Afrikaansche Avond.
Tegenhanger van Hullebroeck en de Vos' Vlaamsche Avonden was 26 April ll. te Dordrecht, voor de Afdeeling N.Z.A.V., de Afrikaansche Liederen- en Voordrachten-Avond van den Heer en Mevrouw Frederik Rompel en de dames Mary van Baarlen en Hanna Wolff.
Simpel die mededeeling zou voldoende zijn. Tot recht verstand echter voor de velen wien dit aangaat - eigenlijk heel Nederland - zij nadere toelichting geoorloofd. De Heer Rompel sprak, Mevrouw Rompel droeg voor, Mej. van Baarlen zong, Mej. Wolff begeleidde. En alles was over of in het Afrikaansch. Degelijke inleiding vormde een studie van den Heer Rompel over de vraag wat is Afrikaansch, wanneer en hoe is het ontstaan. Daarop zei hij een woord over den aard der voor te dragen verzen en liederen en voorzoover bekend over de makers; dat was af en toe zeer noodig voor juist begrip.
Het programma dat den tekst der zangliederen bevatte, volgt hier.
Inleiding door den Heer Frederik Rompel.
Die Zuidoostewind, Melt J. Brink.
Een goeije les, dezelfde.
Dolly . . . . . . . . . . .
Te zeggen door Mevr. Rompel-Koopman.
Zuid-Afrikaansch Volkslied, A.T. Clauset.
Hul sal dit tog niet krij nie . . . . . .
Kerel, pas op! A.H. van Antwerpen.
Te zingen door Mej. Mary v. Baarlen.
Begeleiding van Mej. Hanna Wolff.
Hoe di Hollanders die Kaap het ingeneem . . . .
Gevertel deur Ou-Danster, 'n Grikwa.
Staat op en maak die deur toe, F.W. Reitz.
Amor in die veld . . . . . . . . . . .
Al wat mij geblij het . . . . . . . . . .
Te zeggen door Mevr. Rompel-Koopman.
Mijn land, mijn volk, mijn taal. Rocco C. de Villiers.
Hoe zal ik maak, mijn liefste kind? Hanna Wolff.
Ons Burgers is getrou . . . . . . . . . . .
(Kommandoliedje op een oud volkswijsje).
Di Vierkleur, J.S. de Villiers.
Te zingen door Mej. Mary van Baarlen.
Begeleiding van Mej. Hanna Wolff.
Het grootste en moeilijkste aandeel aan den avond had Mevr. Rompel-Koopman. Zij en haar man hadden alles bedacht, gekozen en voorbereid en wie er van af wisten, vonden het plan mooi, maar hielden hun hart vast hoe het zou afloopen. Vooral het zeggen der verzen, zou dat inslaan? En het is ingeslagen bij het geheele talrijke publiek; er is nog steeds één roep over Mevr. Rompels voordracht, en bij wie het kunnen beoordeelen, over haar echt Afrikaansche uitspraak, vrucht van dagelijksch en afwisselend verkeer in Afrika zelf, met echte Boeren uit verschillende streken. Levendig en guitig meest, daar dit vooral te pas kwam, wist zij toch diep te treffen ook, door innigen eenvoud. Mej van Baarlen bij haar zang de Afrikaansche uitspraak vasthoudend, bracht prettige afwisseling in het geheel door het glundere Kerel, Pas Op! en het snaaksche Hoe zal ik Maak?, dit laatste een toonzetting der begaafde begeleidster zelf. De Afrikaansche volksliederen stemden tot ernst en geestdrift.
Avonden als deze versterken het gemeenschapsgevoel met onze taalgenooten ginds. Beter dan tientallen vlugschriften en redevoeringen brengen zij het er in, dat al is de feitelijke hulp tot weinigen beperkt, wij allen toch onze hartelijke belangstelling kunnen bewaren voor den strijd der Boeren om eigen taal en eigen volksaard. De ZuidAfr. Vereeniging en ook het Alg. Ned. Verbond mogen den Heer en Mevrouw Rompel wel zeer dankbaar zijn, dat zij evenals hunne medewerksters bereid zijn overal in den lande de blijde boodschap te brengen van het te weinig gekende maar zeer aantrekkelijke Hollandsch-Afrikaansch.
De Vlamingen en zij wisschen de grenzen uit op Nederlandsch taalgebied. De schakeerende klanken smelten ineen.