Ingezonden
Het Ned. lied in den vreemde.
Geachte Redactie,
Met eenige verwondering las ik in de Allerleirubriek van 't Dec.-nummer van Neerlandia 't artikeltje: Het Nederlandsche lied in het buitenland.
't A.N.V. ‘verbreidt het Nederlandsche lied... treedt overal op waar de Ned. stam kwijnt of wordt bedreigd.’ Aldus de omslag van Neerlandia.
Eilieve, meende de samensteller van bovengenoemd berichtje dat mevr. Noordewier geroepen is om propaganda te maken voor 't Nederlandsche lied in den vreemde, of was hij bevreesd dat mevr. N. den Nederlandschen stam in Londen heeft bedreigd?
Zou een zangeres, die een programma heeft samen te stellen voor een haar vreemd publiek, niet in de eerste plaats rekening hebben te houden met de muziek die zij zal zingen, veel later pas met de nationaliteit van de componisten?
En zou uw berichtgever óók niet denken, dat mevr. A. Noordewier - Reddingius wel in staat is om, zonder de hulp van bevoegden en onbevoegden, een programma samen te stellen? Laat hij anders eens op inlichtingen uitstijgen, wie en wat mevr. Noordewier is.
Summa summarum: zou 't niet beter geweest zijn als hij, in plaats van aanmerking op 't programma van haar Londensch concert te maken, zich dankbaar had betoond voor den nieuwen luister die mevr. Noordewier daar door haar succes den Nederl. stam weer heeft bijgebracht, zooals zij dat zoowel in Duitschland als onlangs ook in Weenen deed; dankbaar ook voor de vele oude Hollandsche muziek, die zij op haar kerkconcerten, en nieuwe die zij op haar laatste liederavonden in ons land te hooren gaf?
't Komt mij voor, geachte Redactie, dat de toon van Holland-op-zijn-best- en Holland-op-zijn slechtstartikeltjes tegenwoordig een beetje fanatiek begint te klinken en via de berispingen aan kappers, die zich ‘coiffeur’ noemen en Vlamingen die Fransch spreken, zich als een wanklank doet hooren in bemoeiingen met... anderman's zaken. Van daar mijn bescheiden protest. Met dank voor de vriendelijke opname, hoogachtend,
Leiden, Dec. '09.
A.J.F.
Een kort wederwoord op 't bovenstaande bescheiden protest.
Onnoodig te zeggen dat Neerlandia zich verblijd in den roem der Nederlandsche zangeressen en zangers in het buitenland. Daarvan is zeker ook A.J.F. overtuigd. Wij zijn innig dankbaar voor de vele oud-Hollandsche muziek, die mevr. Noordewier op haar kerkconcerten en nieuwe, die zij op haar laatste liederavonden in ons land heeft doen hooren. Maar nog erkentelijker zouden wij zijn, als zij enkele dier liederen ook in het buitenland had gezongen. Welk een indruk zouden die daar hebben gemaakt, wanneer Neêrland's groote zangeres ze had voorgedragen.
Dan zou men ook in het buitenland hebben geweten, dat er nog Nederlandsche liederen zijn. De vreemdelingen vragen die liederen niet, dat is te begrijpen; maar zij waardeeren ze, wanneer ze gezongen worden. Niet alleen het succes der beide zangeressen, die den zelfden dag als mevr. Noordewier te Londen optraden, maar ook de groote eer, door Spoel's Vocaal Ensemble onlangs weder in Duitschland met Nederlandsche liederen ingelegd, bewijzen dit!
Aan de Nieuwe Courant van 15 Jan. l.l. ontleenen wij het volgende: ‘De andere koren werden ook met animo gezongen, vooral het oud-Nederlandsche liedje