West-Australië.
De heer E.G. Semmens, van Claremont, W. Australië, komt met zijn echtgenoote, mevrouw A. Semmens - Siebenhaar, vertegenwoordigster van het A.N.V. voor Australië, naar Europa. Zijn plan is gedurende zijn verblijf in Nederland te trachten de handelsbetrekkingen tusschen Nederland en zijn Overzeesche bezittingen met West-Australië uit te breiden. Hij zal de Regeering in Den Haag belangrijke gegevens en feiten verschaffen, en met instemming van de Regeering van West-Australië, te Amsterdam, Rotterdam en Den Haag lezingen houden. Hij wil nijveren en kooplieden in Nederland overhalen fabrieken in West-Australië te vestigen. Wanneer zij dit gedaan hebben, zullen zij tot de ontdekking komen dat de grondstoffen, die zij voor hun fabrikaat noodig hebben, in West-Australië zelf kunnen worden verkregen.
De veehandel tusschen West-Australië en Java is reeds vrij aanzienlijk, maar zou nog veel grooter kunnen worden, wanneer er betere landingsplaatsen waren te Soerabaya. Hij zal de aandacht der Regeering in Den Haag hierop vestigen. De uitvoer van Java naar West-Australië bedroeg in 1909 £ 54.775 en de uitvoer van deze Britsche kolonie naar Ned. Indië £ 2.480; terwijl de invoer van Holland £ 26.480 bedroeg. West-Australië voerde in 1909 niets naar ons land uit. Met medewerking van den heer O. Kamerlingh Onnes, directeur van het Bureau voor Handelsinlichtingen te Amsterdam, zal nu de heer Semmens trachten hier te lande markten voor Australische voortbrengselen te vinden.