De Hollanders en de Japansche beschaving.
Dr. Pinkhof schreef in het N. Tijdschrift voor Geneesk.:
Op een zeer schoone plaat, bijlage der Deutsche med. Wochenschr., No. 47, naar een Japansche aquarel uit de 18e eeuw, dat zich in het geneeskundig-historisch museum te Berlijn bevindt, ziet men een buitenlander, zeer waarschijnlijk een Hollander, afgebeeld, die het lijk van een schoon Japansch meisje ontleedt. Eugen Holländer levert hierbij een belangwekkend bijschrift, waarin eraan wordt herinnerd, dat de Nederlanders na de verdrijving der Portugeezen de eenige Europeanen waren, die in Japan kwamen. Hun geneeskundigen gebruikten op hun reizen de tolken als assistenten, en deze werden voorposten der Europeesche geneeskunst. De Chineesche wetenschap wilde intusschen zijn invloed niet verliezen en werkte vreemdelingen zooveel mogelijk tegen. Vóór 1858, toen Pompe van Meerdervoort, na verkregen verlof, doch onder groote opwinding der bevolking, in de door hem in 1848 gestichte geneeskundige school te Nagasaki een lijkopening verrichtte, had slechts in 1774 of '75 een sectie plaats gehad, en wel om uit te maken, of de Europeesche of wel de Chineesche ontleedkundige afbeeldingen juist waren. De tegenstanders van het ‘blanke gevaar’ maakten van dit feit gebruik om de vreemdelingen voor menschen-slachters uit te maken. De aquarel is vermoedelijk in dien geest vervaardigd, doch kan nu dienen als getuigschrift voor de beteekenis van de Hollanders voor de Japansche beschaving.