Noord-Nederland.
Verslag over de Liederenavonden voor het Volk in Den Haag. (Winterseizoen 1905-1906.)
Reeds in het voorjaar van 1905 trad het Afdeelingsbestuur in overleg met het bestuur van Groep Nederland omtrent de wenschelijkheid, ook hier ter stede een proef te nemen met het houden van avond-bijeenkomsten, waarin voor een ieder gelegenheid zou bestaan, eenvoudige liederen te leeren kennen en te leeren zingen.
Het Groepsbestuur zegde voor het eerste jaar een bijdrage van f 200. - uit de algemeene kas toe.
Ondergeteekende, wien de verdere leiding der zaak werd opgedragen, stelde zich in betrekking met het bestuur van de 's Gravenhaagsche Toynbee-Vereeniging ‘Ons Huis’, met welke hij tot de volgende regeling kwam:
Tegen een vergoeding van f 75. - zou de groote zaal van ‘Ons Huis’ met de daarin staande piano, voor 6 avonden aan onze Afdeeling worden afgestaan. De heer Constant van de Wall, leider van het zangkoor der Toynbee-Vereeniging, zou op die avonden met een gedeelte van dat zangkoor, dat vooraf eenige liederen had ingestudeerd, in die zaal aanwezig zijn en de noodige wenken geven, ten einde de door het zangkoor voorgezongen liederen ingang te doen vinden bij de opgekomenen. De teksten der te zingen liederen zouden elken avond voor 2½ cent aan den ingang verkrijgbaar zijn; overigens zou de toegang voor alle belangstellenden vrij zijn. In overleg met den heer Van de Wall werd met begulp van aanplakbiljetten, mededeelingen in de bladen en een aan groote werkgevers en werklieden gericht rondschrijven, de aandacht op de zaak gevestigd.
De bijeenkomsten werden gehouden op 1 December 1905, 8 Januari, 5 Februari, 9 Maart, 3 April en 6 Mei 1906, telkens des avonds om half-negen, met uitzondering van den laatsten avond die, op Zondag vallende, om acht uur kon aanvangen. De gevolgde werkwijze bestond hierin, dat door den heer Van de Wall eerst de tekst van een te zingen lied duidelijk en zooveel mogelijk onder aangeving der muzikale indeeling werd voorgelezen; vervolgens door het koor met begeleiding van piano het lied werd gezongen; daarna aan alle aanwezigen verzocht werd met het koor en de piano mede te zingen; verder, nadat vrouwen en mannen afzonderlijk gezongen hadden, het geheele publiek zonder het koor, doch met pianobegeleidng, aan het zingen werd gezet; om ten slotte het lied zonder eenige begeleidng door het publiek te doen zingen.
Op die wijze werd in den loop der zes avonden een zestal liederen doorgenomen, n.l.:
1e. | Van een Herderin, gedicht van J.P. Heije, muziek van E.D. Pijzel; |
2e. | Hou zee, woorden en muziek van M.A. Brandts Buys; |
3e. | Waar dat men zich al keert of wendt, uit de Nederlandsche Gedenck-Clanck van Adrianus Valerius; |
4e. | Een draaiersjongen, woorden van A.L. de Rop, muziek van R. Hol; |
5e. | Geen roosje zonder doornen, woorden van J.P. Heije, muziek van J.C. Textor; |
6e. | Naar zee, woorden van J.P. Heije, muziek van J.J. Viotta. |
De algemeene indruk, dien deze liederen-avonden bij den ondergeteekende hebben achtergelaten, is deze, dat de opgekomenen, vooral de vrouwen en meisjes, zich over het algemeen onderscheidden door een zekeren muzikalen aanleg. De liedjes, waarvan er enkele, in het bijzonder nommers 1 en 3, lang niet gemakkelijk waren, gingen er vrij gemakkelijk in en werden al spoedig, toen de eerste verlegenheid geweken was, met veel opgewektheid, frissche stemmen en goed in de maat gezongen. Wel viel daarentegen af en toe te klagen over gebrek aan ernst, waartoe echter waarschijnlijk vooral aanleiding werd gegeven door het zangkoor dat, uit weinig beschaafde elementen samengesteld, en niet genoeg voor de zaak gevoelende, geenszins het voorbeeld gaf dat op zulke avonden van het leidend gedeelte van het publiek behoort uit te gaan. Er zal dan ook, wil men de proefneming voortzetten, in dit opzicht naar verbetering moeten worden gestreefd. Misschien is deze te vinden door ons de medewerking te verzekeren van een vier- of zestal beschaafde personen van beiderlei kunne, bereid om als aanvoerders op te treden.
Het aantal bezoekers der liederenavond is geweest als volgt:
1 December 1905 |
104 |
8 Januari 1906 |
114 |
5 Februari 1906 |
74 |
9 Maart 1906 |
57 |
3 April 1906 |
72 |
6 Mei 1906 |
51 |
Zooals blijkt is het bezoek in den loop van het seizoen eer af dan toegenomen. Zondert men den laatsten avond uit, die zooals gezegd, op Zondag viel, een dag die achteraf gebleken is minder geschikt te zijn, dan zal deze uitkomst wel vooral moeten worden toegeschreven aan de reeds genoemde geringe aantrekkelijkheid van het zangkoor.
De geldelijke uitkomsten laten zich als volgt samenvatten:
Vergoeding aan ‘Ons Huis’ |
f 75. - |
Voor den aankoop van muziek |
f 25. - |
Drukkosten |
f 29.30 |
|
_____ |
|
Tezamen |
f 129.30, |