Holland op zijn best.
Uit een artikel van Dr. J.H. Gunning Wzn. in Het Kind:
In de groote familie der volkeren bekleeden wij een eervolle, en wat voor ons doel vooral belangrijk is, een eigen plaats. Denk Nederland weg, en de wereldgeschiedenis, ook de beschavingsgeschiedenis zou een ander verloop hebben gehad. Er is een periode in de geschiedenis, en zij is niet zoo heel kort geweest, die men gerust de Hollandsche kan noemen, toen wij zonder eenige grootspraak naast en met Frankrijk aan de spits der beschaving stonden, toen onze Universiteiten de leerschool van Europa waren en onze drukkerijen de wereldmarkt voorzagen, toen men aan alle hoven, als men een knap en degelijk man wilde hebben, om Nederlanders vroeg, toen onze kunstnijverheid, onze bouwtrant, onze muziek den toon aangaf, om van onze glorieuze en geheel eenige schilderkunst maar te zwijgen. Men leze bij Macaulay na, hoe Engeland Prins Willem afviel bij Nederland, toen hij van wege zijn koningschap daarheen moest verhuizen. Verleden jaar had ik het voorrecht te Hamburg den bekenden kunstpaedagoog A. Lichtwark op een Duitsch congres te hooren spreken. Als wij Duitschers, zoo betoogde hij, ons zelf willen leeren kennen, dan moeten wij naar Holland gaan en niet naar Italië. In Holland ligt de bakermat onzer geheele beschaving. Holland, zoo zeide hij woordelijk, heeft tweemaal Engeland veroverd, en heeft op de ontwikkeling van Amerika den grootsten invloed gehad, en voor ons is het ons geestelijk vaderland. En zoo ging het geruimen tijd door, en als een refrein klonk het in mijn verbaasde en verrukte ooren: Holland! Holland! Holland!
* * *
In de jongste Synodale Vergadering der Ned. Ger. Kerk van de Kaap-Kolgnie heeft de Engelsche predikant Robson, lid van den Raad der Evangelische kerken, den lof der schoonheid en buigzaamheid onzer Hollandsche taal gezongen. Hij verklaarde verheugd te zijn, die taal te hebben geleerd, ook omdat hij vaak genoodzaakt was den Hollandschen bijbel op te slaan, ten einde een duidelijke vertaling van sommige teksten te vinden.