F.S. Malan.
Verleden maand is de heer F.S. Malan, lid van de Wetgevende Vergadering der Kaapkolonie en hoofdredacteur van Ons Land, een paar weken hier te lande geweest.
De vrienden van Zuid-Afrika - en hun naam is hier nog legio - hebben zich beijverd hem te toonen, hoe hoog zij hem achten. Zij kenden hem uit de Kaapsche volksvertegenwoordiging en uit zijn blad als een ijverig en bekwaam voorvechter voor zijn volk. Zij wisten, dat men ginds voor de toekomst veel van hem verwacht, en nu zij hem hier hebben leeren kennen begrijpen zij dat.
Al wie het voorrecht hebben gehad hem op een bijeenkomst of aan een feestmaal over Zuid-Afrika te hooren spreken, of in besloten kring met hem van gedachten gewisseld hebben, zijn onder den indruk moeten komen, dat het dezen man waarlijk ernst is; ernst met den strijd voor het behoud van de taal der Afrikaanders, van hun volksbestaan, hun volkskarakter. En waar hij hoopt en reden heeft om te vertrouwen, mogen wie hier twijfelden met hem hopen en in hem en de andere voormannen vertrouwen.
Het beter verstaan van vele dingen zal, dunkt ons, aan weerskanten als gevolg van 's heeren Malan's verblijf in Nederland aangemerkt kunnen worden. Heerscht er hier wel eens misverstand aangaande hetgeen in Zuid-Afrika gebeurt, ginds begrijpt men bij geval ook verkeerd wat er hier omgaat. De heer Malan is nu in staat betere inlichtingen te geven. Hij heeft ook gezien, wat de Afrikaanders hier voor hun eigen nut kunnen leeren. Zijn wij dus blij hem hier gehad te hebben, hij is over zijn verblijf in Nederland tevreden.
Mogen meer voormannen van Afrikaanders doen als hij: wanneer zij in Engeland komen, ook de Noordzee oversteken en kennis maken of de kennis hernieuwen met het land, waar men de taal der Afrikaanders spreekt en de belangstelling voor hun lot bij lange na niet uitgeput is. Wij meenen, dat niet alleen wij er bij zouden winnen.