Neerlandia. Jaargang 13
(1909)– [tijdschrift] Neerlandia– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 168]
| |
Schelknopjes-Fransch in Hollandsche hotels.De Hotelhouder, officieel orgaan van den Nederl. Hotelhoudersbond, is een beetje geschrokken van mijn stukje in het Mei-nummer van Neerlandia, over het schelknopjes-Fransch in een Utrechtsen hotel. Tot antwoord zet het blad in het nummer van 19 Juni 1909 mij een schotel voor, die misschien nog het best met ‘bouillabaise’, den naam van zeker Parijsch gerecht, te bestempelen is. Ik weet althans geen goede Hollandsche betiteling voor dit voortbrengsel van culinairen ijver, waaraan het pikante in den vorm van ‘onkunde’, ‘weinige kennis van dingen waarover (sommige menschen), schrijven’, ‘nare betweters’, ‘uitingen van onrijpe ontwikkeling’, ‘bekrompenheid’ en wat dies meer zij, niet ontbreekt. In het 3 kolommen lange stuk, dat voor de helft uit overdrukken uit Neerlandia en De Kampioen is samengesteld, leest men, dat met sommelier de ‘hotel-restaurant-kellner’ wordt bedoeld. En uit het Offertenblatt des internat. Hotelbes.-Vereins (dat de houder van het genoemde Hotel zoo vriendelijk was, mij toe te zenden), blijkt dat als vakterm het woord ‘sommelier’ méér in gebruik is, althans in de Nederlandsche, Duitsche en Belgische hotels; merkwaardig genoeg komt in de 8 bldz. geen enkel Fransch hotel voor. We lezen in het Offertenblatt van sommeliers d'etage, s. de restaurant, s. de salle, enz. Onder de eersten zou men dus b.v. moeten verstaan verdiepings-hotel-restaurant-kellners; dat het er met de woordverklaring van De Hotelhouder niet beter op wordt, is niet mijne schuld. Maar hoe het zij, al was de uitdrukking ‘sommelier’ (wie bezorgt me nu eens de afleiding van dit woord?), in het besproken geval ook nog zoo juist en ik zelf, om met Justus van Maurik te spreken, het grootste ezelsveulen van Japan, dat neemt niet weg de billijkheid van den eisch: In de hotels van Nederland behoort een Nederlander voor zijn Nederlandsch geld met Nederlandsche taal bediend te worden. ‘Slaet al wat Kwaepenninck is,
Slaet Kwaepenninck aen den disch!’Ga naar voetnoot*)
Wie dat niet wil inzien, wie hardnekkig een vreemde taal de alleenheerschappij wil doen voeren uit vrees voor niet voornaam genoeg te worden gehouden; wie niet begrijpen wil dat hij daardoor het nationaal gevoel beleedigt, loopt niet alleen materieel gevaar, doch ook moreel in dien zin, dat men hem gaat rangschikken onder de (ik gebruik de Spaansche peper-termen van De Hotelhouder) ‘nare betweters’; onder hen, die geplaagd worden door ‘onkunde’, ‘onrijpe ontwikkeling’ en ‘bekrompenheid’. Daarom bewijst het Offic. org. v.d. Hotelhoudersbond zijnen lezers geen dienst, met ze te willen stijven in hunne verachting voor de moedertaal. Laat De Hotelhouder letten op de teekenen des tijds; laat het blad bedenken, dat onder de dertienduizend lezers van Neerlandia met enkel behoort, ‘'n zekere v.d. S. uit een plaatsje ergens in de buurt van H.’, doch dat daaronder zijn mannen met klinkende namen, van hooge ontwikkeling, tot de invloedrijksten in den lande en in de koloniën te rekenen, die, ik ben er van overtuigd, geheel aan Neerlandia's zijde staan. De Hotelhouder vermeldt ten slotte een (een vermoedelijk anoniem) dreigement aan den eigenaar van de besproken inrichting: ‘Verandert uwe Fransche benamingen, want anders zal ik in de Touringclub propaganda gaan maken en onder mijne kennissen van andere hotels gebruik maken in U.’ - Dat is niet zeer vriendelijk. - Mij komt het intusschen voor te zijn het werk van een grappenmaker; misschien wel van dezelfde soort, die den eigenaar ertoe bracht, mij De Hotelhouder te zenden met de kantteekening: ‘Het zal mij zeer aangenaam zijn u mijn hotel verder niet meer bezoekt’ (!!) L.F. VAN DER SMAN, Arts. Geesthacht, 3 Juli 1909. | |
Naschrift.In de woordenboeken vindt men voor sommelier: keldermeester, spijsverzorger, bottelier. ‘Die mijnheer, die volgens zijn zeggen zoo goed met de Parijsche hotels op de hoogte is’ (Ingezonden stuk Kampioen 18 Juni), is dus volkomen in zin recht, wanneer hij den sommelier ‘kelderen’ wil. Dat er Fransche hotels zijn, waar dit woord verkeerd gebruikt wordt, is geen reden tot navolging. Wanneer zal men nu eens in Nederland den ‘kellner’ gaan kelderen, om den eerzamen ‘bediende’ van vroeger op den troon te herstellen? Komaan, Hôtel der Nederlanden, geef eens een goed voorbeeld! |