gemakkelijk te maken door hun een vriendenkring te wijzen, die hen met alle welwillendheid zal ontvangen.
Chr. Jongelings-Vereenigingen op vele plaatsen hebben zich bereid verklaard aankomende landverhuizers, over wie ons Verbond inlichtingen verschaft behulpzaam te zijn.
Wie dus familie-leden of vrienden heeft, welke zich naar 't Buitenland zullen begeven, wijze hen op 't adres der Commissie voor deze zaak, waar ook gaarne alle mededeelingen aangaande bedoelde personen worden ingewacht.
(Zij, die naar Noord-Amerika gaan wenden zich bij voorkeur tot den heer W. Wagenaar, Goudschestraat 30, Rotterdam, bij wien tevens introductie-brieven voor Amerikaansche Chr. Jongelings-Vereenigingen en verdere inlichtingen verkrijgbaar zijn.
Voor Zuid-Amerika is 't adres bij den heer J.Ph. Marmelstein, Reyer Anslostraat 28, Amsterdam).
De Commissie voornoemd:
J.Ph. MARMELSTEIN, Reyer Anslostr. 28, Amsterdam. |
W. LIOTARD, Stationsweg 3, Rotterdam. |
W. WAGENAAR, Goudschestr. 30, Rotterdam. |
P. v.d. AKKER, Delftschepoortpl. 7, Rotterdam. |
J. HOOGWERF, Gorredijk (Fr.). |
J.H. TIMMER, Heiligerlee (Gron.). |
Potchefstroom, 15 Mei 1908.
Mijnheer de Redacteur,
Als lid van het Algemeen Nederlandsch Verbond en iemand, die belang stelt in zijn vooruitgang, van wege het groote nut, dat dit Verbond heeft ook voor ons hier, zou ik gaarne het volgende onder de aandacht brengen van het Bestuur en de leden van ons Verbond. Er is namelijk iets in de statuten van deze vereeniging, dat bij verscheidene Afrikaners een struikelblok is, om als lid toe te treden.
Zooals in de statuten omschreven, beoogt het Algemeen Nederlandsch Verbond de verhooging van de zedelijke en stoffelijke kracht van den Nederlandschen stam en is het werkzaam voor de handhaving en verbreiding van de Nederlandsche taal. Nu is het een feit, dat er hier honderden Afrikaners zijn, die zich niet kunnen rekenen te behooren tot den Nederlandschen stam en ook zijn er velen die voelen voor de handhaving van hun eigen taal, maar op het standpunt staan, dat de Nederlandsche taal de hunne niet is. Bij hen heerscht de indruk, dat het Algemeen Nederlandsch Verbond eene vereeniging is, waartoe alleen Hollanders kunnen toetreden als lid.
Dit is nu wel niet het geval, maar de statuten geven er wel aanleiding toe. Zou het niet mogelijk zijn, dat er een zoodanige verandering werd aangebracht, dat dit bezwaar niet meer werd gevoeld. Hoe zou het zijn, als men aan de zinsnede: ‘Het is werkzaam voor de handhaving en verbreiding van de Nederlandsche taal’, toevoegde: ‘in al hare vertakkingen, n.l. Hollandsch, Vlaamsch en Afrikaansch-Hollandsch’ of iets in dien geest. Door het Afrikaansch-Hollandsch officieel te erkennen zal het Verbond hier veel meer in de smaak van de Afrikaners vallen en zijne werkzaamheid hier brengen op een terrein, waar het de beste kansen tot slagen heeft. De broeders in Nederland behoeven zich er heusch niet ongerust over te maken, dat het Afrikaansch-Hollandsch zich zal ontwikkelen in eene richting, die al verder en verder van de Hollandsche taal af zal voeren. Integendeel er zal altijd meer en meer toenadering komen. Ieder, die er ernstig naar streeft om onze taal vooruit te helpen, zal moeten erkennen, dat een goede kennis van de Hollandsche taal daarbij onmisbaar is, en ongetwijfeld zullen we om meer buigzaamheid in onze taal te krijgen al nader en nader aan de Hollandsche taal komen.
Laten wij dus niet over kleinigheden kibbelen, maar het groote doel voor oogen houden, dat hier in Zuid-Afrika zeker meer bevorderd zal worden door officieele erkenning van de Afrikaansche taal.
Daardoor komen we tegemoet aan de bezwaren van den Afrikaner, die zich nu eenigszins miskend acht of vreemd voelt tegenover het Verbond. Wat ook onze oorsprong moge geweest zijn, vandaag voelen wij ons een en dat wordt veroorzaakt door onze taaleenheid. De taal is de band, die ons aan elkaar bindt en wanneer die in het banier staat zullen wij ons er niet over bekommeren of we tot den Nederlandschen stam behooren of niet.
Ik heb de eer te zijn
Uw dienstw. Dienaar,
Dr. H.D.J. BODENSTEIN.
De Red. komt in het volgend nummer op bovenstaande beschouwing terug.