Neerlandia. Jaargang 15
(1911)– [tijdschrift] Neerlandia– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermdDe Katholieke Godsdienst en het Bijzonder Onderwijs op Aruba.De geschreven geschiedenis der Katholieke Kerk op Aruba, vervat in eene oude Kroniek, klimt niet hooger dan tot 1712. 't Is daarom niet mogelijk vast te stellen, wanneer de oorspronkelijke bewoners van Aruba het christendom hebben omhelsd. Zeer waarschijnlijk reeds in de zestiende eeuw. Want in die dagen reeds werd in Venezuela, Columbia en op de grootere Antillen het Evangelie verkondigd. Het eerste doopsel, waarvan aanteekening is gehouden, en dat vermeld staat in het Doopboek van de St. Franciscus-kerk op Aruba, werd toegediend aan eene zekere Maria Magdalena, die geboren was in 1712. De eerste Katholieke kerk (beter gezegd: kapel) werd den 30sten April 1750 ingezegend door den Capucijnerpater Paulus de Algernesi en toegewijd aan O.L. Vrouwe van den Rozenkrans. Zij was gebouwd op den berg Alta Vista, gelegen aan de noordzijde van het eiland. Nog heden ten dage vindt men er de overblijfselen van, alsmede een steenen pilaar, waarop men eene vlag plantte, om ver in het rond aan de bewoners te kennen te geven, dat er een priester was gekomen om de kerkelijke bedieningen te verrichten. In die dagen had Aruba nog geen priesters met vast verblijf op het eiland. Slechts nu en dan kwam er een van het naburige Venezuela om in de behoeften der kleine opkomende gemeente te voorzien en keerde na volbrachten arbeid wederom naar het vasteland terug. De meesten dezer zendelingen waren Spanjaarden en behoorden tot verschillende kloosterorden: Capucijnen, Franciscanen, Dominicanen, en andere. Of de vlag, die zij heschen, eene Nederlandsche was, vind ik niet vermeld; waarschijnlijk zal het wel het oranje-rood van Spanje en zijne Koloniën geweest zijn. In den loop der achttiende eeuw trok de bevolking van het eiland meer westwaarts en vestigde in die richting hare woonplaatsen, zoodat wij in 1778 reeds de oprichting eener tweede kerk vermeld vinden. Zij werd genoemd de St. Annakerk en werd ingezegend door den Eerw. Pater Cristóbal de Quesada. Van 1797 tot 1809 werd het eiland bezocht door een Hollandschen Geestelijke, n.l. door den Z.Eerw. heer Jacobus Schinck, die in deze dagen Apostolisch PrefectGa naar voetnoot1) der Curaçaosche Missie was. Hij kwam om de twee jaar op het eiland en verbleef er zoolang als zijne bediening zulks vorderde. Daarna keerde hij weer naar Curaçao terug. In 1813 werd Aruba bezocht door den nieuwen Prefect der Curaçaosche Missie Pater Juan José Pirovano. Deze was op Aruba geen onbekende. Reeds in 1791 had hij het eiland bezocht. Nu keerde hij weder als hoofd der Curaçaosche Missie en was vergezeld van een anderen priester met name Nicolaas Lopez. Beiden doopten en predikten: de eene, Lopez, in de St. Franciscus-kerk, Pater Pirovano in de St. Annakerk. Intusschen was ook langzamerhand de zuidkust van het eiland bevolkt, zoo zelfs, dat het Bestuur van het eiland daar zijn zetel vestigde. Dat is de oorsprong van de Oranje-Stad (welke echter in den mond des volks nog altijd Playa, d.i. strand, heet). Dit maakte den bouw eener derde kerk noodzakelijk; zij werd in de Oranje-Stad opgetrokken van teenwerk en gedekt met maïsstroo. Zij verschilde bijna alleen in grootte van de woningen, die de inlanders bouwden. Maar nu vestigde zich voor goed een priester op Aruba; 't was de Eerw. Pater Pirovano, die in 1816 hierheen kwam en werkte tot 1820. In dat jaar stierf hij, bemind bij God en bij de menschen. Zijne nagedachtenis is er, na bijna honderd jaren, nog in zegening. Hij ligt begraven in de St. Annakerk aan de Noord. In 1825 werd de kerk in de Oranje-Stad geheel vernieuwd door den Eerw. Pater Serafin de Sevilla. Zij werd ingezegend den 9 Nov. 1829 en genoemd de St. Franciscus-kerk, omdat de oude St. Franciscus-kerk onbruikbaar was geworden. Deze heeft dienst gedaan tot 1864, toen Pastoor Te Riele ze door een ruim steenen gebouw verving, dat in 1903 tot een kruiskerk werd verbouwd.
