Neerlandia. Jaargang 13
(1909)– [tijdschrift] Neerlandia– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermdOost-IndiëDe vooruitstrevende beweging in Indië van twee zijden bekeken.Dr. L.W.C. van den Berg behandelt in de Gids van September, de Nederlandsch-Indische inboorlingen-politiek. Hij wijst op het bestaande dualisme tusschen Europeanen en Inlanders, waarbij de Aziaten als minderwaardig worden beschouwd. Het Indische stelsel van een administratief en juridisch dualisme tusschen overheerschers en overheerschten is, volgens hem, niet Christelijk maar Mohammedaansch. De Arabische Chalief Omar (634-644) heeft dat, in de door hem veroverde landen reeds op Christenen en de Joden toegepast; dat Mohammedaansche stelsel heeft verhinderd, dat overheerschers en overheerschten tot één volk samen smolten. Het dualisme in Nederl.-Indië is, in beginsel, hetzelfde als dat van Chalief Omar, alleen met verwisseling der rollen, doch met hetzelfde gevolg. Het paste uitstekend in het monopoliestelsel der O.-I. Comp, en later bij het cultuurstelsel. Sedert het midden der vorige eeuw is men begonnen de meeste voor Aziaten geldende instellingen wettelijk te regelen in Westerschen zin, maar meestal werd zorgvuldig vermeden voor hen hetzelfde te bepalen, wat voor Westerlingen gold; er bleef verschil. Die bijzondere toestand der Westerlingen vormt, uit een rechtskundig oogpunt, een met de Christelijke beginselen onvereenigbaar kasten-privilegie; ook uit een economisch standpunt is hij hinderlijk en bezwarend; en staatkundig moet het voortbestaan van het dualisme zelfs gevaarlijk worden geacht. Indië is onverdedigbaar tegen vijanden van buiten zoolang niet de band tusschen Aziaten en Westerlingen hechter en sterker is geworden. Jong-Indië toont nu dat dualisme te willen verbreken en door eigen ontwikkeling zich te ontworstelen aan den druk der minderwaardigheid; zelfs bestaat de neiging de taal gelijk te doen zijn voor allen en niet langer het Maleisch, maar het Nederlandsch als algemeene omgangstaal aan te nemen. Dr. L.W.C. van den Berg zegt dan in dat verband: ‘Het behoeft geen betoog, welke beteekenis deze uit het volk zelf voortgekomen... beweging kan erlangen voor de toekomst onzer taal en voor de versterking van den band tusschen Nederland en het Verre Oosten, waar aldus misschien eenmaal een Grooter Nederland kan ontstaan.’ De schrijver wijst vervolgens uitvoerig op de beweging, waarvan Boedi Oetoms de kern uitmaakt, ook in verband met het voorafgegane ontwaken van andere Aziatische volken en komt dan ten slotte tot het besluit, dat de Aziaten in Nederlandsch-Indië beginnen te begrijpen: ‘dat zij niet door hunne adats en adatjes mogen blijven in hun intellectueel en economisch isolement, hoe zij niets liever wenschen dan over te nemen van de Westerlingen, wat dezen beter hebben dan zij, hoe zij aan het wereldverkeer willen gaan deelnemen, in Indië liefst naar de wijzen en gewoonten der Nederlanders, hoe zij in één woord anders willen worden dan zij zijn’.Ga naar voetnoot*) Dr. L.W.C. van den Berg meent dan ook dat aan het streven der Aziaten in Indië om in den kring der Westersche natiën te worden opgenomen moet worden tegemoetgekomen, en dat onze inboorlingen-politiek zich daarnaar zal moet wijzigen. Prof. H. Kern, die in zijne Rede, uitgesproken op het in Augustus 1908 te Leiden gehouden Taal- en Letterkundig Congres, het streven naar ontwikkeling onder de Jong Indiërs ook ter sprake bracht en zich, op nieuw, een overtuigd voorstander toonde van het benutten der Nederlandsche taal tot bevordering van die ontwikkeling, nam echter tegen het doen opnemen der Javanen in den kring der Westersche natiën zeer beslist stelling. Hij predikte zelfs onthouding van werkdadige inmenging en waarschuwde tegen stappen om de Javanen te vereuropeeschen.Ga naar voetnoot*) Prof. Kern zeide: ‘De Javaan moet Javaan blijven, liefst een hoog ontwikkelde Javaan, maar een Javaan. Een volk dat zijn eigen karakter verliest, wordt karakterloos. “Verbeteren” moet de leuze wezen, niet “verdraaien” of | |
[pagina 206]
| |
“vernielen”.’ Geheel anders dus dan Dr. L.W.C. van den Berg.
In het orgaan van het A.N.V., dat zich liefst onthoudt van inmenging in de staatkunde, is een oordeel over de Nederl. Indische inboorlingen-politiek minder op zijn plaats. Wel daarentegen een woord over de taal. Waar de Aziaten in Nederl. Indië neiging toonen zich de Nederl. taal eigen te maken doen zij dat, naar vermeend wordt, omdat zij inzien, met behulp van die taal hunne geestelijke ontwikkeling te kunnen bevorderen, geenszins uit liefde tot die taal om haar zelve. Waar het A.N.V. strijdt tegen de verdrukking van de Nederlandsche taal in Vlaandederen, omdat de Vlamingen hun eigen taal, die hun lief is en waarmede zij zich zelf zijn, willen behouden, gaat 't niet aan, den Aziaten in Nederl. Indië het Nederlandsch op te dringen. Nu in verschillende deelen van Europa, in Bohemen, in Oost-Pruisen, in Vlaanderen blijkt hoe zeer de volken aan hun taal gehecht zijn, nu steeds de leuze ‘de taal is gansch het volk’ wordt gehuldigd, moet omzichtig worden te werk gegaan. Zoomin als de Czech of de Pool tot Duitscher, zal een Javaan, met behulp van de taal, tot Nederlander kunnen worden gemaakt. Wèl zal de kennis der Nederlandsche taal onder een bepaalde klasse van Inlanders, door Prof. Kern in zijne Rede aangeduid, kunnen en moeten bijdragen tot bevordering van de ontwikkeling en daardoor van den welstand des volks; van een algemeen aannemen onzer taal door de Inlandsche volken onder Nederland's beheer, zal wel nimmer sprake kunnen zijn; en het A.N.V., dat voor de handhaving der Nederlandsche taal waakt, waar leden van den Nederlandschen stam gevaar loopen in het gebruik hunner moedersprake te worden belemmerd, mag niet in Indië het euvel bedrijven, dat zij elders te keer gaat. Iets anders echter is het, 't gebruik van het Nederlandsch als omgangstaal tusschen de Westerlingen en de vooruitstrevende Aziaten in onzen Archipel te bevorderen, en daarmede de ontwikkeling dier Aziaten in het algemeen te baten. In dien zin moet zeker de verbreiding van de Nederlandsche taal, als nevendoel, voor het Verbond, worden opgevat. |
|