Neerlandia. Jaargang 15
(1911)– [tijdschrift] Neerlandia– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermdHet landschap van Aruba.Het landschap van Aruba heeft voor mij veel aantrekkelijks. Jammer is het, dat de wegen niet beter zijn, zoodat men na een dag van hotsen en botsen in een overigens goed rijtuig maar al te blij is, weer thuis te zijn. In enkele maanden van het jaar worden de wegen door de zware regens uitgespoeld en doordat op tal van plaatsen de weg lager is dan het omgevende terrein, stroomt het hemelwater langs de wegen af. Men zal of de weg iets hooger moeten maken dan het omliggende terrein of aan weerszijden van den weg een greppeltje of goot maken en dan zal het mogelijk worden goede wegen aan te leggen, die dan ook heel wat goedkooper te onderhouden zullen zijn. Groote vlakten, uitgestrekte plateaux en terrassen wisselen af met een door diepe dalen ingesneden heuvelterrein. Van de Cerro Colorado naar Balaschi rijdende langs het kleine plaatsje Sabaneta ziet men ter linkerhand achter het helblauwgroen lagoen en het koraalrif de open zee; terwijl de weg zelve in deelen over een vlak zandig strand gaat. Ter rechterzijde ziet men achter de tegen den oogsttijd prachtig groene coenoecoe'sGa naar voetnoot1) het langzaam noordwaarts oploopende heuvelland met tal van toppen. (Jamanota, Ariekok, Mira la Mar: zeezicht. Mira = zien; La Mar = de zee). In den regentijd zijn deze heuvels alle groen, en slechts enkele grijze kalkrotsen ziet men er dan door heen schemeren. In de coenoecoe's wordt in hoofdzaak kleine maïs (maïsie chiquito) verbouwd; wuivende losse aren, een heel wat sierlijker plant dan de maïsie chiquito van Curaçao met zijn stijve dichte knotsvormige aren. Zoo hoog wordt deze ‘kleine’ maïsis, dat de huizen er soms maar juist nog boven uitsteken. In de buurt van Sabaneta zag ik iemand zijn Zondagnamiddag genieten, zittende op den nok van het dak, om toch wat uitzicht te hebben. Is men Sabaneta voorbij, dan ziet men gauw achter het heuvelland van Jamanota en Ariekok den alleenstaanden Hooiberg te voorschijn komen, die zeker onze voorvaderen herinnert aan de kleine hooibergjes, die men in den hooitijd overal in de weilanden kan zien. De vorm heeft ze, maar de zachtheid niet; bij lange na niet. Het is een steile rotsachtige berg, waarvan de beklimming niet meevalt. Bij Balaschi rijdt men, na ter linkerhand de molen van de Aruba Goud Maatschappij gepasseerd te zijn, door een ongeveer 10 M. diepe rotskloof, de Rooi Francés, en van daar naar Oranjestad gaat de weg vrijwel aldoor over een hoog plateau, en ziet men aan beide zijden aloévelden en nog eens aloévelden | |
[pagina 273]
| |
Foto
9 Terrein der ‘Aruba Gold Consession Ltd.’ te Balaschi. Soublette en Zoon. Rechts ligt de hooiberg, die men vrij dicht voorbijgaat. Van Oranjestad naar Kristalberg (die zijn naam ontleent aan het bergkristal, dat daar in groote hoeveelheden gevonden wordt) en Bushiribana rijdende doorkruist men het eiland in de breedte en het eerste deel van den weg gaat over ditzelfde plateau. Op tal van plaatsen is dit plateau bezaaid met reusachtige rotsblokken, niet ongelijk aan de hunnebedden van de heide. Evenwel ze zijn niet zooals deze van elders aangevoerd door gletscherijs, maar het zijn de laatste resten van vroegere heuveltjes, waarvan alle andere bestanddeelen langzamerhand zijn weggewerkt door het water. Eenmaal werd dit plateau door de zee bedekt en nog duidelijk is de oude strandlijn te volgen, zooals door Professor H. Martin werd aangetoond. De rotsblokken vertoonen daar door de uitspoeling van de vroegere landing, eigenaardige uithollingen, naar het westen gekeerd en hunne vorm doet dan dikwijls aan die van strandstoelen denken. Van eene indrukwekkende schoonheid is vooral de noordkust van het eiland met zijn woeste branding en hoogopspattende golven. Op enkele plaatsen is de kust geheel ondermijnd door deze eeuwigdurende branding en uit de verte ziet men dan het schuimende water binnen het land opspa en. Over eene natuurlijke brug van kalksteen loopt men hier over de zee. Nog verder oostwaarts even voorbij Daimane ziet men bij ruw weer op eenige honderden meters van de kust het zeewater als witte damp uit een rond gat in de rots van misschien anderhalven meter middellijn omhoogstijgen, en naderbij gekomen hoort men de zee in de diepte bulderen. Ook hier heeft een dergelijke ondermijning plaats gehad en is een grot gevormd als die van Hato op Curaçao. Langs deze zelfde kust nog verder oostwaarts bij Fontein en tusschen Fontein en Cerro Colorado vindt men typische tuinen, een echt Hollandsch duinlandschap. Het land loopt hier terrasgewijze op en de gestadige wind heeft het gansch opgewaaid tegen den rotswand van het terras. Het laagste terras is, tenminste in den regentijd, met een dun groen kleed bedekt en tal van kabrietenGa naar voetnoot1) genieten hier van hunne vrijheid en klauteren als volleerde acrobaten over de steile rotswanden. Het schoonste vergezicht heeft men wel van den top van den Jamanota. Aan alle kanten de zee van Cerro Colorado tot Westpunt, aan de oostkust de woeste branding, aan de westkust het blauwe lagoen
Foto
8. Steiger der Aruba Gold Concession Ltd. te Oranjestad. Soublette en Zoon. | |
[pagina 274]
| |
met het kustrif en daarachter de zee. Geheel Aruba is van daar te overzien, en bij helder weêr ziet men in het zuiden duidelijk het gebergte van Coro en als het heel stil en helder weer is, kan men ook Curaçao zien. G. DUYFJES, m.-i. |
|