Het Nederlandsche Lied.
De vereeniging van dien naam, gesticht door den heer Coers, heeft haar leden in den laatsten tijd verrast door een paar bundels oude liederen en de belofte van meer.
Eerst verscheen de ‘Eerste aflevering van: een Nieu Liedt-boeck genaemt den Druyven-tros der amoureusheyt: in hem begrijpende veelderhande amoureuse liedekens, te vooren in druck noyt uytgegaen, gecomponeert door Pieter Lenaerts van der Goes, 1602. Van aanteekeningen voorzien door Prof. dr. J. te Winkel.’
Nu weer zijn het Zes Kerstliederen met hun door M.J. B(ouman) karakteristiek bewerkte begeleidingen, die de aandacht vragen.
‘Onze Volksliederen - de uiting van het volksleven der Nederlandsche natie in het verleden en in het heden, schoon in hunne echtheid en juist daardoor de zuivere spiegel van volksliefde, volksleed, moed, geloof en vaderlandsliefde, - zijn waard, luide gezongen te worden en te klinken door het gansche land, om den ouden moed te herwekken, het oude karakter te doen herleven, de volksziel bij de herkenning van eigen schoonheid en waarde opnieuw te doen ontwaken.’
Dit ware woord is uit een ‘L.S.’, waarin het doel der vereeniging wordt aangewezen.
Wie kan, steune het mooie streven van de vereeniging ‘Het Ned. Lied’ krachtig.