Neerlandia. Jaargang 11

Oude Postzegels.

Het Algemeen Nederlandsch Verbond, met zijn verbreiding over de wereld, bevindt zich voor zulk een uitgebreide taak, dat het, om die te kunnen volvoeren, moet kunnen beschikken over zeer ruime middelen. Evenwel, om het lidmaatschap niet buiten het bereik te houden van eenig stamgenoot, die wat voelt voor zijn taal, is het ingericht op democratischen grondslag. In Zuid-Nederland vooral is de jaarlijksche minimum-bijdrage (fr. 2.75) zeer laag gesteld. Als men dan let op de verschillende punten, die voorkomen op het programma van werkzaamheden van het Verbond - wij spreken van een Zuidnederlandsch standpunt - als daar zijn:

a.	Uitgave of ondersteuning van toepasselijke geschriften;
b.	Bevordering of ondersteuning van Nederlandsche bibliotheken;
c.	Bevordering van het bezoeken van Nederlandsche Hoogescholen door buiten Nederland wonenden;
d.	Verbreiding van het Nederlandsche lied;
e.	Stichting van Vlaamsche kunst- en letterkringen of leesgezelschappen;
f.	Het voeren van den harden taalstrijd in Zuid-nederland;

en zooveel dingen meer; zal men beseffen, dat er veel meer geld nuttig kan aangewend worden dan de bijdragen der leden in de kas brengen, zoolang dat ledental niet ontzaglijk groot is geworden.

Daarom hebben wij een plan opgevat om aan het Verbond ruimer middelen te verschaffen. Dit plan bestaat in het verzamelen en te gelde maken van postzegels. Duizende leden wonen over de wereld verspreid Alle ontvangen brieven of drukwerk. Als zij nu de daarop geplakte postzegels willen bewaren voor ons, zullen wij daar wel weten geld van te maken. Alle leden kunnen ons hierin helpen, maar vooral onze jonge stamgenooten aan onderwijs-inrichtingen in Nederland en buiten Europa. We durven dan ook rekenen op de flinke medewerking van de studeerende jeugd. Zult gij dan niet mededoen, studenten van Professor Viljoen te Stellenbosch, van het Seminarie te Burgersdorp, van het Vrije Gymnasium en de Eendrachtschool te Pretoria, van de Gymnasia te Batavaia, te Semarang, van de Dokter-djawaschool te Weltevreden en van zoovele scholen, die we hopen te zullen leeren kennen? En gij dan, beminnelijke leerlingen aan de meisjesscholen van Stellenbosch en De Paarl en van mej. Adriani te Ermelo, en zoovele andere? En gij, Nederlandsche Kamers van Koophandel en hoofden van Nederlandsche firma's in het buitenland, zult ons gewis uwen steun niet ontzeggen, evenmin als gij, uitgevers van Nederlandsche kranten over de wereld.

[p. 144]

Voor de stevige inrichting van dezen postzegeldienst zoeken we naar vaste correspondenten over de wereld. Wie gewillig is ons ter zijde te staan, weze zoo goed naam en adres te zenden. Wie helpt ons aan correspondenten aan de genoemde inrichtingen van onderwijs en aan andere?

De Afdeelingen Jong Nederland en als ze tot stand komen Jong Vlaanderen, Jong Zuid-Afrika, Jong Insulinde kunnen hier krachtig medehelpen. Hier vinden ze aangenamen arbeid, die rechtstreeks nut afwerpt voor onzen taalstrijd.

Van nu af aan wordt inzending van postzegels verwacht aan ons Secretariaat.

Bezendingen mochten we reeds in dank ontvangen van mevr. B. Pannekoek-Nijman; mej. Olga Insinger; mej. Adriani; M.H.J. Louw, Stellenbosch; Consul Bizio, Venetië; Secretariaat Verbond Dordrecht; prachtige bezendingen van de Nederl. Handel-Maatschappij te Singapore.

We mogen ons reeds verheugen in 't bezit van de volgende correspondentschappen:

Mevr. B. Pannekoek-Nijman, Meester Cornelis, Java; mej. Olga Insinger, Luxor, Egypte; mej. Maggie Louw, Stellenbosch, Kaap-Kolonie; mej. Cato Reijnvaan, Secretaresse van Jong Nederland, Aerdenhout, Haarlem.

Mochten we die weldra in alle landen der wereld hebben!

We durven rekenen op krachtige medewerking!

H. MEERT,

Secretaris van Groep België van het A.N.V.