Zuid-Afrika
De Volksraad.
De eerste verkiezing voor den Volksraad van Zuid-Afrika - het Lagerhuis van zijn volksvertegenwoordiging - is geëindigd met een flinke overwinning - een roemrijke overwinning, heeft gen. Botha het zelf genoemd - van de nationale partij, dat is voor het meerendeel de partij der Afrikaners.
Er hebben wel veel Engelschen voor haar candidaten meegestemd; er zijn een aanmerkelijk aantal Engelschen onder die candidaten zelf, gelijk er Engelschen zitten in Botha's ministerie, maar overwegend is het de partij der Hollandsch sprekende Afrikaanders die de zege heeft bevochten.
Dat bij deze verkiezing in vele, misschien de meeste districten weer Boer tegenover Brit heeft gestaan, is vooral het werk van de unionisten, de Engelsche partij, die onder voorgaan van dr. Jameson de zoogenaamde rassenkwestie in het geding heeft gebracht. De leiders dier partij hebben niet geschroomd om de Engelschen als zoodanig op te wekken te stemmen op de unionistische candidaten.
Om die stemmen te werven moest de Vrijstaatsche schoolwet, het Hertzogisme dienst doen. Het Hertzogisme beteekende dan de dwang op Engelsche kinderen geoefend om Hollandsch te leeren, of zelfs de onderdrukking van het Engelsch. In waarheid is het beginsel van Hertzog's schoolwet, dat op de lagere school de kinderen van het tweetalige land, waarin immers - krachtens de grondwet van Zuid-Afrika - de twee talen gelijke rechten hebben, beide talen behooren te leeren. De Engelschen werden nu te wapen geroepen om zich tegen dat Hertzogisme te verzetten.
Men zou zeggen - en het is in Zuid-Afrika natuurlijk gezegd - dat deze kwestie met de Unieverkiezing niets te maken had, aangezien het lager onderwijs - met het middelbare - zorg van de provinciale regeeringen is, en alleen de Vrijstaat nog in zijn schoolwet het Hollandsch de gelijke rechten toekent waarop het aanspraak heeft. Maar de unionisten bedachten erop, dat de Unieregeering termen kon vinden om den Vrijstaat het geld voor zijn onderwijs te onthouden, zoolang het niet het Hertzogisme afzwoer. En daartoe wilde Botha zich niet leenen.
En voorts heette het in het algemeen, dat het ministerie Botha het vertrouwen van Engelschen niet verdiende, aangezien het mannen bevatte als Hertzog en Fischer, die geacht werd uit hetzelfde hout gesneden te zijn, om van Malan niet te spreken.
Naar 't schijnt hebben vele Engelschen aan die roepstem der unionisten gehoor gegeven en de nationale candidaten hun stem onthouden. En dit maakt de overwinning van Botha's kabinet te schooner. Immers kan er uit blijken, dat het, ook zonder den steun van een groot deel van het Engelsche element, over een aanmerkelijke meerderheid kan beschikken. Er zijn voormannen van de Boeren, die voor de verkiezing zoo iets niet hadden durven hopen.