Foto
Soublette en Zoon. R. Cath. Kerk te Santo Cruz | |
[pagina 286]
| |
In 1831 werd de oude St. Annakerk op de Noord, die slechts met teenen vlechtwerk en leem was opgetrokken, vervangen door eene ruime steenen kerk, dank aan de zorgen van den Eerw. heer Van Lom. mel. Zij heeft ruim 50 jaren dienst gedaan; in 1884 bouwde Pastoor Jacobus van Baars de tegenwoordige kerk op de Noord. In 1856 werd op Aruba eene derde parochie opgericht te Santa Cruz, in het centrum van het eiland Daar verrees een bescheiden kerkje, toegewijd aan de Onbevlekte Ontvangenis van Maria. Doch het duur de neg tot 1863 eer een vaste Pastoor aan deze kerk kon verbonden worden. Die eerste Pastoor was de Eerw. heer H. de Vries. In 1893 werd de kerk van Santa Cruz vervangen door een flinken ruimen tempel, die niet zonder reden als het schoonste bouwwerk van Aruba geroemd wordt. Zij werd gebouwd door Pastoor J, v.d. Veer, volgens teekening van den Curaçaoschen architect Martis. Ook te Sabaneta verrees door de zorgen van Pastoor De Vries eene noodkerk, welke in 1905 vervangen is door een lief kerkje, met eigen Pastoor. Doch niet alleen in het bouwen van kerken bestond het missiewerk. Door voortdurend prediken, onderwijzen, vermanen, zegenen, doopen en andere sacramenten toedienen, is langzamerhand geheel het eiland Christen geworden en dat niet aan de opper vlakte alleen, maar ook in levenswijze en zedelijkheid. Volgens het laatste Koloniaal Verslag behooren van de 9357 bewoners van Aruba 8992 tot den Katholieken Godsdienst, 362 tot het Protestantsche en 3 tot het Israëlitische Kerkgenootschap. En, wat vooral pleit voor de zedelijkheid, in vergelijking met verscheidene andere eilanden der kolonie, Aruba heeft in 1910 305 geboorten in echt gehad, tegen 113 buiten echt; terwijl b.v. St. Eustatius er 13 in echt en 42 buiten echt had, en op Bonaire de balans tusschen echt en onecht zoo goed als gelijk stond.
* * *
Onder de oorzaken van de verchristelijking van Aruba werd boven ook genoemd het onderwijs. Hierover nog een woord. Zoolang Aruba geen vaste Nederlandsche priesters had, kon er van bijzonder onderwijs moeilijk sprake zijn. Ook niet in de eerste jaren hunner vestiging alhier. De eerste stap in die richting werd gedaan door Pater Serafin de Sevilla, een Spanjaard, die in -de Oranje-Stad een schooltje opende en de kinderen onderrichtte in de Spaansche taal. Maar in 1824 kwam een man naar de Missie van Curaçao, wiens verdiensten voor het onderwijs in de kolonie onschatbaar zijn, zooals reeds breedvoerig in het Curaçao-nummer is uiteengezet. 't Was de latere Bisschop Mgr. Martinus Joannes Nieuwindt. In afwachting dat hij zusterscholen zou kunnen oprichten ook op de eilanden der kolonie, bevorderde hij op alle manieren de pogingen der priesters om door leeken-onderwijs in de behoefte te voorzien, Pater Paulus Willems, Capucijn, bouwde bij de St. Annakerk eene school; doch door gebrek aan middelen, vooral aan personeel, had zij slechts een bestaan van drie jaren. Later slaagde hij er in de school wederom te openen met een Hollandschen onderwijzer, een broer van den Eerw. heer De Vries. Deze had zich op de reis van Holland naar hier zoover in 't Papiamentsch bekwaamd, dat hij zeer spoedig de leiding der school op zich kon nemen. Dit geschiedde in Juli 1855 en weldra bevatte de school 70 kinderen. Doch reeds in 1857 sleepte de gele koorts (vomito negro) hem ten grave in den bloei zijner jaren. Hij had, toen hij den 15 Mei 1857 stierf, den ouderdom van 28 jaren bereikt. Zijne nagedachtenis blijve in eere. Dit sterfgeval was voor Mgr. Nieuwindt aanleiding om in hetzelfde jaar twee liefdezusters naar Aruba te zenden, ten einde het begonnen werk voort te zetten. In 1862 brandde hare school aan de Playa af, welke echter door de zorgen van den toenmaligen Pastoor Te Riele grooter en flinker uit hare asch verrees. Dat was het eigenlijke begin van het bijzonder onderwijs op Aruba. Zeker een gering zaadje, doch dat nog steeds rijke vruchten voor beschaving en godsdienst geeft. Men oordeeleGa naar voetnoot1): 1o. De zusterschool te Oranje-Stad telt 222 kinderen (jongens en meisjes) met twee gediplomeerde onderwijzeressen en eene kweekelinge. Onderwijs kosteloos; 2o. Zusterschool te Noord telt 190 kinderen met eene gediplomeerde onderwijzeres en eene kweekelinge. Onderwijs kosteloos; 3o. Zusterschool te Santa Cruz telt 300 kinderen met drie gediplomeerde onderwijzeressen Onderwijs kosteloos; 4o. Zusterschool te Sabaneta telt 160 kinderen met twee gediplomeerde onderwijzeressen. Onderwijs kosteloos. Een totaal dus van 827 leerlingen, die kosteloos onderwijs ontvangen! Zeker, er kan nog veel ten bate van het onderwijs op Aruba gedaan worden. Een der vurigste wenschen op dit gebied is wel, dat zich nog eenmaal paters op het eiland mogen vestigen, die zich belasten met de vorming der mannelijke jeugd. Of die wensch echter in afzienbaren tijd zal kunnen verwezenlijkt worden, zal de toekomst leeren. Wie weet wat die ons brengt? Vóór vijftig jaren zou ook niemand op Aruba van zooveel zusterscholen met bijna 900 kinderen hebben durven droomen. En toch zij zijn er en hebben aan kerk en maatschappij onbetaalbare diensten bewezen. ALPH. M.J. JANSEN, Pastoor. Aruba. |
|