Neerlandia. Jaargang 12
(1908)– [tijdschrift] Neerlandia– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermdTreurig, maar waar.Een mijner vrienden, lid van het Verbond, toonde mij onlangs vol verbazing een brief door hem op een schrijven aan de Ned. Kamer van Koophandel te Smyrna van genoemd lichaam ontvangen. Genoemde brief luidde: Messieurs .....................
Messieurs. En réponse à votre lettre du... courant, nous venons vous remettre ci-inclus une fiche de renseignements sur la Maison de commerce de n/v. qui vous intéresse. Veuillez agréer, Messieurs, nos salutations distinguées, Nederlandsche Kamer van Koophandel. De Secretaris, A. LAVINO. Ieder, die niet een weinig op de hoogte is van de groote achteloosheid een paar eeuwen aan den dag gelegd door het moederland en met name door de regeering ten opzichte van Nederlandsche kolonies in den vreemde, zal toornen over bovenstaand gebruik van een vreemde taal geschreven door een Nederlandsche instelling, liever Nederlander, aan een NederlanderGa naar voetnoot*). Zeker het doet onaangenaam aan, maar het is het treurige resultaat van de langjarige hier te lande bestaan hebbende en nog voor een groot deel bestaande bekrompenheid van gezichtskring. Men meende gereed te zijn, zoo men de zaakjes binnenslands op pooten zette, maar wat betreft Ned. kolonisten, lak had men aan hen. Zuid-Afrika, Amerika, Smyrna ja de heele wereld toont het u. Eere aan hen, die niettegenstaande dit alles hun liefde voor het moederland, door hetwelk ze als 't ware verschopt werden, hebben behouden en die daarvan thans nog, nu reeds lang een vreemde taal de plaats der taal van de oude kolonisten heeft ingenomen, de meest klinkende bewijzen geven. Immers op aanstichting van den voortreffelijken Nederlander Jhr. De Sturler, eertijds Consul-Generaal te Smyrna, hebben ze opgericht een Ned. Kamer van Koophandel, alsmede een Afdeeling van ons Verbond aldaar. Betreurenswaardig blijft bovengenoemd feit, maar zeer van zelf sprekend. Moge met krachtige medehulp van de Nederl. Regeering, die in de laatste jaren hart begint te toonen voor de Ned. kolonie te Smyrna, gezien de som door Minister Kuyper uitgetrokken voor den Ned. cursus, alsmede het wetsontwerp De Marees van Swinderen tot steun voor herstel der Ned. kerk en hospitaal aldaar, bewerkt worden, dat het jonger geslacht, waaronder vele a.s. kooplieden en leden der Ned. K.v.K., in staat is te briefwisselen met Holland in de Dietsche tale. Moge ik in dit verband de regeering nog even wijzen op de nota door Maurits Wagenvoort, dien wakkeren Hollander, Min. Kuyper aangeboden en betreffende het onderwijs in de Ned. taal te Smyrna en elders. En dat ze hechten aan het stamland, dat blijkt overduidelijk, afgezien van 't bestaan van bovengenoemde instellingen, aan ieder bezoeker. Hoe was een mijner vrienden, adelborst bij H.M. Marine niet verrukt over de allerhartelijkste ontvangst door de Ned. Kolonie aan de Marine bereid. Maar hoe trof hem ook het zoo goed als onbekend zijn onzer moedertaal. Hij achtte het een schande, dat men hier in onze lage landen zoo aartsdom sedert jaar en dag was opgetreden en gevoelde warme sympathie voor hen en haar, die desniettegenstaande zoo op de bres stonden voor de Ned. belangen en die het gemis aan kennis der Ned. taal ter dege gevoelen. En van dat oogenblik schaarde hij zich met volle overtuiging in onze gelederen. Moge de overtuiging allerwege veld winnen en vooral ook op de regeerings-departementen, dat het een der eerste plichten van het land is ook te zorgen voor Ned. onderwijs in den vreemde. Moge op de eerstvolgende Staatsbegrooting een flinke post uitgetrokken zijn voor Ned. onderwijs en Ned. scholen in den vreemde. Dat de overtuigde Verbondsbroeders en -zusters de Ned. Volksvertegenwoordigers doordringen van het hooge belang, dat hier op het spel staat. Dat de secretaris der Ned. K.v.K. te Smyrna alsnog de gelegenheid vinde de Dietsche tale machtig te worden. P.H. STUURMAN. Zaandam, 13 April 1908. |
|