te voldoen; is dit thans, nu het aantal leerlingen sedert dien belangrijk gestegen is, niet meer het geval en moet de ruimte beslist te klein worden geacht. Het onderwijs, verdeeld over 6 klassen moet gegeven worden in drie lokalen.
Gewenscht zou het dus zijn de school te vergrooten en het aantal lokalen tot zes te vermeerderen; zoodat voor iedere klasse een afzonderlijk lokaal beschikbaar komt.
Dat daarmede eene uitbreiding van onderwijzend personeel gepaard zou moeten gaan, spreekt van zelf; doch ook daarmede zou het openbaar onderwijs eene belangrijke en sedert lang noodzakelijke verbetering ondergaan.
De school voldoet thans niet aan de behoeften van de bevolking, vooral niet aan die der meer gegoede ingezetenen.
Deze zijn, evenals de ambtenaren, niet in staat op het eiland zelf, hunne kinderen eene goede opvoeding te geven overeenkomstig hun stand en zijn daardoor verplicht hunne kinderen door privaatlessen verder te ontwikkelen of hen naar Curaçao te zenden om hen aldaar meer uitgebreid lager onderwijs te doen volgen.
Dat zulks slechts voor enkelen mogelijk is, behoeft geen betoog, daar het inkomen van de meeste ouders op zulk een maatregel niet berekend is.
In Holland is dat bezwaar niet zoo groot. Woont men daar op een dorp, dan kan men met tram, trein of fiets gemakkelijk de naast bij gelegen stad bereiken en kunnen de kinderen daar de school bezoeken. De kinderen kunnen dan veelal thuis blijven wonen en de ouders behoeven de geheele opvoeding niet in vreemde handen over te geven.
Hier zijn de kinderen echter van alle verder onderwijs verstoken en toch hebben zij evenveel recht op goed onderwijs als de kinderen op Curaçao.
Aruba met zijne goud- en phosphaatmijnen is het éénigste eiland in de kolonie, hetwelk geen subsidie van het moederland noodig heeft. Integendeel heeft dit eiland in den loop der jaren millioenen guldens in de Koloniale Kas gestort en zou het dus niet meer dan billijk wezen indien van Gouvernementswege ook voor beter onderwijs gezorgd werd.
Behalve de bovengenoemde verbeteringen zou dus ook het leerplan moeten worden uitgebreid en de school meer op gelijken voet worden gebracht met de Hendrikschool op Curaçao.
Waar men op Curaçao in het stadsdistrict drie Gouvernementsscholen, heeft, n.l. de Hendrikschool voor jongens, de Wilhelminaschool voor meisjes en de Emmaschool (gemengd) voor kosteloos onderwijs, is ééne gemengde school met meer uitgebreid lager onderwijs voor Aruba met een bevolking van pl. m. 10.000 inwoners geen overdreven eisch.
Dat het spoedig daartoe moge komen!
Daarmede zou aan de billijke wenschen van vele ouders op Aruba voldaan worden.
J.A. SNIJDERS Jr.