Afkortingen.
In Zuid-Afrikaansche bladen kan men geregeld vóór namen de letters mnr. zien staan, een afkorting voor ‘meneer’: mnr. du Toit, mnr. Celliers, mnr. Bezuidenhout enz.
Wat een gemak is zoo'n afkorting voor den journalist, die verslag moet geven van vergaderingen, waarop vele heeren spreken, en voor den zetter; wat een gemak voor iedereen, in brieven, op adressen, in alle stukken, waarin namen genoemd worden!
Konden wij dat voorbeeld niet navolgen en ook gaan schrijven van mnr. of dhr. (de heer)? Voor het vrouwelijk geslacht worden bij ons de verkortingen al veel gebruikt: mevr. voor mevrouw, mej. voor mejuffrouw, juffr. voor juffrouw. We zouden er jnr. voor jongeheer (jhr. is eenmaal de afkorting voor jonkheer) en jjuffr. voor jongejuffrouw bij kunnen nemen. Maar het meeste gemak zouden wij uit den aard van mnr. en dhr. hebben.
Andere volken zijn al lang zoo verstandig geweest, dergelijke afkortingen te gebruiken. De Franschman zet eenvoudig M. (Monsieur) voor den mannenaam; de Engelschman Mr. (veelal Esq. achter den naam).
Als onze dagbladen eens met dhr. en mnr. een begin maakten?