Van onze Vertegenwoordiging in het Buitenland.
Uit Australië.
Aan het verslag onzer Vertegenwoordigster is het volgende ontleend:
Mijn tweede rapport dat over 1909 loopt, kan voorzoover het gebeurtenissen betreft die met Nederlandsche belangen en het Alg. Ned. Verbond in verband staan, slechts kort zijn, want behalve het toetreden van eenige nieuwe leden, wat verblijdend is, waar men soms groote onverschilligheid ontmoet onder Nederlanders in den vreemde voor het land hunner geboorte, is er niet veel belangrijks voorgevallen.
De ‘blijde gebeurtenis’ op 30 April staat natuurlijk vooraan. Wij gevoelen dat onze kleine Prinses ons allen toebehoort, en gretig lezen wij de berichten die van verre tot ons komen en die ons Haren voorspoedigen groei en Haar welvaren doen weten.
In den loop van het jaar hebben wij bezoek gehad van twee heeren, komende van Java, en de waarn. Consul, de heer R. Strelitz, kweet zich, als gewoonlijk, van de gastvrijheid die hij bij zulke gelegenheden toont.
Met de andere Staten van Australië neemt de handel met onze Oost-Indische bezittingen toe, en dit zou ongetwijfeld hier ook zoo zijn indien er geregeld stoomvaartverkeer tusschen Java en de West-Australische havens bestond, maar goederen die aan bederf onderhevig zijn, voornamelijk vruchten, kunnen in de tropische gewesten slechts in ijskamers vervoerd worden, en op dit traject komen die zeer zelden voor. Mocht de Koninkl. Paketvaart-Maatsch. er toe overgaan hare lang voorgenomen plannen, om eene verbinding tot stand te brengen, te volvoeren, dan is er weinig twijfel dat de handel die daaruit geboren zou worden hare pogingen wel zou loonen.
Een bezoek van een onzer oorlogschepen, die in de Indische wateren kruisen, zou in Australië met vreugde worden begroet, en de banden van vriendschap tusschen de twee natiën versterken. In West-Australië is zulks nog nimmer voorgekomen en in de overige Staten hoogst zelden en toch hebben de Nederlandsche zeelieden zulk een groot aandeel gehad in de vroege ontdekkingen en ontwikkeling van Australië.
Gaarne vestig ik bij dezen de aandacht van leden van het Verbond op het ‘Koningin Wilhelmina Ondersteuningsfonds’, opgericht door onzen Consul-Generaal in Melbourne, en dat ten doel heeft landgenooten zooveel mogelijk te helpen.
Het bestuur zal met blijdschap de hulp aanvaarden van ieder die belang stelt in zijne pogingen.
ANNA SEMMENS,
Vertegenwoordigster voor Australië.