Een Zuid-Afrikaansche muziek-academie.
De heer Bosman di Ravelli pleit in de Volkstem voor de instelling van een Zuid-Afrikaansche muziek-academie. Voor lezers die 't niet weten diene, dat Bosman di Ravelli een pianist is, die zijn naam in Zuid-Afrika heeft gevestigd. De Hollandsche bladen in Zuid-Afrika prijzen hem als een virtuoos en een fijngevoelig kunstenaar bovendien. Bosman is zijn goed Afrikaansche naam; di Ravelli heeft hij er voor de fraaiigheid bijgevoegd.
De heer Bosman - zullen wij hem maar noemen - spot niet malsch met de muziekexamens, zooals die in Zuid-Afrika worden afgenomen. Daar moeten telkens examinatoren voor worden aangevoerd van over zee, uit Engeland natuurlijk. Dat kost handen met geld en het resultaat is maar poover. ‘Ik glo’, zegt hij, ‘ik is reg als ik sê, dat 't reeds twintig jaar is dat ons musiek-eksaminatore importeer van die Royal Academy uit Londen. Die manie van eksamenskrijwe in die musiek was natuurlik die gevolg van die ander opvoedingsstelsel, wat ons ook van Engeland o'ergeneem 't.’ En zoo min, als het gewone onderwijs naar Engelschen trant goed is, is het de opleiding in de muziek, gelijk zij zich richten moet naar die examens voor mannen, die van hun leerlingen niets afweten. Moest het zoo blijven, dan blijft Zuid-Afrika in de muziek in hopelooze middelmatigheid vast zitten.
En, nog een dwaasheid: Voor de beste leerlingen zijn er beurzen beschikbaar. Voor dat geld mogen zij elders hun studie voortzetten. Voortreffelijk! Maar nu zou men denken, dat zij mochten kiezen, waar dat te doen, in Duitschland, in Frankrijk. Neen, ‘jij moet, of jij nou wil of nie, jij moet jou drie jaar op die Royal Academy (te Londen) gaan studeer. Denk alleen aan die geld wat daarheen vloei, en nogal die sisteem voortgeset om ver in Suidafrika die kanker te perpetueer! Die Royal Academy! Ik daag enigeen uit - vervolgt Bosman - om sijn vinger te set op énige wereld-beroemdheid in die musiek, wat alleen op die Royal Academy gestudeer 't! Dit is 'n feit! En die geregvaardige konklusie is: òf die Engelse is onmusikaal (wat hul besweer, hul nie is nie), òf hul metode is vals! Ik laat 't aan die wereld o'er om te oordeel.’
Wat Bosman dan zou willen? Dat er een staatsacademie voor muziek in Zuid-Afrika wordt opgericht. Zuid-Afrika heeft er krachten genoeg voor, meent Bosman. ‘In Kaapland het ons Roger Ascham in Port Elizabeth; Herr Metzler in die Paarl; Dr. Egel in Wellington. Die Vrijstaat het geen musikus nie, maar in die Transvaal kan ik wijs op Henri ten Brink en andere. Als so'n Akademie morgen tot stand kom, sie ik g'n twijfel dat 'n mens onderwijsers genoeg in Suidafrika sou kon krij om dit te vul, en leerlinge ook.’
Zoo pleit Bosman. En het zou ons niet verwonderen, als zijn voorstel spoedig ingang vond. Het gaat alles met stoom in Zuid-Afrika. Wij weten, hoe de inrichting van een volledige universiteit er reeds in overweging is. Misschien komt er wel spoedig meer dan een. Iemand, die zich Vakman noemt en in het maandblad de Unie, van September, schrijft, wil er alleen reeds in Kaapland twee hebben: de Colleges te Kaapstad en Stellenbosch beide tot universiteit verheven.
Johannesburg zal weldra zijn schilderijenmuseum hebben. De stad heeft voor het gebouw een kapitale som uitgetrokken, rijke burgers hebben schilderijen geschonken en geld om andere te koopen. Wij lazen dezer dagen, dat er al stukken voor Johannesburg worden aangekocht, in Engeland natuurlijk.
De Suid Afrikaanse Akademie voor letteren en wetenschap heeft onlangs een werkprogram ontworpen, en nu een hoogeschool voor muziek.
Ook op geestelijk gebied wil Zuid-Afrika meetellen in de wereld.