Neerlandia. Jaargang 13

Mededeelingen en allerlei

Nederlandsche Scholen in Duitschland.

De Deutsche Wochenzeituug für die Niederlande und Belgien schrijft:

Met recht maakt de Nederlandsche pers zich boos over den druk, dien de overheid in Duitsche nijverheidstreken uitoefent op de vele Nederlanders, die daar zijn. Met name de leerplicht of liever de geldelijke lasten, die daaraan zijn verbonden en voor arbeidersgezinnen te zwaar zijn, worden krachtig bestreden. Maar waarom, vraagt het blad, richten de Nederlanders dan niet eigen scholen op? Het is niet noodig, dat het kostbare gebouwen worden en behoeft dus niet duur te wezen? Met behulp van de consuls zou er van de vele gegoede Nederlanders, die er in de Rijnprovincie wonen, van het Algemeen Nederlandsch. Verbond, van de Nederlandsche en Duitsche regeering en door inzameling in Nederland wel geld voor te vinden zijn. Ook zouden ouders naar hun draagkracht schoolgeld kunnen opbrengen.

Van de Duitsche regeering verwacht het blad, dat zij wat betreft de onderwijzers en het leerplan even tegemoetkomend zou zijn als de Nederlandsche ten opzichte van Duitsche onderwijzers en Duitsche scholen hier te lande. En het hoopt, dat het Duitsche volk vrijzinnig en verstandig genoeg zal wezen, om niet te verlangen, dat er van die jonge Friezen en Geldersmannen in Duitschland met alle geweld Pruisen gemaakt worden. Duitschland heeft anti-nationale onderdanen genoeg. Als dus de Nederlanders maar geld er voor over hebben om hun landgenooten over de grens te helpen hun volksaard en taal te behouden!

* * *

[p. 189]

Wij hebben getracht volledige gegevens te verkrijgen over het aantal Nederlandsche werklieden in Duitschland, maar konden vooralsnog niet meer te weten komen dan wat we in 't Febr.-nr. al meldden, dat n.l. volgens eene mededeeling van den waarn. consul te Dortmund het aantal mijnwerkers in het Ruhrgebied op 1 Juli 1907 totaal 311.649 bedroeg. Hieronder waren 25.748 vreemdelingen, waarvan 3.879 Nederlanders en 148 Belgen.

Van 1 Juli 1906 tot 1 Juli 1907 is het aantal Nederlandsche mijnwerkers in het Ruhrgebied gestegen van 3.081 tot 3.849.

Het grootste aantal Nederlanders, bij één schacht werkzaam, bedroeg 131. Op deze schacht, n.l. ‘Osterfeld’ bij Osterfeld, volgen ‘Westende’ te Meiderich met 127 en ‘Concordia 2 en 3’ te Beeck met 121 Nederlanders.

Na de uitvoerige beschouwing van Jhr. Mr. O.A.F.M. van Nispen tot Sevenaer over het Nederlandsch Onderwijs in het Buitenland, opgenomen in het Febr.-nummer behoeven wij hier niet nogmaals een pleitrede te houden over het nut en de noodzakelijkheid om talrijke Nederlandsche kolonies in den vreemde door onderwijs in de moedertaal niet voor ons volk te doen verloren gaan.

Het vraagstuk van Nederlandsche Scholen in het Buitenland blijft in het A.N.V. aan de orde.