Neerlandia. Jaargang 12
(1908)– [tijdschrift] Neerlandia– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 114]
| |
sche Jongelieden-Afdeeling van het A.N.V. hiervan het stuitende heeft ingezien voor een rechtschapen Nederlander, heeft zij toch gemeend dat voorloopig niets vanwege de Afdeeling daartegen kon worden verricht, daar de meeste leden, die zich geroepen zouden gevoelen hierin verbetering te brengen, leerlingen zijn van de Amsterdamsche Gymnasia, Hoogere Burgerscholen en Handelsschool, en daardoor den tijd missen zich met te veel andere dingen te bemoeien. Iets heel anders is echter het zich aan het hoofd stellen van een beweging tegen buitenlandsche opschriften, zich tot verschillende winkeliers wenden met het verzoek die opschriften door Nederlandsche te vervangen, dan bij zijn eigen winkelier daarop aan te dringen. Ieder der leden is dan ook op het hart gedrukt in die richting zijn krachten aan te wenden. Toen dus mijn kapper, de heer J.F. Benkemper, ging verhuizen en ik voor zijn winkelruit reeds een schilder de letters van het bekende woord ‘Coiffeur’ zag staan afmeten, ben ik dadelijk den winkel binnen gestapt en heb den kapper verzocht geen Fransch op zijn ruiten te laten schilderen. Natuurlijk maakte hij eerst tegenwerpingen, maar het eind van de geschiedenis was toch, dat hij zich liet overhalen in plaats van ‘Coiffeur’ ‘Kapper’ te laten plaatsen. Wel merkte de schilder op, dat hij Fransch toch veel mooier vond dan Hollandsch en dat men niet kleingeestig zijn taal moest voortrekken, dat het erg streed tegen de tegenwoordige begrippen van een algemeene taal; maar daar de heer Benkemper geen Volapük of Esperanto op zijn ruiten wilde laten schilderen, werd toch besloten het Nederlandsche opschrift te gebruiken. De schilder was echter niet tevreden en plaatste er onder ‘Salon pour la Coupe des Cheveux et de la Barbe’. Nu ontstak de heer Benkemper in toorn en in weerwil van de kosten liet hij dat opschrift wegnemen en er voor in de plaats zetten ‘Salon voor Scheren en Haarknippen’. Daar hij echter onder zijn klanten ook vreemdelingen telt, hing hij een klein scheerbekken uit met het opschrift ‘Coupe et Barbe’. Zoo had hij dus iedereen tevreden gesteld. En waar woont nu die kapper in Amsterdam, die ons Nederlandsch gevoel niet wil krenken? In de winkelgalerij van de Raadhuisstraat. Gaat het zien en spoort ook uwe coiffeurs, tailleurs en confiseurs aan zijn voorbeeld te volgen, of geeft anders uw klandizie aan hen, die toonen hun taal hoog te houden. Amsterdam. J.W. TE WINKEL. |
|