Jong-Indië naar Nederland?
Door het Groepsbestuur in Nederlandsch-Indië is de aandacht van den Gouverneur-Generaal gevestigd op het wenschelijke, voor eenige der best geslaagde leerlingen van Indische onderwijsinrichtingen, de mogelijkheid te openen, hun studiën in Nederland op 's lands kosten te vervolgen.
Het bestuur wijst er op dat daardoor reeds betoonde ijver, toewijding en geschiktheid beloond zouden worden; dat tevens een prikkel zal worden in het leven geroepen voor velen, om zich ernstig toe te leggen op hun studiën; dat verwacht mag worden in de uitverkorenen, later een kern van goed onderlegde jongelieden te verwerven, wier kennis en ervaring ook aan Indië ten goede zullen komen.
Naar de meening van het Groepsbestuur zou de keuze moeten gedaan worden, voorshands uit de leerlingen van de scholen voor middelbaar en vakonderwijs en van de school tot opleiding van Inlandsche artsen.
Het mag zeker als vaststaand worden aangenomen, dat studie en een verblijf in Nederland, voor goed aangelegde en goed onderlegde jongelieden in hooge mate bevorderlijk zal wezen aan hun algemeene ontwikkeling.
Daar Indië dringend behoefte heeft aan uitstekende werkkrachten en ender de vele, Indo-Nederlandsche zoowel als Inlandsche, jongelieden, die het onderwijs in de tropen volgen, er stellig zijn, in wie de geschiktheid voor hooger ontwikkeling aanwezig is, moet de gelegenheid geopend worden, van de, ook in Indië, voorhanden stof gebruik te maken. Indië heeft nu eenmaal geen scholen voor hooger onderwijs en de weinige inrichtingen voor technisch- of vakonderwijs gaan niet ver genoeg om bevrediging te schenken aan hen, die aanleg en geschiktheid hebben, om zich voor meer dan het gewone handwerk te bekwamen. Het is een eisch van billijkheid, dat althans aan de besten onder de Indische jongelieden, den weg geopend worde, zich voor meer belangrijke en ook goed bezoldigde betrekkingen te bekwamen, dan waartoe thans de gelegenheid bestaat. Voor de bemiddelden in Indië staat wel is waar de weg om kennis en ontwikkeling in Nederland op te doen reeds open, maar voor de vele onbemiddelden daar, is de mogelijkheid daartoe beslist afgesloten.
Wij hopen, dat het Groepsbestuur, 't welk in den vorm van een verzoekschrift, zijn voorstel aan den Gouverneur-Generaal omstandig toelichtte en in groote trekken den te volgen weg om tot het doel te geraken aangaf, een bevredigend antwoord zal mogen verwerven; dat de Indische Regeering gehoor zal geven aan de Haar ter kennis gebrachte, verstandige en billijke wenschen.