Zuid-Nederland.
Verslag over de Buitengewone Algemeene Vergadering van Groep België op 8 Juli 1906.
De vergadering wordt geleid door Mr. Thelen, onder-voorzitter.
De Aalstersche stemgerechtigde afgevaardigden, die de vergadering niet konden bijwonen, hebben in een brief verklaard, dat ze instemden met het Ontwerp van gewijzigde Grondslagen, zooals dat in Neerlandia, aflevering Juni, is verschenen.
Uit Brussel is een brief ingekomen van den heer Em. de Veen, namens een groep Brusselsche leden, waarin bezwaar gemaakt wordt tegen de bespreking en bekrachtiging van het Ontwerp van Grondslagen, uit hoofde, dat de Brusselsche Tak in Algemeene Vergadering geen stemgerechtigden heeft afgevaardigd om de wijzigingen te bespreken. Een beroep wordt op de vergadering gedaan om met de bespreking niet door te gaan en die tot een latere datum te verschuiven.
Op de vraag of de bespreking al dan niet zal aangevat worden en doorgaan, wordt met algemeene stemmen beslist tot de bespreking over te gaan en staande de vergadering de Grondslagen van Groep België vast te stellen.
De uitslag der bespreking is, dat het ontwerp, zooals het voorkomt in de Juni-aflevering aangenomen is, behoudens de volgende wijzigingen:
Art. 2. Par. 1. Deze groep heeft haar zetel in de stad waar het Secretariaat gevestigd is.
Art. 4. 1o. Het verspreiden van de kennis van de Nederlandsche taal, letteren, kunst, wetenschap.
Bij Art. 4 gevoegd: 5o. Het bestudeeren van den economischen toestand, waarin het Vlaamsche Volk verkeert; het opsporen van de middelen om dien toestand te veranderen, waar deze te wenschen zou overlaten en al het mogelijke doen om de noodige verbeteringen ingang te doen vinden.
Art. 5. C. De oude minimum bijdrage 2.75 fr. wordt behouden.
Uit Art. 6 Par. 1 vervallen de woorden: ‘en door het Groepsbestuur voor de leden (1 op 20) die van geen afdeeling deel uitmaken’.
Art. 6. Par. 2 zal luiden: ‘Vijftig leden in iedere Afdeeling hebben recht op een vertegenwoordiger in het Groepsbestuur door de Afdeeling zelf aan te duiden. Breuken van minimum 20 geven recht op een vertegenwoordiger. Reiskosten voor deze leden komen ten laste der Afdeelingen.
Art. 6. Par. 4 vervalt.
Art. 9. Par. 2. Het Dagelijksch Bestuur bestaat uit den Voorzitter, de onder-Voorzitters, Secretaris, Penningmeester en de leden van het Groepsbestuur, wonende in den zetel van het Secretariaat.
Art. 10. Slot: ‘De andere leden zijn om de drie jaar herkiesbaar; hun aftreden valt samen met hun aftreden als Groepsbestuursleden’.
Art. 11, 6o. Slot: ...‘door het Groepsbestuur aan de orde gesteld en voorafgaandelijk toegelicht’.
Art. 13. Par. 1. In elke plaats kan een Afdeeling of Tak opgericht worden. Het aantal leden moet ten minste 20 zijn. De leden der Afdeeling stellen een Afdelingsbestuur aan.
Te 1½ uur wordt de vergadering door den waarnemenden Voorzitter gesloten.