Het Fransch te Brussel.
Uit een correspondentie in de N.R. Ct.:
De heer de Mot, gij weet het, is onze burgemeester. Hij heeft alle gaven, en slechts één gebrek: hij kent het Nederlandsch niet. En dat is heel jammer bij iemand die heerscht over een meerderheid van Fransch-onkundigen, Fransch-onkundig in zoover, dat in de Brusselsche nijverheidsscholen - school voor typographie, voor decoratieschilderen, enz. - de officieel-Fransche lessen gegeven moeten worden in 't Vlaamsch om de goede reden dat de leermeester zich in die taal slechts door de leerlingen voldoende kan doen verstaan. Het volk van Brussel, tot in de gegoede burgerij toe, is Vlaamsch gebleven. De heer de Mot kent het Vlaamsch niet; hij heeft ongelijk; - maar behalve deze dwaling bezit hij genoeg scepticisme en genoeg wilskracht, om een uitmuntend grootestads-burgemeester te mogen heeten.