Gewesttaal en Gemeenelandstaal.
Hoog in den Atlantischen Oceaan, ongeveer halverwege tusschen Schotland en IJsland liggen de Färöer, een groep van 22 eilanden, te zamen een 54 vierkante mijl grond beslaande. De bevolking is schaarsch, een 18,000 zielen, maar zij roemen in een eigen taal. Of eigenlijk zijn er twee talen op het eiland in gebruik: het Deensch - de eilanden behooren tot Denemarken - en het Färöisch, dat evenals Deensch een tak is van den Noorschen taalstam. Het Deensch is er de gemeenelandstaal, ongeveer wat het Nederlandsch is voor de streken van ons land, waar men een eigen gewestelijke taal spreekt. Het Färöisch is gaandeweg ook schrijftaal geworden; men is het gaan bestudeeren, heeft oude liederen en sprookjes, door de mondelinge overlevering bewaard, opgeteekend; enkelen hebben er eigen werk in geschreven; er verschijnen nu bladen in. Deensche geleerden hebben van harte aan die beweging hun steun gegeven.
Maar nu is in den laatsten tijd een nieuwe geest in de eilandbewoners gevaren. Er zijn er onder, die hun land van Denemarken willen afscheiden en een eigen rijk vormen. En daarmee verbinden zij een streven om de Deensche taal buiten de deur te zetten. Het Färöisch, zoo heet het, is onze moedertaal, Deensch een vreemde taal, waar wij niets mee te maken hebben.
De Denen zeggen - en verstandige mannen op de Färöer zeggen het hun na - dat de menschen daar hun Färöisch terecht in eere houden, het vrijelijk spreken en schrijven kunnen, maar alleen tot hun eigen nadeel den band met het Deensch zouden doorsnijden. Het Deensch is een taal met een oude en rijke letterkunde; er is een Deensche wetenschap, in de geleerde wereld hoog gezien; er is een wijd veld van Deensche beschaving. Door het Deensch prijs te geven zouden de Färöers hun gezichtskring beperken, hun geestelijk leven verarmen. Gelijk de Kaapsche minister Malan nog onlangs zijn volk heeft vermaand: houdt verband met de wereld buiten uw land! zoo zeggen de Denen tot hun stamgenooten op de Färöer: blijft het Deensch mede als uw taal beschouwen en zoo voeling houden met de beschavingswereld, die het Deensch u opent!
In Noorwegen - wij schreven er voor eenigen tijd over - openbaart zich een zelfde streven naar afscheiding op taalgebied, maar de beweging voor behoud van de rijkstaal, d.i. het Noorsche Deensch, wint er tegenwoordig aan kracht. Men gaat er meer en meer inzien, dat het prijsgeven van de taal, die het land eeuwen lang zijn beschaving heeft toegevoerd, verlies aan geestelijk bezit zou beduiden. Dat zal men op de Färöer denkelijk ook wel inzien, op den duur.
En wat de Afrikaanders zouden missen, als zij zich van het Nederlandsch als gemeenelandstaal ontdeden, dat zegt hun prof. Paul Fredericq in het artikel dat wij elders in dit blad weergeven.