volgende bestuursvergadering als volgt verdeeld: C.R. Frowein, voorzitter; Ds. C. Hoekstra, ondervoorzitter; Dr. H.J. van der Schroeff, 1e secretaris; S. da Silva, 2e secretaris; C. van Drimmelen, penningmeester; J.C.H.P. Boertje, F.C. Curiel, J.A. Dragten en E.B.J. Luitink, leden.
Onder de punten, die ook dit jaar de bijzondere aandacht van het bestuur eischten, behoorde de oprichting eener bibliotheek en de verspreiding van goede lectuur onder het volk. Het eerste vraagstuk blijft en met het oog op onze toestanden en met het oog op den geldelijken stand van de kas eene nog onopgeloste zaak. Wat het laatste betreft werd uit het Bestuur eene Commissie van drie leden benoemd ten einde na te gaan in hoeverre het mogelijk zou zijn, goede, doch goedkoope boekwerken en geschriften kosteloos onder het volk te verspreiden, zonder in te hooge uitgaven te vervallen.
Eene letterkundige vereeniging van jongelieden werd in het leven geroepen. Zij staat onder leiding van de bestuursleden J.C.H.P. Boertje, C.R. Frowein en E.B.J. Luitink en mocht zich in den beginne in veel bijval en ingenomenheid van de zijde der Surinaamsche jongelieden verheugen. Tweemaal per maand wordt vergaderd, op deze avonden wordt debat gevoerd en voorgedragen.
De leden vormen tevens te zamen eene lees-vereeniging. Dank zij de gift van f 100. - van Hare Majesteit de Koningin, welke als subsidie aan deze vereeniging werd geschonken, kon onmiddellijk een aanvang met de oprichting worden gemaakt.
Aan het gemis eener volksbibliotheek wordt tegemoet gekomen, doordien wij toestemming voor de leden der Groep ontvingen, hen gebruik te laten maken van de garnizoens-bibliotheek.
Als voorwaarde werd gesteld het zich aanschaffen van een catalogus ad f 1. - door ten hoogste twee personen gezamenlijk.
Niettegenstaande dezen matigen eisch wordt er weinig gebruik van gemaakt en de vraag rijst of bij eigen bezit eener bibliotheek een gunstiger gevolg bereikt zou worden.
De Groep trad als beschermend lid toe tot de ‘Vereeniging tot bevordering van het onderwijs’, welke voor een groot deel naar hetzelfde doel streeft en in zooverre als een zeer te waardeeren steun kan beschouwd worden.
Het contract met de eigenaresse van onze lokalen - de loge Concordia - werd hernieuwd, zij had de bereidwilligheid nog f 120. - op den huurprijs af te slaan, wat onze kas alleszins goed te stade komt. In het midden van het jaar hielden wij eene gezellige bijeenkomst, een avond van muziek, zang en voordrachten.
Al moge het houden zulker bijeenkomsten niet rechtstreeks in de bedoeling onzer Groep liggen, toch valt het nut ervan niet te miskennen. De avond was een waar succes. Hadden wij nog weinig zelfstandig optreden bij de leden gezien, gingen de lezingen en voordrachten steeds van het bestuur uit, ditmaal kwamen de eersten ook tot hun recht.
De dames Doyer - Kranenburg en Bueno - Van Esveld droegen niet weinig tot opluistering van den avond bij; de eerste door haar pianospel en de laatste door haar zang en vioolspel. Onze groote zaal was overvol.
* * *
Te laat eerst rijpte het plan bij het Bestuur Rembrandt's geboortedag te herdenken en toen het was vastgesteld moesten nog benoodigdheden uit Holland worden betrokken; als: een lichtbeelden-toestel en plaatjes van Rembrandt-schilderijen. De lichtbeeldenavond had daarom eerst in 1907 plaats, waarover dus in het volgende verslag meer.
De wijze van verzending der Neerlandia's gaf tot ontevredenheid aanleiding. Derhalve besloot het Bestuur de verzending wederom van uit Suriname te doen plaats hebben, zoodat aan klachten binnen korten tijd tegemoet gekomen kan worden.
Ten slotte nog eene opmerking. Aan lust om werkzaam te zijn ontbreekt het bij het bestuur niet, doch gebrek aan geld verplicht ons dikwijls de handen in den schoot te leggen.
Zoo zien wij ook dit jaar het plan, dat het huidige bestuur zoo bezig hield, ondersteuning aan Surinaamsche jongelieden van talent tot voltooiing hunner opvoeding en studie in Holland, niet verwezenlijkt. Naast dit plan blijft ons de oprichting eener leeszaal nog voor oogen staan. Wij hebben de localiteit er voor, doch kunnen de telkens weerkeerende onkosten er van niet betalen.
En toch zou eene leeszaal, eenvoudig doch gezellig ingericht van goede lectuur op allerlei gebied voorzien, voorzeker veel nut kunnen afwerpen en tot de ontwikkeling en beschaving van het orkomende geslacht veel kunnen bijdragen.
Laat ons hopen, dat het jaar 1907 in dezen meer licht brenge.
De 1e Secretaris,
Dr. H.J. VAN DER SCHROEFF.