Neerlandia. Jaargang 10
(1906)– [tijdschrift] Neerlandia– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermdSuriname.Er is voor het Bestuur van de Groep Suriname van het A.N.V. in de kolonie heel wat te doen. Nadat het den 12en Juli 1904 een propagandaavond had gegeven om de belangstelling weer wat op te wekken en leden en bevolking kennis te doen nemen van het werken en streven des Verbonds, is het onvermoeid bezig geweest met vergaderen en ontwerpen. Het heeft een wedstrijd uitgeschreven voor de kinderen der Volksscholen in het maken van een opstel in de Nederlandsche taal en in het opzeggen van gedichten en prozastukken, het heeft den heer Tours, luitenant ter zee van H.M.'s Kortenaer uitgenoodigd zijn zoozeer gewaardeerden lichtbeeldenavond over de Nederlandsche Antillen te geven; het heeft een zaal gehuurd voor het houden van bijeenkomsten en volksvergaderingen; het heeft lang en breed gesproken over de oprichting van een leeszaal en een bibliotheek en als alle beginners zocht het tastend zijn weg. Welken weg moet het Bestuur inslaan, om het doel van het Verbond te bereiken? Moet het ‘avondjes’, geven voor de leden, ‘Nuts’ avondjes des noods met muziek en zang, die de eentoonigheid zullen breken van het Parimaribosche leven? - Zeker, de leden hebben recht op eenige avondbijeenkomsten, uitsluitend voor hen, avonden van geestesontspanning en geestesontwikkeling, avonden die de kudde bijeenhouden. Maar het A.N.V. is geen Vereeniging tot Onderling vermaak. De leden van het Verbond offeren hun penningske niet om daarvoor in het jaar eenige keeren te worden beziggehouden. De leden storten hun bijdragen om het Bestuur in staat te stellen zijn programma af te werken. En dit program beoogt heel wat anders. Het Bestuur werke niet uitsluitend onder, maar buiten de leden. Het wende zich tot de breede Surinaamsche middenklasse en het volk. Hoevelen zijn er niet in de kolonie, voor wie het moederland nog zoo goed als onbekend en het Nederlandsch betrekkelijk nog een vreemde taal is, in elk geval een taal die ze op school hebben moeten leeren. Op het gebied der taal heeft het Bestuur dus veel, maar gelukkig niet zoo veel te doen als op Curaçao. Suriname is in dit opzicht veel meer een ‘Nederlandsche’ kolonie. Wel is het Negerengelsch onder de lagere klassen der bevolking nog de taal der familie, der overlevering, maar dank zij het onderwijs op de volksscholen is daarin sinds de laatste twintig jaren een merkbare verandering ten goede gekomen. Tegenwoordig kent het opkomende geslacht Hollandsch, het spreekt Hollandsch, leest Hollandsch en schrijft Hollandsch. Maar dat Hollandsch is nog lang niet volmaakt. Moet erkend worden, dat over het algemeen de | |
[pagina 57]
| |
Nederlandsche taal in de kolonie wordt gesproken met een beschaafde uitspraak der klinkers zonder plat accent, op het gebied van stijl en woordgebruik is nog veel te doen. Er moet gestreden worden tegen gezwollenheid en hoogdravendheid. Daarom worde onder het volk goede lectuur verspreid, en goede taal ten gehoore gegeven. Een volksbibliotheek is daarom een voornaam nummer op het program. Alle Surinamers zijn Nederlanders, maar niet allen voelen of weten dit. Nationaliseering van de kolonie zij dus ook een voornaam deel van het werkplan. Daarvoor: volkslezingen om Nederland en zijn bewoners, zijn instellingen, zijn zeden en gewoonten, zijn geschiedenis te leeren kennen; lezingen tot de Surinaamsche Nederlanders over Nederlandsche letterkunde, Nederlandsche taal, Nederlandsche geschiedenis; lezingen, die moeten dienen om het nationaliteitsgevoel te versterken, de Nederlandsche taal te handhaven en te verbreiden, den band tusschen Surinamer en Nederlander hechter te doen worden. Zou juist niet het A.N.V. in dezen tijd, waarin zoo zeer geklaagd wordt over verwijdering tusschen de in Suriname geborenen en de uit Nederland overgekomenen, in deze richting kunnen werken tot meerdere toenadering, tot meerdere verbroedering, tot meerdere onderlinge waardeering?
Paramaribo, December 1905. E.B.J. Luitink. |
|