Neerlandia. Jaargang 10
(1906)– [tijdschrift] Neerlandia– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermdEereleden:Mr. Aug. Beernaert, staatsminister, lid van het Bestendig Scheidsgerechtshof te 's-Gravenhage, lid van de Koninklijke Academie van België, Karel Buls, oud-burgemeester, te Brussel. Luitenant-generaal A. Cousebant d'Alkemade, minister van Oorlog. Z.E. de Meester, minister van Financiën te 's-Gravenhage. Graaf de Merode Westerloo, voorzitter van den Senaat. Graaf de Smet de Nayer, minister van Financiën en Openbare werken. G.N. de Stoppelaar, Voorzitter van de Nederlandsche Kamer van koophandel, te Brussel. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 69]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Aug. Gevaert, Bestuurder van het Koninklijk Conservatorium, te Brussel, lid van de Koninklijke Academie van België. A. Huart-Hamoir, burgemeester te Schaarbeek-Brussel. H. La Fontaine, senator, te Brussel. Mr. Leo Lepage, Schepen van onderwijs en schoone Kunsten, te Brussel. J. Liebaert, minister van Spoorwegen, Posterijen, Telegrafen en Zeewezen. A. Mabille, Algemeen Bestuurder van het stedelijk onderwijs en van Schoone Kunsten, te Brussel. Mr. Ed. Picard, senator, te Brussel. J.D. Ruys, Consul van Nederland, te Brussel. F. Schollaert, voorzitter van de Kamer van Volksvertegenwoordigers. Baron M. van der Bruggen, minister van Landbouw en Schoone Kunsten. H. van der Dussen de Kestergat, Algemeen Bestuurder van 's Rijks middelbaar onderwijs aan het Ministerie van Binnenlandsche Zaken en Openbaar Onderwijs. L. Van der Kindere, hoogleeraar, lid van de Koninklijke Academie van België, burgemeester te Ukkel-Brussel. Z.E. Jonkheer van der Staal de Piershil, buitengewoon Gezant en gevolmachtigd Minister van Hare Majesteit de Koningin der Nederlanden, te Brussel. C. van Overbergh, Algemeen Bestuurder van hooger onderwijs, Letteren en Wetenschappen aan het Ministerie van Binnenlandsche Zaken en Openbaar Onderwijs.
Den 26n, 27n, 28n, 29n en 30n Augustus 1906 vergadert te Brussel, - voor het eerst sedert 30 jaar, - het Nederlandsch Taal en Letterkundig Congres. Naar het algemeen gevoelen, zetelt het aanstaande Congres, - het XXXe sedert 1849, - te goeder gelegenheid in de hoofdstad van België: bezuiden en benoorden de Rivieren wordt immers de wensch geuit tot inniger toenadering; de drang tot verbroedering geeft er meer dan ooit aanleiding tot het ernstig bespreken en overwegen van de voordeelen, welke de samenwerking op verstandelijk en stoffelijk gebied, - overal waar deze eenigszins mogelijk is, - voor het welzijn der beide natiën belooft. De Nederlandsche Congressen zijn eenmaal de brug geweest tot beter verstandhouding; later tot goede nabuurschap; zij hebben den geest van verwantschap opgewekt en gevoed; liefde aangekweekt voor eigen taal en wetenschap; de letterkunde van hier en daar gemaakt tot gemeengoed, en, eindelijk, de beide natiën doordrongen van het besef dat er, voor België en Nederland, mits onderlingen steun en eendracht, nog eene schitterende toekomst te winnen is. In dien zin, zal het XXIXe Congres veelbeteekenend wezen: in het hart van België, zal het een helder licht laten schijnen op de hooge waarde van het Vlaamsch-Nederlandsch leven, waar dat leven zich gezond-krachtig openbaart in letterkunde, kunst, onderwijs en wetenschap. Daar zal het stambewustzijn, op heerlijke wijze, gesterkt worden en een spoorslag ontvangen tot nieuwen, taai volgehouden, edelen arbeid. Allen dus, die dat bewustzijn, zij het dan ook sluimerend soms, in zich omdragen, zullen voorzeker zich gedreven voelen om mede te werken tot het welgelukken van het Congres, opdat het gezegende vruchten kweeke. Laat dan deze oproeping tot bijtreding en medewerking gehoord worden door Allen die de aloude Dietsche tale spreken van Duinkerke tot den Dollard; Alle leden van het Algemeen Nederlandsch Verbond in Europa en in de landen van over zee; Alle taal- en stamgenooten in Amerika, Zuid-Afrika en Oost-Indië; Alle leden van vereenigingen, die werkzaam zijn ten bate van of belang stellen in den bloei van den Nederlandschen stam: taal- en letterkundige genootschappen, tooneelmaatschappijen, wetenschappelijke kringen; Alle denkers en dichters; alle kunstenaars met het woord of de pen, met den beitel of het penseel; alle toonkundigen en toonkunstenaars; Alle geleerden en opleiders der jeugd; Allen, met één woord, wier hart niet koud blijft voor wat België en Nederland, - staatkundig gescheiden, maar broederlijk vereenigd in streven en strijd, - groot kan maken in de rij der volkeren!....
