Neerlandia. Jaargang 12
(1908)– [tijdschrift] Neerlandia– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermdDe vierde Vacantieleergang te Leiden voor Vlamingen en Zuid-Afrikaanders.Wanneer de lezers van Neerlandia deze regelen onder de oogen zullen krijgen, zal de aandacht van de meesten hunner wel gericht zijn op het in die dagen Leiden in beweging brengende Taal- en Letterkundig Congres, dat wellicht een andere uiting van het Algemeen Nederlandsch Verbond, den vierden Vacantieleergang, die ruim veertien dagen later een begin zal nemen, op den achtergrond zal dringen, zoo niet zal doen vergeten. Om dit laatste te voorkomen, wil ik eenige mededeelingen doen van de plannen der Leidsche Studenten Afdeeling van het A.N.V., in de hoop hierdoor belangstelling te wekken, en nog eenige (of vele?) weifelenden, die draalden met het zenden van hun inteekenbiljet, op te wekken zonder verdere aarzeling de pen te nemen, en den commissaris van | |
[pagina 150]
| |
den leergang met de belofte hunner komst te verblijdenGa naar voetnoot*). Want de deelnemers zijn het, die den leergang doen slagen. Het Bestuur der Studenten Afdeeling heeft mooi een prachtprogramma in elkaar zetten, en allerlei fraais verzinnen, dat begonnen kan worden: zoolang niet in grooten getale uit alle hoeken van Vlaanderen, Duitschland, Groot-Brittannië en Ierland deelnemers toestroomen, en door hun belangstelling, door hun geestdrift ook de doode plannen werkelijk leven komen geven, zoolang vermag de organisatie alléén niets. Door hen, die komen zullen, zal de leergang van beteekenis zijn; een groot aantal deelnemers en van alle kanten: ziedaar wat noodig is opdat de Vacantieleergang aan zijn doel beantwoorde: een groei te veroorzaken en een hechter worden van het gevoel, dat allen, die elkander in het Nederlandsch verstaan, deel zijn van één groot geheel. Reeds in het vorig nummer werden van Leiden zelf eenige bijzonderheden vermeld, en van enkele punten afbeeldingen gegeven. Ziehier nu hoe wij ons het verloop van den leergang voorstellen. Natuurlijk wordt de eerste dag, Maandag 14 Sept., bestemd tot ontvangst van de gasten. 's Morgens uit alle windstreken (in dichte drommen, hopen wij) het station binnenrijdende, zullen zij daar verwelkomd worden door Leidsche studenten, die hun aldra den weg zullen wijzen naar de kamers, waar zij 's nachts na de emotievolle dagen de vermoeide hoofden ter ruste zullen kunnen leggen. Het zullen meest studentenkamers zijn, die de leergangers zullen herbergen en voor twee weken hen helpen inburgeren in Leiden. Want daar is een stelling: ‘wijs mij de kamer die gij voor u hebt ingericht, en ik zal u zeggen wie gij zijt’. Zoo zal de omgeving reeds verleidschend op de gasten werken, zoodat zij zich spoedig geheel thuis zullen voelen. Dan, nadat ieder zijn huis heeft leeren vinden, zal men met zijn medeleergangers kennis kunnen maken aan een gemeenschappelijken maaltijd, en na de zoete naspijs zal het samenzijn nog niet verbroken worden: want in de omgeving van Leiden zal dan gezamenlijk een van de vele tochten ondernomen worden, die in de prachtige omstreken, zoo zuiver Hollandsch, te maken zijn. In alle richtingen kan men het land intrekken: naar de Kager en Brasemermeren, naar Noordwijk aan Zee en 't strand van Katwijk, naar den Deyl, de van ouds bekende uitspanning, naar Voorschoten, en waar niet al heen! Den volgenden dag, des morgens negen uur, zal een begin gemaakt worden met de colleges. Zooals men uit het in de laatste maanden verspreide prospectus