijzondere School op te richten voor de kinderen der buitengemeente. De kleine consistoriekamer achter de kapel, van de noodigste schoolmeubelen voorzien, doet thans dienst als schoollocaal. Een twintigtal kinderen genieten er elementair onderwijs, ook in den godsdienst, van den heer Willem Croes, voorzien van een akte van bekwaamheid 4e klasse. Ondergeteekende mocht eenige van de aangenaamste jaren zijns levens als leeraar der Arubasche gemeente doorbrengen en hij neemt deze gelegenheid te baat zijne vroegere gemeente te betuigen, dat ze hem onvergetelijk zal blijven.
W. VAN DEN BRINK,
Pred. bij de V.P.G. van Curaçao.