Het Fransche Sluis.
Mijnheer de Redacteur.
Als naar gewoonte bracht ik ook dit jaar weer een bezoek aan het voorm. 4e district van Zeeland; en wel voornamelijk aan het stedeke Sluis, dat ten opzichte van geschiedenis, vertier en vreemdelingenverkeer wel als de voornaamste plaats van dat voormalig district kan worden beschouwd.
Sluis, M. de R. is, alhoewel vlak bij de Belgische grens gelegen, een echt Hollandsche, of wil men liever een echt Zeeuwsche plaats; en de bewoners stellen er dan ook prijs op als Nederlanders te worden beschouwd. Het wekt bij hen dan ook immer eenigen wrevel, dat bij het vermelden van de uiterste grenzen des Rijks, de hemelsbreedte van den Dollard af uitgemeten, haast nooit verder reikt dan tot de Schelde; alsof Zeeuwsch-Vlaanderen minder mêetelt.
Ik geef u de verzekering M. d. R. dat de Zeeuwsch-Vlamingen het zich niet zullen laten ontzeggen dat ze tot Nederland behooren, en dat ze zulks den vreemdelingen toonen in de gehechtheid aan zeden, gewoonten en taal.
Het was dan ook niet zonder groote verbazing en ergernis M. d. R. dat ik bij mijn bezoek moest ontwaren, dat sedert het optreden van den nieuwen burgemeester (een nog jong man met misschien wat cosmopolitischen aanleg) sommige ambtelijke opschriften en aankondigingen zoo waar in het Fransch zijn gesteld! Bij het binnentreden van het eerwaardige stadhuisgebouw, de trots van Sluis, leest men woordelijk de volgende mededeeling:
‘L'Hôtel de ville et le Musée d'Antiquité sont à visiter de 10-5 Heures.
Prix d'entrée 10 centimes (sic) par personne.
Pour boire défendu.’
Ik merk hierbij nog op, dat dit Fransche verhaal geene vertaling is van een daaraan voorafgaanden Hollandschen tekst.
Ook op een der hoeken van het Marktplein, in welks midden de Oranje-Linde prijkt, leest men op een bord met handwijzer:
‘Le Musée d'Antiquité.’
In België zijn dergelijke aankondigingen en wegaanwijzingen gesteld in het Vlaamsch èn in het Fransch. In de Zeeuwsche stad Sluis bedient men zich in dezen enkel van de Fransche taal. Klinkt het niet ongeloofelijk?!
Het wil mij voorkomen M. d. R. dat het Sluische stadsbestuur in deze eigen taal verloochening een hoogst afkeurenswaardige daad pleegt: eerstens omdat het zich tegenover een groot gedeelte van eigen volk onverstaanbaar maakt; en tweedens omdat het zich in een vernederend en belachelijk daglicht stelt tegenover de vele ‘Zuider-broeders’ die Sluis des zomers bezoeken, en die, het zij tot hunne eer gezegd, alle pogingen in 't werk stellen om hunne moedertaal te verheffen en te doen eerbiedigen.
Ik dank u Mijnheer de Redacteur voor de opname.
Gouda, 29 Oct. 1909.
M.C. HENNEQUIN.
Elk lid brenge ten minste 2 nieuwe leden per jaar aan!!