Invloed ten goede werd reeds uitgeoefend door de Broeders des gemeenen levens, want 't is vrij zeker de doorwerking van hunnen invloed, wanneer werken ontstaan als de Nederduitsche orthographie van Pontius de Heniter en 't beroemde woordenboek van Kiliaen. Zoo kwam onze taal tot bewustheid en veroordeelde daarmee hare verbastering in de rederijkerspoëzie. Eene krachtige zuiveringsbeweging ging uit de rederijkerskamer ‘De Eglantier’ met mannen als Roemer Visscher, Spieghel en Coornhert, terwijl Marnix met zijne psalmberijming de heraut genoemd mag worden. Bredero volgde daarna en Hooft dreef de zuivering op de spits, al te zeer, waar hij advocaat vervangen wilde door voorspraak, register door schrijfwarande en concierge door stadhuishavenaar. In de 18e eeuw ging de beweging door en van ernstigen wil is in de 19e eeuw de Maatschappij van Letter-, Geschied- en Oudheidkunde te Leiden.
Vervolgens ontwikkelt de spreker zijne denkbeelden in zake taalzuivering. Het schoone beginsel van taalzuivering hoog, goed, maar men verloope zich niet in een afgetrokken stelsel en blijve met beide voeten staan op beganen grond, men houde met beide handen het werkelijke leven vast en bedenke, hoe 't bewust of onbewust verzet wortelt in deze waarheid, dat volstrekte zuiverheid onzer taal eenvoudig onmogelijk is. Vele als goed Nederlandsch erkende woorden zijn van vreemden oorsprong. En ze kwamen er, zooals de heer Salverda de Grave ergens, wellicht niet zonder recht beweert, toen er geen Nederlandsch woord was, dat hetzelfde begrip uitdrukte. Overigens, laten we den conducteur den conducteur en de locomotief de locomotief laten, terwijl de wetenschappelijke wereld niet gaarne zijn inductief en deductief, zijn concert, synthetisch, analytisch enz. missen zou. Zelfs Nicolaas Beets, een onverdacht voorstander van zuiverheid van taal zag nog liever het vreemde woord gebruiken, dan de onhandige poging, om voor een vreemd een Nederlandsch woord in de plaats te stellen, wanneer dit niet aanstonds gegeven was. Volstrekte zuiverheid van taal is niet te bereiken, beginselruiterij tot het uiterste gedreven, zou hier het doel voorbij schieten. En laat bij het streven naar taalzuiverheid hun, die van der jeugd af gewend geweest zijn basterdtaal te spreken, hunne taal en daarmede hun ongedwongenheid.
Maar de jeugd moet het aanvangspunt zijn, bij de jeugd moet bevorderd worden ‘het zich zelf zijn’, hetgeen in dit verband is, ‘het zich Nederlandsch voelen’, waarvan het hooghouden van eigen taal het onwillekeurig en heilzaam gevolg moet zijn.
Voor wie meenen mocht, dat zuiverheid van taal op deze voorwaarden onbestaanbaar ware, was de voordracht zelve er om als proeve van prachtig zuiver Nederlandsch het tegendeel te bewijzen.
Na eene rustpoos droeg de spreker eenige gedichten voor, waarvan vooral ‘de Sterren’ van Adama van Scheltema trof, niet 't minst doordat het den spreker gelukte 't eenvoudig gevoelvolle in dit gedicht voortreffelijk te vertolken.