Namens de Regelings-commissie: Het Hoofd comiteit.
Voorzitters: Mr. Juliaan van der Linden, lid van de Kamer van Volksvertegenwoordigers. Mr. H. de Hoon, advocaat-generaal aan het Hof van Beroep te Brussel. Algemeen Secretaris: Th. Coopman, Werkend lid van de Koninklijke Vlaamsche Academie. Penningmeester: Em. T'Sjoen, Leeraar bij het Middelbaar onderwijs. Leden: Edw. Coremans, afdeelingshoofd aan het Ministerie van Binnenlandsche Zaken en Openbaar onderwijs; Mr. Em. de Winde, Voorzitter van het Vlaamsch Pleitgenootschap te Brussel; Mr. L. Joly, lid van den Raad van Mijnen; Mr. W. Thelen, Voorzitter van het Algemeen Nederlandsch Verbond (Brusselsche Tak)) Dr. A. Willems, hoogleeraar en lid van de Koninklijke Academie van België. Secretarissen: Dr. J. Boonen, hulp-bibliothecaris van de Kamer van Volksvertegenwoordigers; A. de Jaegher, ambtenaar aan het Ministerie van Nijverheid en Arbeid; Niko Gunzburg, student in de rechten; J. Hoste Jr. student in de rechten; J. Mennekens, dienstoverste ter gemeente-secretarie te Molenbeek-Brussel; Mej. Schakewits, Secretaresse van het kunstgenootschap De Distel; Dr. van Fraechem, ambtenaar aan het Ministerie van Binnenlandsche Zaken en Openbaar Onderwijs. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 70]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Inrichting van het XXIXe Congres.Het Congres zal zetelen in de prachtige zalen van het Paleis der Koninklijke Academiën van België, door deze geleerde Genootschappen bereidwillig ten dienste gesteld van de Regelings-commissie. Het zal bestaan uit vijf afdeelingen, te weten:
De werkzaamheid geschiedt in de afdeelingen. De algemeene vergaderingen zijn hoofdzakelijk gewijd aan het bespreken van de voorstellen of conclusiën der afdeelingen en aan het nemen van besluiten daaromtrent. Het Congres zij in ieders gewaardeerde medewerking aanbevolen. Opgaaf van punten ter bespreking van aan het oordeel der vergadering te onderwerpen voorstellen, vragen, stellingen, verhandelingen enz., wordt ingewacht (Algemeen Secretariaat, Daillylaan 129, Brussel) voor 1 Juni 1906.
Opdat het XXIXe Congres practisch nut oplevere, worden inzonderheid practisch uitvoerbare voorstellen verlangd. Wie eenig onderwerp of voorstel enz. opgeeft, gelieve daarover, schriftelijk, hetzij de conclusiën, hetzij eene korte toelichting, hetzij den beknopten inhoud van de verhandeling enz. in te dienen ten uiterste 1 Juni t.k., aan voormeld adres. Opdat elk Lid vooraf en in tijds wete wat op het Congres zal behandeld worden, en opdat het met kennis van zaken en met vrucht aan de bespreking en stemming zou kunnen deelnemen, worden de bedoelde beknopte toelichtingen, conclusiën, inhoudsopgaven enz. gedrukt, en hem toegestuurd vóór 1 Augustus t.k. met het Algemeen Programma der Congres-werkzaamheid. Die gedrukte stukken vormen het 1e deel van de Handelingen van het XXIXe Congres. Geene vraagstukken worden behandeld die niet in verband staan met het doel der Nederlandsche Congressen of met de belangen van den Nederlandschen stam. In zake godsdienst of staatkunde, wordt strenge eerbiediging der overtuiging van andersdenkenden vereischt. Geene geschreven redevoeringen of verhandelingen worden toegelaten, waarvan de voordracht meer dan éen kwartuurs zou duren. Het regelen van de spreekbeurten behoort tot de bevoegdheid van de Heeren Voorzitters. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Lidmaatschap.Wie als Begunstiger van het XXIXe Congres verlangt ingeschreven te worden betaalt 20 frank (10 Gld. voor Nederland); als gewoon Lid 5 frank 2.50 Gld. voor Nederland).
