Ned. Antillen
Van het Groepsbestuur.
Maandagavond, 27 April hadden zich ten huize van den heer Moses S.L. Maduro vereenigd het Bestuur der Groep Ned. Antillen van het Alg. Ned. Verbond, het Bestuur van de Afdeeling Curaçao van de Nederlandsche Vereeniging ‘Onze Vloot’, alsmede eenige heeren, die eene commissie hadden gevormd, om namens de Curaçaonaars den heer J.A. Snijders Jr. bij diens vertrek naar Nederland een aandenken aan Curaçao te vereeren.
Nadat de heer Moses S.L. Maduro de vergadering had geopend, verklaarde Z. Ed., dat men te zamen was gekomen, om Luit. Snijders te huldigen. Allereerst zou dit doen het Bestuur Ned. Antillen van het A.N.V., van welke Groep de heer Snijders de oprichter was en de Secretaris-Penningmeester. Daar de voorzitter der Groep wegens diepen rouw over het verlies zijner echtgenoote afwezig was, nam de onder-voorzitter, Pater Wahlen, namens de Bestuursleden afscheid van den heer Snijders, hem dankend voor 't vele goede aan de Groep bewezen. De heer Snijders behoefde niet bevreesd te zijn, dat zijn werk na zijn vertrek uit elkander zou vallen, gelijk zoo dikwerf gebeurt bij vereenigingen, wanneer de stichter die, het hart, die de ziel was der vereeniging niet langer zijn gloed en geestdrift daaraan kan mededeelen. Zijn medeleden in het Bestuur hadden zijne werkwijze leeren kennen en ten deele reeds overgenomen. Geheel en al in zijn geest zal worden voortgewerkt.
De bond was een band geworden tusschen Moederland en Koloniën en de studiebeurzen hier en in Nederland kostbare, maar ook stevige gespen, welke dien band goed gesloten hielden en niet spoedig zouden loslaten.
Deze gedachten, dat zijn werk krachtig wortel geschoten had en voort zou blijven bloeien na zijn vertrek zal het afscheid van de Groep veel verzoeten. Namens den oud-voorzitter, den heer Mordy Henriquez en het tegenwoordig Bestuur, bood de ondervoorzitter nu den heer Snijders een gouden horloge aan, dat onder woorden van diepgevoelden dank werd aanvaard als aandenken aan de besten zijner vrienden.
De voorzitter der Curaçaosche Afdeeling van de Nederlandsche Vereeniging ‘Onze Vloot’, de heer Moses S.L. Maduro nam het woord om er aan te herinneren, hoe deze jeugdige vereeniging van den aanvang af zulk een krachtigen steun gevonden had in den heer Snijders. Aan zijne vriendschappelijke tusschenkomst was het te danken, dat ‘Onze Vloot’ niet als een mededingster van de Groep, maar veeleer als eene zustervereeniging met gemeenschappelijk doel werd begroet en met deze Groep kon samen werken, o.a. bij het zoo uitstekend geslaagd De Ruijterfeest.
Uit dankbaarheid voor de ondervonden vriendschap bood ‘Onze Vloot’ den heer Snijders een prachtige wijnkom op sierlijk voetstuk en met een gevleugelden arend als deksel aan.
Verrast en getroffen door zooveel bewijzen van waardeering en vriendschap bedankte de heer Snijders diep geroerd.
Namens de Curaçaonaars verkreeg nu de heer H.M. Chumaceiro het woord. In hartelijke bewoordingen wees spreker erop, dat de heer Snijders zich veel vrienden had gemaakt op Curaçao, omdat hij een Nederlander was, die het hart op de juiste plaats draagt, een Nederlander, die veel voelt voor de Kolonie, die Curaçao oprecht lief heeft en het zelfs in bescherming nam ter verdediging tegen zijn eigen landgenooten. Daarom waren de Curaçaonaars hem dankbaar en boden hem hier een gouden horlogeketting aan met afhangend schild, versierd met de beginletters van zijn naam, hoog opgewerkt aan de voorzijde en aan de achterzijde gegrift: ‘Aandenken van Curaçaonaars, 1908’. Bij zijn aankomst in Nederland zou hem ook nog een stel zilver tafelgereedschap overhandigd worden.
Dat het gemoed van den heer Snijders nu vol schoot, was te begrijpen. Zijn dankbaarheid en liefde voor Curaçao zullen steeds levendig in hem blijven.
Ten slotte vroeg Baron van Asbeck, de commandant van de ‘Gelderland’, het woord om hulde te brengen aan Curaçao voor zijne hartelijke gehechtheid aan het Moederland en zijn diepe, innige vereering voor H.M. de Koningin.
* * *
Op de den 9en April 1908 gehouden vergadering van het Groepsbestuur werd na het behandelde van de rapporten over de vorderingen van de door onze Groep finantieel gesteunde jongelieden gedurende het eerste kwartaal van het jaar 1908 besloten, de hun toegekende subsidie nog voor een jaar te verlengen.
Nadat verder verschillende zaken behandeld waren, die voor dit overzicht niet van belang zijn, was aan de orde het benoemen van een bestuurslid in de plaats van den heer Snijders, die wegens terugkeer naar Nederland zijn betrekking moet nederleggen. Nadat de onder-voorzitter namens het Groepsbestuur in hartelijke woorden afscheid genomen had van den aftredenden secretaris-penningmeester, werd de laatste op voorstel van den onder-voorzitter bij acclamatie tot eere-lid van de Groep Ned. Antillen benoemd, welke benoeming door den heer Snijders onder dankbetuiging en met de verzekering, dat hij, ook in het moederland, steeds zijn beste krachten zou blijven wijden aan de belangen van onze Groep, aanvaard werd. Daarop werd in zijn plaats tot bestuurslid, tevens secretaris-penningmeester, benoemd de heer C.S. Gorsira J.P. Ezn.
Nadat de secretaris nog had medegedeeld, dat de heer Zwijsen zich bereid verklaard had, nogmaals een populaire lezing voor de leden van het Verbond te willen houden, en wel over Vondel's Lucifer, welke mededeeling door de vergadering met ingenomenheid werd begroet, werd de bijeenkomst gesloten.