Teekenen van leven.
‘De menschen worden wakker’, zoo haalden wij boven uit een brief uit Pretoria aan. Dat blijkt wel uit allerlei dingen.
De stad Pretoria zou den hertog van Connaught een adres aanbieden, vervat in een gouden kistje. Ds. H.S. Bosman en dr. F.V. Engelenburg schreven nu, als leden van de waakzaamheidscommissie uit de Z.A. Akademie voor Taal, Letteren en Kunst, dat zij vertrouwden, dat het opschrift in beide talen op het kistje zou staan. De burgemeester antwoordde, dat de opdracht inderdaad in het Hollandsen zoowel als het Engelsch, aan den binnenkant van het deksel, aangebracht zou worden.
Als we dit voorbeeld onder de teekenen van ontwaking noemen, is 't niet omdat wij meenen, dat de predikant der Vereenigde Kerk en de hoofdredacteur van de Volkstem vóór dezen de oogen voor het belang van het Hollandschn niet wijd open hebben gehad. Maar, hun zij dank, toont de Akademie, na het eerste jaar van haar bestaan niet veel blijk van werken te hebben gegeven, hierin, dat zij wakker is.
Een ander voorbeeld. Een aantal Hollandsch-sprekende schooljongens te Pretoria richten zich tot kolonel Beves, inspecteur van de vrijwilligerskorpsen, en verzoeken zijn medewerking om een afzonderlijk schooljongenskorps te vormen, teneinde in den wapenhandel te worden onderwezen door middel van het Hollandsch. Het antwoord van den kolonel is een weigering, althans voorloopig. In 't volgend jaar wil hij er wel eens over denken, maar nu moeten zij zich maar bij de andere korpsen voegen. Er mag daarbij ook wel Hollandsch gesproken worden (het gebeurt daarom niet), maar de kommandotaal moet Engelsch zijn, om eenheid met de troepen in heel het Britsche Rijk te krijgen.
Een ander teeken van leven is, dat de Volkstem den kolonel over dat antwoord ongezouten de les leest. Wat denkt de kolonel? Als de Unie van Zuid-Afrika straks een eigen weerkracht inricht, zal die dan gekommandeerd moeten worden op zijn Engelsch? Bespottelijk!
Nog om iets anders neemt de Volkstem den kolonel onder handen, over de taal van zijn antwoord aan de jongens. Dat briefje was n.l. gesteld in een gedrochtelijk knoei-hollandsch. Dat er officieel zoo'n brief wordt afgezonden, noemt de Volkstem een beleediging voor het Hollandsch sprekende element. ‘Is 't inderdaad niet verbazingwekkend’, vraagt het blad, ‘dat 'n tak van de staatsdienst, die voor meer dan de helft te doen heeft met kinderen van hollands-sprekende ouders, niet eens instaat is 'n alledaags episteltje op te stellen, zonder zich verspot te maken zeifs in de ogen dezer school-kinderen? Kan de bedoeling iets anders wezen, dan om geringachting van hun moedertaal te verwekker bij deze jongens?’
Onlangs werd het Civiele Hof te Pretoria in rep en roer gebracht, doordat advokaat dr. J.H. Gey van Pittius in een proces in het Hollandsch wou gaan pleiten, ter toelichting van stukken, die de prokureurs-firma Ludorf & Strange in het Hollandsch had opgesteld. De rechter - Bristowe met name - kende geen Hollandsch, en dus moest de zaak uitgesteld worden.
De Vereeniging van Kamers van Koophandel in Zuid-Afrika gaat diploma's voor handelskennis uitreiken. Op het examenprogram kwam ook Afrikaansch voor, geen Hollandsch. Ons Land kwam daar tegen op. Het behoorde Hollandsch te wezen. Op de scholen wordt ook Hollandsch geleerd, geen Afrikaansch. Het bestuur van de Vereeniging luisterde er naar, maar Ons Land liet toen een andere grief hooren. Het Hollandsch is geen verplicht examenvak. Engelsch moet, Hollandsch mag, maar men kan er ook Spaansch, Russisch, Esperanto of nog andere talen voor in de plaats krijgen. Ons Land protesteert.
Erger is, dat onlangs bij een Transvaalsch staatsexamen voor telefoniste Engelsch weer een verplicht vak was en het Hollandsch niet. Voor een telefoniste te Pretoria is kennis van Hollandsch niet noodzakelijk! En zoo'n staatsexamen kon onder een Afrikaansch ministerie uitgeschreven worden! Maar de Volkstem teekende verzet aan. ‘'n Beetje Hertzogisme zal hier zeker niet anders dan heilzaam werken!’ Zulke dingen gaan tenminste niet meer stilzwijgend erdoor.
Bij de historische vertooningen, waarmede de opening van het Unie-parlement gevierd is, zou ook de verkoop van de Kaap aan Engeland door ons land veraanschouwelijkt worden. Niettegenstaande in Zuid-Afrika zelf de waarheid aangaande dien zoogenaamden verkoop bekend moest zijn - de zaak is uit ende na in de Afrikaander bladen uiteengezet - had men dat op het program gebracht. De Nederlandsche consul te Kaapstad protesteerde, en de vertooning werd afbesteld. Blijkens Ons Land en Volkstem zijn de Afrikaanders ook over het geval ontstemd.
De menschen worden dus wakker. De Afrikaanders laten niet meer met zich sollen. Straks laten zij misschien hun macht voelen. En die hebben ze. Het Unie-ministerie bestaat voor het overgroote en het invloedrijkste deel uit Afrikaanders; de administrateurs van drie provinciën zijn het; de partij der Afrikaanders heeft de meerderheid in Senaat en Volksraad, en in de Provinciale Raden van Vrijstaat, Transvaal en de Kaap, schoon zij in den Kaapschen Raad slechts een stem bedraagt.
Als het hun dus ernst is...