Het eerste Deel der Handelingen kan enkel dien Begunstigers en Leden worden toegestuurd die zich vóór 10 Juli e.k. laten inschrijven. De Leden van het Congres hebben vrijen toegang tot de algemeene vergaderingen, afdeelingszittingen, gezellige bijeenkomsten en tot de op het programma aangewezen feestelijkheden. Voor de Congresleden zal de Regelings-commissie vermindering van vervoerprijzen op de spoorwegen trachten te verkrijgen. Voor alle nadere inlichtingen, gelieven belangstellenden zich te wenden tot het Algemeen Secretariaat, Daillylaan 129, Brussel, of, tijdens de Congres-dagen, tot het Bestendig Bureel, Paleis der Academiën. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Voorloopig Programmaopgemaakt en aangeboden door de Commissiën tot voorbereiding van de Congres-werkzaamheid en dienende tot leiddraad bij het kiezen of voorstellen van een onderwerp. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
I. Voor de afdeeling Nederlandsche Taal- en Letterkunde.
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 71]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Namens de Commissie tot voorbereiding: De Voorzitters: Prosper van Langendonck, letterkundige. Edw. Coremans, afdeelingshoofd aan het Ministerie van Binnenlandsche Zaken en Openbaar Onderwijs. De Secretarissen: Jef Mennekens, dienstoverste ter gemeente-secretarie van Molenbeek-Brussel. Fern. Tonssaint, ambtenaar aan het Ministerie van Justitie. Willem Gijssels, letterkundige. Van Fraechem, ambtenaar aan het Ministerie van Binnenlandsche Zaken en Openbaar Onderwijs. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
II. Voor de afdeeling Nederlandsche Geschiedenis, Oudheidkunde, Folklore.A. Geschiedenis.
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
B. Folklore.
Namens de Commissie tot voorbereiding: De Voorzitters: J, Bols, pastoor te Alsemberg (Brussel), werkend lid der Koninklijke Vlaamsche Academie. A. De Cock, letterkundige, te Schaarbeek. Secretarissen: Dr. J. Boonen. Em. Van der Mijnsbrugge, dr. in geschiedenis en staatsarchivaris. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
III. Voor de afdeeling: Nederlandsche Boekhandel, Bibliographie, Tooneel, Beeldende Kunst, Toonkunde.A.
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 72]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Namens de Commissie tot voorbereiding: De Voorzitters: M. Van Lee, afdeelingshoofd aan het Ministerie van Binnenlandsche Zaken en Openbaar Onderwijs. Paul Gilson, toonkundige. De Ondervoorzitters: Edm. Hendrickx, bestuurder van den Koninklijken Vlaamschen Schouwburg. Alfons van Houcke, bouwkundig-ingenieur, eerstaanwezend bouwmeester aan het Ministerie van Spoorwegen, Posterijen en Telegrafen. De Secretarissen: H. Coopman Thzn., ambtenaar aan het Ministerie van Justitie. Hector Halsband, tooneelkundige. Leo J. Krijn, boekhandelaar en uitgever. Jan Meuwissen, boekhandelaar. Edm. Roeland, tooneelschrijver. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Voor de onderafdeeling: Belangen der Vlaamsche Tooneel-Maatschappijen.
Namens de Commissie tot voorbereiding:
De Voorzitters: J. Wouters, voorzitter van den Bond der Tooneelmaatschappijen van Brussel en voorsteden. P. de Freyn, voorzitter van de Koninklijke Tooneelmaatschappij de Noordstar. De Secretarissen: H. Colassin, voorzitter van de Koninklijke Tooneelmaatschappij de Morgenstar. C. Vandenberghe, leeraar. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
IV. Voor de afdeeling: Onderwijs en Opvoeding.
Namens de commissie tot voorbereiding:
De Voorzitters: E. Allegaert, Opziener van 's Rijks Normaalscholen, te Brussel; J.M. Brans, Leeraar bij het Middelbaar Onderwijs te Brussel. De Secretarissen: Bellen, Leeraar aan het St.-Aloysiusgesticht; Juffr. Defroy, Onderwijzeres; Delpire, Leeraar bij het Middelbaar Onderwijs; Verheggen, Leeraar. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
V. Voor de afdeeling: Nederlandsche Stambelangen.A. Toenadering tusschen Noord en Zuid.
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 73]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
B.
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
C.
Namens de Commissie tot voorbereiding: De Voorzitters: Dr. Borginon, geneesheer, gemeenteraadslid, te Schaarbeek-Brussel. G.J. Hooijer, handelaar, Brussel De Onder-Voorzitters: De Raet, ingenieur, bureelhoofd aan het Ministerie van Nijverheid en Arbeid. C. Henny, handelaar, te Sint-Gillis-op-Brussel. De Secretarissen: Fassotte, te Boschvoorde. J. Hoste, Jr., student in de rechten. J. Sleypen, ambtenaar. Troosters, ambtenaar. |
|