zal gelezen hebben, zullen de hoogleeraren Van der Vlugt, Kalff en Speyer dit jaar voor de leergangen spreken. De titels der onderwerpen zijn: Van Prof. Van der Vlugt: Waarom is de proef met het Britsche parlementarisme op het Vasteland mislukt? Van Prof. Kalff: Vondels leven en werken. Van Prof. Speyer: Het Boeddhisme en zijn propaganda. Wij stellen hun gewaardeerde medewerking op zeer hoogen prijs, en hopen, dat zij zullen spreken voor een groot en aandachtig gehoor, waar immers de door hen gekozen onderwerpen zoo zeer aller belangstelling overwaard zijn. Nadat gezamenlijk om één uur gemiddagmaald is, zal men al naar zijn verlangen en lust Leiden gaan zien, een museum bezoeken, in de universiteits-bibliotheek eenige werken opslaan om zich wat meer te verdiepen in de behandelde onderwerpen, of iets anders doen, wat men verkiest, allicht zal er een uurtje gebitterd worden op societeit ‘Minerva’, waar men ook 's avonds elkander zal kunnen vinden. Aldus zal men de dagen doorbrengen tot Zaterdag. Want Zaterdag en Zondag zijn bestemd voor grootere uitstapjes. Maandag 21 Sept. worden de colleges hervat. Dan zal men 's middags de plechtigheid gaan bijwonen van de overdracht van het rectoraat, in de groote Aula van de Academie. Donderdag 24 Sept. nemen de voordrachen een einde, dan blijven nog drie dagen, om andere steden van Holland te bezoeken. Veel plannen, die zich nog aan 't vormen zijn, zullen op 't oogenblik, dat de lezers Neerlandia's Augustus-nummer spellen, vasten vorm genomen hebben. Nu echter, op dit oogenblik van schrijven, kan nog weinig zekers worden meegedeeld; toch, dank zij de medewerking van de plaatselijke afdeelingsbesturen zal men zich er van overtuigd kunnen houden, dat een goed denkbeeld zal worden gekregen van het merkwaardige van de in 't prospectus genoemde plaatsen: Amsterdam, Haarlem, Den Haag, Rotterdam en Wageningen. Op eenen avond in de tweede week zal er een muziek-uitvoering worden gegeven, waar men op fraaie wijzen en liefelijke melodiën zal worden vergast. En aan de Zuid-Afrikaansche deelnemers zal een bijzonder feest worden bereid door hunne landgenooten, die in Leiden, en elders in Nederland, verblijven. Er zal een algemeene reünie worden gehouden van Zuid-Afrikaanders. Ziedaar in het kort de leergang vooruit beschreven. Enkele opmerkingen mogen mijn opstel besluiten. 't Is misschien goed nog eens nadrukkelijk erop te wijzen, dat voor iederen belangstellende de colleges toegankelijk zijn. En wel volkomen kosteloos. Voor logies en voeding te Leiden wordt gezorgd: tegen 30 gulden op studentenkamers of in een goed hotel, tegen f 40 in een eersterangshotel. Voorts zal aan ieder deelnemer van te voren een volledig programma worden toegezonden, met opgave van goedkoope reisgelegenheden op Nederlandsch gebied. Wie nog niet voor zich over een gaan naar Leiden gedacht heeft, hij denke er eens ernstig over. Wie nog geen beslissing genomen heeft: hij vatte een kloek besluit: om te komen. Wie nog zijn inteekenbiljet niet aan den ondergeteekende opzond, hij sture het hem zonder langer wachten dadelijk toe. Moge de hierboven herhaaldelijk uitgesproken wensch verwerkelijkt worden: dat een gróóte kring van Nederlandschsprekende studenten zich in Leiden zal samentrekken, om niet weer uit een te gaan dan met de overtuiging, tot één kring behoord te hebben, en nog te behooren, één kring rond de geheele aarde. 4 Augustus 1908. A.D. FOKKER.
Vacantieadres: 's Gravenhage, 11 Nassau Zuilensteinstr. Te Leiden (na 1 Sept.): Apothekersdijk 30. |
|