Neerlandia. Jaargang 12
(1908)– [tijdschrift] Neerlandia– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermdLijst van Nederlandsche Leer- en Studieboeken en Tijdschriften. G.R.Mag ik een stuk van uw plaatsruimte vragen om in de eerste plaats den heer A. Olgaard Snijder op zijn welwillende opmerkingen te antwoorden, en verder met betrekking tot onze lijst van studiewerken nog eenige algemeene mededeelingen te doen. Wat wij toch vreesden bij de samenstelling, n.l. dat er verschil van meening zou ontstaan over al- of niet-opgenomen titels, het schrijven van den heer O.S. bewijst, dat onze vrees niet zonder grond was. Mag ik er dan hier nog eens op wijzen, dat bedoelde lijst, samengesteld door toedoen der gezamenlijke Studenten-Afdeelingen, alleen ten doel heeft den buitenlandschen student aan Universiteit of Hoogeschool het voornaamste, het meest belangrijke op te geven wat er in de Nederlandsche taal aan leeren studieboeken voor het Hoogeronderwijs bestaat. Dat dus boeken bij de Hoogeronderwijsstudie van geen nut, zooveel mogelijk niet vermeld zijn.Ga naar voetnoot*) Of het niet aanbevelenswaard zou zijn diegenen, welke niet aan bovenstaande voorwaarde voldoen, ook nog weg te laten, persoonlijk zou ik hiervoor zeker veel voelen. De grootste moeilijkheid heeft ons bij de samenstelling zeker geboden de afdeeling letteren en geschiedenis, en om niet in de onnoemelijke hoeveelheid letterkundige en geschiedkundige werken, welke wij bezitten, verdwaald te raken, besloten wij slechts werken van algemeenen aard op te nemen en waar het de geschiedkunde betreft slechts die werken over kortere tijdvakken of bijzondere gebeurtenissen, die kunnen gelden als model van geschiedvorsching. Alle werken over bijzondere geschiedkundige onderwerpen moesten dus achterwege blijven en daarmee tevens boeken, hoe uitstekend ze ook mogen zijn, als die van dr. H. Muller, dr. W.J. Leyds enz. Wat de aardrijkskundige werken betreft, waar bij ons helaas van Hoogeronderwijs in de Aardrijkskunde eigenlijk geen sprake is (de enkele privaatdocent aan onze Universiteiten en de hoogleeraarstoel te Amsterdam, thans door twee professoren, niet-aardrijkskundigen bezet, kunnen buiten beschouwing blijven), daar spreekt het vanzelf dat bij ons aardrijkskundige werken voor het Hoogeronderwijs onbekend zijn. Wat er is, zijn, hoe goed ook in hun soort, meest werken over bijzondere onderwerpen of voor het gewone onderwijs, die eigenlijk in een lijst als de onze, niet thuis behooren. Overigens ben ik volstrekt niet blind voor de fouten, welke het boekje aankleven. Uit het voorwoord, dat ik er voor schreef blijkt dit ten duidelijkste. Verzuimen als Hettema's atlas, ook voor het Hoogeronderwijs van, belang, erken ik dan ook gaarne, maar gelijk gezegd de groote moeilijkheden bij de samenstelling zijn genoeg verontschuldiging, temeer waar lang niet alle hoogleeraren enz. (misschien slechts een derde) ons de invulstaten weer deden toekomen, niettegenstaande daaraan voor hun geenerlei onkosten of andere moeite dan het invullen waren verbonden (gedrukte en gefrankeerde briefomslagen en gedrukte staten toch waren bij elke aanvrage ingesloten). Daarom ook houden wij ons voor alle op- en aanmerkingen, aanvullingen enz. ten zeerste aanbevolen, opdat bij mogelijken herdruk de leemten zoo gering mogelijk zullen zijn. Wat de prijzen betreft deze zijn met voorbedachten rade weggelaten. In de eerste plaats toch zouden dit slechts kunnen zijn de Nederlandsche prijzen, aan den Nederlandschen boekhandel te betalen. Zij, die bij een buitenlandschen boekhandel zullen bestellen, en dat zijn de meesten (ik heb hierbij vooral het oog op Zuid-Afrika, daarbij echter ook op onze O. en W.-I. bezittingen en Amerika), moeten gelijk bekend is niet onbelangrijk hoogere prijzen betalen, welke ons in elk afzonderlijk gleval onbekend zijn. Een tweede reden voor het weglaten was, dat wij juist hen, die ons boekje zullen raadplegen, met den Nederlandschen boekhandel in betrekking wilden brengen. Met één briefkaart kunnen zij den juisten door hen te betalen prijs te weten komen. Hadden wij verder onze lijst van prijzen voorzien, verwarring met franken, shillings, guldens enz. ware niet uitgebleven, en de schijnbaar of in werkelijkheid hooge prijzen van sommige onzer studieboeken, zouden zeker voor de overige werken afschrikwekkend gewerkt hebben. Maar het grootste bezwaar was wel dat de verschillende buitenlandsche Nederlandsche boekhandels ons mogelijk reeds nu onze geheele oplaag afgekocht zouden hebben (de prijs toch is ver beneden de kostende) om ze aan hunne klanten kosteloos rond te zenden. Dat deze vrees niet ongegrond was, brieven van boekhandelaren in dien geest, die ons, op onze aanvrage hoeveel exemplaren zij ten wederverkoop wilden hebben, een flinke afname toegezegd zouden hebben, zoo de prijzen er bij vermeld waren geweest, zijn hiervan het beste bewijs. En hoe gaat het met zoo'n kosteloos ontvangen boekenlijst? In 90 van de 100 gevallen verdwijnt deze onherroepelijk in de papiermand, terwijl zoo men er iets, hoe gering ook, voor betaalt, het ding bewaart blijft. En voor de papiermand zijn onze boekjes wezenlijk te goed, daarvoor ook gaf het Hoofdbestuur geen bijdrage. Of het misschien voor het vervolg geen aanbeveling zou verdienen bij een tweede oplaag de prijzen er bij te doen drukken (de Nederlandsche prijzen, maar dit dan uitdrukkelijk in een voorwoord te vermelden) en om dan tevens slechts aan partikulieren (of aan vereenigingen en boekhandelaren onder uitdrukkelijk beding van wederverkoop aan partikulieren) te verkoopen, blijft een zaak voor latere overweging, wanneer deze oplage zal zijn uitverkocht en een zooveel mogelijk volledige nieuwe uitgaaf ter perse zal kunnen gaan. Thans moet door het gebruik en door de op- en aanmerkingen welke ons bereiken, blijken waar de fouten in inhoud of opzet van het geheel schuilen, opdat wij deze een volgend maal zullen kunnen wegnemen. Dat de heer O.S. begonnen is ons op een enkele te wijzen, daarvoor zeg ik hem dan ook ten zeerste dank. Voor op- en aanmerkingen van andere zijde, hetzij in dit blad, hetzij liever nog aan het adres van den Schrijver der Studenten-Afdeeling Leiden van het A.N.V. houden wij ons ten zeerste aanbevolen. Hoogachtend, u dankend voor de verleende plaatsruimte, Uw dw.,
A. WELCKER. Leiden, April 1908. |
|