De brievenpost in de Bataklanden. (Tapanoeli)
Het vervoer der brievenmaal is beter geregeld, dan men allicht bij de nog veelszins gebrekkige verkeersmiddelen
No. 7. De kerapaten (het inheemsche hof van justitie) te Kaban Djahé, van buiten gezien.
zou verwachten.
Postkantoren zijn er te Si Bolga (Siboga), te Padang Si Dimpoean en te Taroetoeng.
No. 8. De kerapaten, van binnen gezien. In de vooruitspringende hokjes zitten de handlangers der vijf rechters, die elkaar het oordeel toeschreeuwen, dat hun binnen-zittende rechter (landschapshoofd) heeft geuit. Achter de open hokjes, waarin de rechters zitten, zijn slaapplaatsen voor hen.
Dank zij de booten der Koninklijke Paketvaart-Maatschappij staat Si Bolga zoowel met Padang als met Sabang in geregelde verbinding en heeft men dus ongeveer elke week een brievenmaal uit Nederland (afwisselend met de stoomschepen der Maatschappij Nederland en van den Rotterdamschen Lloyd vervoerd). Bovendien heeft men een overland-post van en naar Fort de Kock (en Padang), drie maal per week. De brieven worden daar vervoerd door een zoogenaamden ‘aannemer’. De overbrenging geschiedt over dien afstand bijna geheel per postkar, door twee paardjes getrokken. Op bepaalde plaatsen staan wisselpaarden gereed. Tusschen Groot- en Klein-Mandaïling verkiest men het vervoer per ‘pikoel’-paard (draagpaard) langs den Loeboeweg boven dat langs den prachtigen maar erg slingerenden grooten rijweg over Maga, terwijl voorts van Moeara Si Pongi tot