Nederland en Rusland.
Een lezer, die langen tijd in Rusland gewoond heeft, schrijft ons naar aanleiding van de opmerkingen van den heer Phaff in het Mei-nr. van Neerlandia.
De heer P. is met onze consulaire vertegenwoordiging in Rusland niet tevreden en beklaagt er zich over dat onder al de consuls die de belangen van onzen handel in dat uitgestrekte rijk behartigen, niet één beroepsconsul te vinden is.
Wie echter eenigen tijd in Rusland gewoond en Russische toestanden meer van nabij heeft leeren kennen, zal onmiddellijk toegeven, dat een beroepsconsul versch uit het buitenland en zonder grondige kennis van land en taal in Rusland niet het minste nut kan stichten. Het zou ongetwijfeld te wenschen zijn, dat wij in de voornaamste centra van Europeesch en Aziatisch Rusland vertegenwoordigd werden door actieve landgenooten, maar een noodzakelijke eisch zou zijn, dat zij vloeiend Russisch spreken en schrijven. De kennis der Russische taal is voorloopig nog zoo weinig verspreid onder onze consulaire ambtenaren en het corps daarentegen toch reeds zoo klein, dat het niet gemakkelijk zou zijn op een gegeven oogenblik de geschikte persoon aan te wijzen voor een of meer nieuwe posten in Rusland.
Eerder zou het aanbeveling verdienen leerling-consuls te plaatsen te Moskou en Petersburg, en vooral te Moskou, het groote handels- en industrie-centrum, waar zij, onder leiding en voorlichting van onzen tegenwoordigen honorair-consul en vice-consul, in enkele jaren de noodige ervaring zouden kunnen opdoen om elders in Rusland te worden geplaatst. Te Moskou althans laat onze consulaire vertegenwoordiging op het oogenblik niets te wenschen over. De consul is hoofd van een der voornaamste en meest invloedrijke handelshuizen van de Moskousche City, en de vice-consul, - correspondent dierzelfde firma - een Westfalenaar, die vlot Holllandsch spreekt en schrijft, zooals de uitmuntende consulaire verslagen uit Moskou bewijzen.
Een enkele opmerking nog wat betreft de Hollandsche herinneringen die in Rusland voortleven. De anecdote van de marinevlag en vice-admiraal Kruys ‘se non è vero, è ben trovato’. Maar het blauwe kruis heeft met den Hollandschen admiraal niets te maken; het is het z.g. St. Andraeus kruis - hetzelfde dat ook in de ‘Union Jack’ voorkomt. Men spreekt dan ook van de ‘Andréjefski flag’. Toch ontbreekt het in de Russische marine niet aan Hollandsche tradities en... Hollandsche woorden. Het woord ‘flag’ is er een van; het wordt uitsluitend gebruikt in de beteekenis van scheepsvlag en de eerste Russische marinevlag werd, zooals men weet, geheschen op een door Hollanders gebouwd schip. Er zijn tal van zulke Hollandsche woorden, waarvoor zuiver Russische equivalenten bestaan, maar dan wordt de Hollandsche term speciaal als scheepsterm gebruikt. Zoo is een ‘storm’ een zeestorm, een ‘trap’ een scheepstrap, een ‘jongen’ (of eigenlijk ‘joenga’) een scheepsjongen, een ‘kok’ een scheepskok, een ‘timmerman’ een scheepstimmerman, een ‘knoop’ een kabelknoop enz. Andere Hollandsche scheepstermen die onveranderd of bijna onveranderd in het Russisch zijn overgegaan - om slechts enkele op te noemen - zijn: vaarwater, kielwater, kabeltouw (speciaal als afstandsmaat), ankerstok, dek, luik, voor- en achtersteven, bakboord en stuurboord, stuurman, sloep, spuigat, valreep’ bootsman en bootsmansmaat, boei, boegspriet, wimpel, roeper, baken, loodsman, schipper. Natuurlijk zijn vele van deze woorden in het Russisch spraakgebruik, en zelfs al dadelijk in de transcriptie, min of meer verminkt, maar toch, wie herkent niet dadelijk ‘spuigat’ in ‘sjpiegat’ of ‘voorluik’ in ‘forljoek’. En welk Hollandsch zeeman heeft nog een vertaling noodig van het Russische woord
grot-bramstaksel). Verreweg de meeste termen zijn wel aan de zeilvaart ontleend. Zoo fokwant, fokhals, fokkera, -bras, bramra, -zeil, -steng, -top, voorbramzeil, grootmarsval, grootzeil, topzeil, enz. Verder takelage (ook ‘takelagemeester’), stag en stagzeil, spanhout, tros en stuurtros, waterpas, -linie, -bak, -woeling. Waterslang en brandspuit (d.i. scheepsbrandspuit) ontbreken evenmin. Zelfs een woord als ‘peiling’, dat heelemaal niet in het Russische taaleigen past, is fonetisch gespeld en bij de Russische taal ingelijfd als ‘pélèng!’ Er zijn commando's als ‘awral!’ (d.i. ‘overal’; alle hens aan dek!) en een simpele Hollandsche uitdrukking als ‘voor de wind’ is gerussificeerd tot ‘fordewind’. Wanneer we in de Russische taal woorden aantreffen als ‘bout’, ‘kraan’, ‘strop’, ‘streek’, ‘strik’, ‘stuurtros’ (sjtiertros), ‘spruit’ (sjprjoet), ‘duim’ (djoeim), ‘werf, ‘helmpoort’ enz., die dezelfde beteekenis hebben als wij er in het Hollandsch aan hechten, en in geen enkele andere Europeesche taal precies zoo voorkomen, dan mag zeker wel aangenomen worden, dat ook meer twijfelachtige termen als ‘kajoeta’ (kajuit), ‘wachta’ (wacht), ‘dok’, ‘gavan’ (haven) ja zelfs een op 't eerste gezicht haast onherkenbaar woord als ‘gamak’ (hangmat; gemak?) of ‘koika’ (kooi) aan de rijke Hollandsche scheepstaal ontleend zijn. Ook voor Russische woorden als ‘brasowatj’ (brassen), ‘kielewatj (kielhalen), ‘lawirowatj’ (laveeren) mogen onze 17e eeuwsche zeelui zeker wel op het vaderschap aanspraak maken! En niet voor de woorden alleen.
Een vloot (Russisch: ‘flot’), waarvan de eerste ‘kruisers’ (Russ. ‘Kreiser’), fregatten (Russ.: ‘fregat’) en korvetten (Russ.: ‘korvet’) door Hollandsche ‘timmerlieden’ in een Hollandsche ‘werf’ op ‘stapel’ gezet werden, om onder een ‘admiraliteit’ met een Hollandschen admiraal aan het hoofd de eerste lauweren te gaan plukken op de Zweedsche kust, mag wèl in haar opkomst door ons Hollanders met iets als vaderlijken trots worden gade geslagen!