Een vereenigd Zuid-Afrika.
Wie had gedacht, dat zoo kort na den bitteren oorlog de aanvoerders uit de vijandige kampen bijeen zouden komen om een grondwet te ontwerpen voor een vereenigd Zuid-Afrika? En dat op hun vergaderingen, naar veler getuigenis, de vroegere tegenstanders met waardeering voor elkander en eensgezind hebben samengewerkt? Waarlijk, Zuid-Afrika is een land van verrassingen.
Of moest juist die oorlog er zijn om de veete uit te wisschen? Moest in dat helsche vuur de keten worden samengesmeed? Het nieuwe Italië, het nieuwe Duitsche Keizerrijk wonnen ook hun eenheid in een bloedigen oorlog. Maar neen; daarbij ging 't toch anders. De eenheid werd daar verworven door samen te strijden tegen een gemeenschappelijken vijand. Hier zijn het de vijanden, die elkaar de hand geven en zeggen: ‘Wij willen zijn een enkel volk van broed'ren.’ En de wereld ziet vol verbazing toe.
In een opzicht gaat de vergelijking met Italië en Duitschland toch wel op. Er is een gemeenschappelijke vijand, waartegen Afrikaanders en Engelschen in Zuid-Afrika gezamenlijk front willen maken: Downingstraat. Dat is niet het Britsche Rijk, waaraan Hollandsche en Engelsche Afrikaanders nu om strijd hun aanhankelijkheid betuigen; ook niet de zittende rijksregeering, want haar danken Transvaal en Transoranje het zelfbestuur, dat een Unie van Zuid-Afrika mogelijk maakt. Downingstraat is het bewind van het ministerie van koloniën over Zuid-Afrika, de inmenging van Engeland in de aangelegenheden van Zuid-Afrika. En daarvan heeft men ginds veel ellende beleefd. Milner vertegenwoordigde Downingstraat, en onder hem is de ware verzoening tusschen Afrikaander en Engelschman in Zuid-Afrika tot stand gekomen. Zij maakten samen een plan om van die voogdij eens en vooral ontslagen te worden en te zorgen, dat Zuid-Afrika zonder bemoeienis van buiten af ongestoord kon gaan werken aan zijn eigen heil.
Daar kwamen verstandelijke overwegingen bij. Er was gevaar voor een tarievenstrijd tusschen de koloniën, werden zij financieel niet een. Vier volledige regeeringen en volksvertegenwoordigingen bij zoo weinig talrijke bevolking werd, vooral nu de oorlog een nasleep van groote armoede had gehad, te duur. En ten slotte trok het trotsche denkbeeld om een groote staat te worden als Canada, als het Australische Gemeenebest de zelfbewuste Zuid-Afrikanen aan.
Dat stoute denkbeeld heeft vele Afrikaanders al lang voor den geest gestaan, schoon in anderen vorm dan dat nu staat verwezenlijkt te worden. Ja, in Engeland hebben mannen van gezag wel beweerd, dat de oorlog onvermijdelijk was, omdat de Afrikaanders streefden naar een vereenigd en vrij Zuid-Afrika. Niet zonder ons, heeft toen Engeland gezegd, en het heeft Zuid-Afrika zijn macht opgelegd. De Afrikaanders hebben die macht aanvaard en zoo zal het een Unie worden ‘onder de kroon van Groot-Brittanje en Ierland.’ Zoo we niet vrij kunnen zijn, schreef onlangs een Afrikaander medewerker van de Volkstem, dan onder Engeland en geen enkel ander.
Zeker is het, dat, bekrachtigen de Parlementen der vier betrokken koloniën - de Kaap de Goede Hoop, Natal, Transvaal en Oranje Vrijstaat: zoo zullen onder de Unie hun namen zijn - en van Engeland dit wetsontwerp, Zuid-Afrika onder de Britsche kroon een groote mate van vrijheid zal hebben. Het zal vrij zijn om zijn eigen zaligheid te bewerken. En zoo kan er voor het sterke ras van blanken, dat er in dat in vele opzichten rijk begenadigde land woont, nog een grootsche toekomst liggen.
Wij voor ons verheugen er ons in - wij hebben het al gezegd - dat in de grondwet van Zuid-Afrika het beginsel van volkomen gelijkheid van beide nationaliteiten en van beider taal is neergelegd. Het ontwerp zelf is opgesteld en geteekend zoowel in het Hollandsch als in het Engelsch. Het Hollandsch is