maakt met het opstellen van een algemeen rapport uit de inderdaad belangrijke gegevens. Het lijvig algemeen rapport zal de volgende maand worden rondgezonden en de bijeenroeping der vereenigingen, die hun medewerking toezegden, nog in deze lente plaats hebben.
Jongelieden Afdeelingen. Een gewichtige samenwerking werd verkregen met de Ned. jongelingschap, de ontbonden vereeniging ‘Jong Nederland en Zuid-Afrika’
De instelling van Jongelieden-Afdeelingen, is het resultaat onzer bemoeiingen in dezen.
Voor Zuid-Afrika werd middellijk veel gedaan door het Zuid-Afrikaansche kwartet, dat in 13 plaatsen van ons land optrad en met de Afrikaansche zaak zeker de belangen van het A.N.V. heeft gediend.
Luitenant Vogel, de bekende voordrager, maakt thans de Nederlandsche en Vlaamsche letterkunde in Zuid-Afrika en Indië bekend.
Het bestuur van het A.N.V. steunde zijn verzoek aan den Min. van Oorlog om een jaar verlof. Eveneens werkte het mede tot het welslagen der kunstreis van het Hollandsch Tooneelgezelschap naar de West.
Krachtig werd de uitwisseling van zangers, sprekers en voordragers tusschen Noord- en Zuid-Nederland bevorderd. De samenwerking met Groep België en haar onvermoeiden Secretaris, den heer Meert, was steeds aangenaam en komt meer en meer tot haar recht.
In het bijzonder willen we nog wijzen op den heer Hullebroeck, die onze herlevende Noordnedertandsche muziek door voordracht op voordracht in Vlaanderen heeft bekend gemaakt en nu weer Afrikaansche versjes op muziek zet.
Boeken-Commissie. Wat de Boeken-Commissie te Rotterdam voor onzen stam in het algemeen en voor Zuid-Afrika in het bijzonder doet, is boven onzen lof verheven. Al staat zij onder het Hoofdbestuur, toch wordt hier met dankbaarheid vermeld hoe deze werkzame Commissie aan Groep Nederland den noodigen luister bijzet.
W.D. Wijzen we ten slotte nog op de instelling Wederkeerig Dienstbetoon door drie jonge Nederlanders te Dordrecht gesticht en onder de hoede van het A.N.V. gebracht om den band tusschen de leden over heel de wereld te versterken, dan meenen wij ten volle bewezen te hebben, dat er een heilzame arbeidsverdeeling is gekomen, zonder welke het bestuur aan den wassenden stroom van werkzaamheden zeker niet het hoofd zou kunnen bieden.
Inlichtingen op handels- en ander gebied. Meer en meer begint men het Verbond als een vraagbaak te beschouwen. Nu eens zijn het Nederlanders in den vreemde, die inlichtingen vragen op handels- en ander gebied of het Verbond als bemiddelaar voor bestellingen in het vaderland verzoeken op te treden. Dan weer komen Nederlanders onze medewerking inroepen voor het verkrijgen van een betrekking in het buitenland. Het Bestuur verleent aan dezen gaarne steun, indien ze dien waardig blijken, want de ontwakende zucht der Nederlanders om zich weer te werpen in den vredelievenden geestes- en handelsstrijd der natiën verdient aangewakkerd te worden. Nadrukkelijk zij echter vermeld, dat het Bestuur noch tegenover den plaatszoekende noch tegenover den plaatsbiedende eenigszins ook maar de minste verantwoordelijkheid op zich neemt.
Nog dient vermeld, dat enkele aanvragen inkwamen van vreemdelingen, die door bemiddeling van het Engelsch of Fransch Nederlandsch wenschten te leeren. Hun werden daarvoor dan enkele geschikte boeken verschaft.
Het Dagel. Bestuur verleende ook zijn medewerking bij de geslaagde poging van den heer Le Bouvier te Smyrna om voor de herstelling van het Ned. hospitaal aldaar, de gelden bijeen te krijgen.
Congres. Groep Nederland werd op het XXIXste Ned. Taal- en Letterkundig Congres te Brussel vertegenwoordigd door haren Secretaris, die tevens in plaats van den verhinderden Alg. Secretaris verslag uitbracht over den toestand van het Alg. Ned. Verbond gedurende de laatste twee jaren.
Het Congres droeg het Bestuur onzer Groep op de plaats te willen bepalen, waar het XXXste Congres zal worden gehouden.
Uit de drie plaatsen, die in aanmerking kwamen - Haarlem, Leiden en Maastricht - werd de oude academiestad gekozen en aan de Leidsche leiders verzocht voeling te willen houden met het Hoofdbestuur van het A.N.V., omdat de Congressen reeds driemaal besloten, dat de leiding voortaan bij het A.N.V. zou berusten, maar telkens van dit besluit werd afgeweken.
Taalstrijd. Aan den strijd tegen de vreemde woorden bleven het Bestuur en de Afdeelingen hun aandacht wijden, vooral 's Gravenhage hield er de hand aan en meent zelfs, dat de andere Afdeelingen wel wat beter mochten helpen.
Het Bestuur waakt tegen overdrijving in dezen. Neerlandia komt er meer en meer van terug de vaak onbewuste taalverknoeiers op de kaak te stellen.
Door briefwisseling met dagblad-redacties, vereenigingen of neringdoenden werd reeds meermalen ondervonden, dat een vriendelijk verzoek meer uitwerkt dan een openlijke tenspotstelling.
Een handelsfirma verzocht zelfs uit eigen beweging aan het Bestuur een omzendbrief van vreemde woorden te willen zuiveren.
Van enkele ministeries kwamen brieven in, waarbij verklaard werd, dat zooveel mogelijk zou gestreefd worden naar zuiverheid van taal en stijl in de uitgaande stukken.
Eenige dagblad-redacties verklaarden openlijk hun medewerkers te zullen aansporen, toch vooral ook in Nederland te waken voor de zuiverheid onzer taal, die in het haastig perswerk van den dag zoo vaak in het gedrang komt.
Allerwege dus belangstelling voor ons streven.
Velen, die vroeger schouderophalend of glimlachend over het Verbond spraken, beginnen nu den ernst onzer werkzaamheden in te zien en spreken herhaaldelijk hun waardeering uit.
Menig bezoek op het kantoor getuigt van opgewekt medeleven in verschillende kringen onzer samenleving.
Toch is het ledental nog verre beneden die tienduizenden, die noodig zijn om onze grootsche plannen tot uitvoering te brengen.
Laat ons daarom allen in gedachten houden wat de Afdeeling Zaandam zoo gaarne in elk nummer van Neerlandia als wachtwoord zou zien afgedrukt:
Elk lid brenge minstens twee nieuwe leden per jaar aan!