Een plicht van Noord Nederland tegenover de Vlaamsche strijders.
't Is niet nieuw wat ik ga zeggen. Ook niet veel, al betreft het eene zaak van groot belang. Maar er moet op dit aambeeld gehamerd worden, met snelle slagen, dikwijls, voortdurend.
Vlaanderen strijdt en wij? Helpen wij den Vlaming naar ons beste vermogen?
Dat ieder het zijne doe, niet afhoudend vóór de strijd gewonnen is. En waar men geen groote middelen kan gebruiken, stelle men zich te weer met kleine, grijpe iedere gelegenheid aan......
Een uit velen: men gebruike eigen taal voor het adres, wanneer men een' brief te zenden heeft aan Nederlanders of Vlamingen, in Vlaamsch-België woonachtig.
Eén brief of briefkaart, wàt maakt het uit?
Neen, maar die duizenden die, in Nederlandsch gewaad de grenzen overgaan, vormen een machtig geheel. Laat uwe brieven niet als vreemdeling uitgedost, reizen op eigen taalgebied en... zegt het voort.
Rotterdam, Sept, 1909.
L.J. LEFEBRE.