Noord-Nederland.
Ons consulaatwezen.
Meermalen en van verschillende zijde werd ook in dit blad geklaagd over de onvoldoende zorg der Regeering voor de stoffelijke belangen der Nederlanders in den vreemde; in zooverre het aantal beroepsconsuls nog altijd bedroevend klein is te noemen.
Een bezoek door mij in den vorigen zomer aan St. Petersburg en Moscou gebracht gaf mij de overtuiging, dat de Regeering ten onzent den handel met de Russen niet zeer belangrijk acht en - wat nog erger is - niet voor uitbreiding vatbaar oordeelt.
Immers tot dit besluit moet men komen wanneer men tot de ervaring komt - gelijk mij van zeer bevoegde zijde te Petersburg werd medegedeeld - dat onder het geheele aantal consuls, die in het Czarenrijk de belangen van onzen handel behartigen, - er zijn er naar ik meen 56 - niet één beroepsconsul te vinden is.
En dat in een land met zulk een levendigen handel, zulk eene belangrijke nijverheid, zulke onmetelijke nog te weinig ontgonnen hulpbronnen, waar de Hollandsche naam nog altijd, dank zij Czar Peter den Groote, zulk een goeden klank heeft! Waar de hoofdstad des rijks, de prachtige stad aan de Newa, duidelijk het type vertoont van onze Amstelstad en vele herinneringen voortleven aan Holland uit zijn glorietijd! Een der aardigste is wel de marinevlag, een blauw kruis op een wit veld, naar beweerd wordt door Czar Peter den Groote ingevoerd ter eere van den in Russischen dienst getreden Hollander vice-admiraal Kruijs.
Dat er in Petersburg betrekkelijk nog veel Hollanders wonen is wel een bewijs voor de kracht en de durf, die in onze landgenooten woont. Een belangrijke handel wordt o.a. gedreven door eene kolonie van Hollanders, die uit Twente stamt en wel speciaal uit Vriezeveen en die de producten der Twentsche nijverheid in Rusland invoert. Meer dan men zou denken treft men Hollandsche namen aan en echt Hollandsche daaronder. Zoo trof mij eens op een groot confectie-magazijn de naam ‘Scheefhals’ als die des eigenaars. Het was een zonderlinge gewaarwording tusschen de voor ons moeilijk uit te spreken Russische namen.
Een aangenamen indruk maakte op mij, dat bij het binnenvaren van de haven van Petersburg (ik kwam per boot) verschillende Hollandsche baggermolens zich aan het oog vertoonden, alle bezig het kanaal tusschen Cronstadt en Petersburg te verdiepen. Onze Hollandsche aannemers zijn wakkere lui! waar ter wereld zitten zij niet? In Moscou maakte ik nog kennis met een der grootste aannemers uit ons land op weg naar Shanghai om daar voor de Chineesche regeering havenwerken uit te voeren.
Ondernemingsgeest ontbreekt bij ons volk niet, men ziet het! Maar de Regeering moet helpen, moet wakkere flinke beroepsconsuls aanstellen, opdat wij niet achterblijven bij andere volken. Laten wij een voorbeeld nemen aan het kleine België, dat overal in den vreemde o.a. in Perzië vasten voet heeft weten te krijgen, daartoe geholpen door flinke ervaren beroepsconsuls.
Den Bosch, 10 April 1908.
K.M. PHAFF.
Nederlanders, spreekt op uw reizen in Vlaamsch België Nederlandsch!