Briefwisseling.
Niet lang geleden is er een commissie uit het Verbond gevormd met het doel briefwisseling tot stand te brengen tusschen de, over de geheele wereld verspreide Nederlandsch-sprekenden. Eigenlijk is dit plan in Zuid-Afrika het eerst geopperd en heeft man van daar de hulp van het Verbond ingeroepen, die natuurlijk met groote blijdschap is verleend.
De commissie hier in Nederland bestaat uit de heeren Dr. H.J. Kiewiet de Jonge, Dr. Leo Fouché, Dr. N. Mansvelt, mej. A. Mongers, mej. Dr. A.J. Nijland, Dr. J.B. Schepers, Dr. J. Wicherinck en Frederik Rompel, als secretaris.
Het bekende maandschrift, De Unie, te Stellenbosch, werd in Zuid-Afrika het orgaan dezer briefwisseling. Bij de redactie gaven zich de Z.-Afr. jongelui op. Hier deden de Hollandsche jongens en meisjes het, door middel hunner onderwijzers en onderwijzeressen en leeraren en leeraressen, bij den secretaris dezer commissie.
Na korten tijd was een vijftigtal Zuid-Afrikaanders met Hollanders in briefwisseling gebracht. En nu komt van alle zijden bericht dat de brieven zoo opgewekt en zoo gezellig zijn.
De boel loopt.
Zuid-Afrika is ons nu echter voor. Er zijn meer jongelui daarginds die met Hollandsche of Vlaamsche jongelui in briefwisseling wenschen te treden dan hier. Dat komt omdat er in Europa nog te weinig openbaarheid aan gegeven is. Dit heeft men opzettelijk gedaan. Men wilde eerst eens zien hoe het ging en welke bezwaren zich in de praktijk zouden kunnen voordoen. Maar nu men wat ondervinding heeft opgedaan en weet, wat men moet doen en wat men moet vermijden, nu stelt de secretaris, de heer Frederik Rompel, Wijnstraat 81, Dordrecht, zich gaarne beschikbaar tot het geven van inlichtingen. Voorloopig bepalen wij ons nog tot het laten voeren dezer briefwisseling onder verantwoordelijkheid van hoofden en onderwijskrachten van scholen. Aanzoek om vormen ter invulling der namen van leerlingen die briefwisseling met Zuid-Afrika, Vlaanderen, Oost-Indië en West-Indië wenschen, kunnen worden gericht tot den secretaris dezer commissie.