Vergadering van het Hoofdbestuur van het A.N.V. op 8 Juli 1905 te Dordrecht.
Aanwezig de Heeren: Dr. H.J. Kiewiet de Jonge, H.D.H. Bosboom, H. Meert, Mr. W. Thelen, A.C. van der Cruyssen en P.J. de Kanter.
Voorzitter: Dr. H.J. Kiewiet de Jonge.
De notulen der vorige vergadering, reeds aan de leden van het Hoofdbestuur in afdruk toegezonden, worden goedgekeurd.
De Secretaris gaat daarna over tot mededeeling der ingekomen stukken:
1. Bericht van verhindering tot bijwoning der vergadering zonden: de heeren Jhr. van Nispen tot Sevenaer, Dr. Hubrecht, Van den Brandhof, Dr. Muller, Mr. Pijnacker Hordijk, Prof. Fredericq, Graaf van Heerdt tot Eversberg, Baron van Wassenaer van Rosande, Mr. van Deventer.
2. Brief van den heer G. Pon uit Chicago, meldende oprichting der Afd. Roseland Chicago.
Het huishoudelijk reglement dezer afdeeling wordt goedgekeurd en het voorloopig bestuur wordt als zoodanig bevestigd.
3. Bericht van Mr. C.F. Schoch, dat hij zijn benoeming tot lid der Comm. tot nazien der R. en V. van het Hoofdbestuur, daartoe benoemd door het bestuur der Groep Suriname, aanneemt.
4. Brief van de Groep Ned. Antillen met a. verzoek om de jongelieden voor de 2 beurzen aan te wijzen, waaraan het Dagelijksch Bestuur inmiddels heeft voldaan. Het gevolg dezer keuze zal zijn, dat de gekozenen na hun studie in Nederland naar Curaçao terugkeeren; b. bericht van J.D. Suasso te St. José de Costa Rica, dat deze gaarne in aanmerking zou komen voor consul aldaar, welk verzoek ondersteund wordt door het bestuur der groep N.A. en den heer Maduro, Voorzitter van den Kolonialen Raad op Curaçao, die met de voornaamste kooplieden aldaar een consulaat in C.R. zeer wenschelijk acht voor de ontwikkeling van den handel op Curaçao. Gevraagd wordt of 't Verbond zijn invloed daartoe wil aanwenden.
De Alg. Secretaris deelt mede dat hij een en ander ter kennis van den Minister van Buitenl. Zaken heeft gebracht, met vermelding, dat het Verbond zich in dezen alleen kan beroepen op een door het Hoofdbestuur zeer vertrouwden raadgever. De M. heeft geantwoord zich te dezer zake in betrekking te hebben gesteld met den Gouverneur van Curaçao en ons nader te zullen berichten.
5. De Boeken-Commissie te Rotterdam heeft bericht gezonden dat de heer Van Son wenscht af te treden als lid en stelt voor in zijn plaats te benoemen Mej. Van Zelm van Eldik. Goedgekeurd.
Daar ook de heer Nolen, de verdienstelijke eerste leider, zijn verlangen te kennen heeft gegeven om af te treden, machtigt de vergadering den Alg. Secr. de benoeming van een door de Commissie voor te stellen opvolger goed te keuren.
6. Bij brief van 23 Mei kwam uit Ned.-Indië aanvraag in om steun voor een dokter-djawa, die in Nederland wenscht te komen studeeren. Inlichtingen over den persoon werden niet gegeven. Verre afstand verhinderde tijdige gedachtenwisseling voor Juli. De persoon zal nu overkomen en 't best is af te wachten in hoeverre de betrokken inlander aanleiding zal geven tot eenige ondersteuning.
Nadat de heer Bosboom een vraag gedaan heeft over het werken van den heer Post als propagandist en de secretaris heeft medegedeeld dat het aanvankelijk resultaat, in Zeeland vooral, zeer bevredigend is, opent de voorzitter de gedachtenwisseling over de kwestie Konstantinopel.
(Deze zaak is vooralsnog niet voor openbaarmaking geschikt.)
De Voorzitter antwoordt op een desbetreffende vraag van den heer Bosboom dat hij bij zijn bezoek te Londen in April tot de ervaring is gekomen, dat er vooralsnog aan de oprichting van een Afd. A.N.V. aldaar niet kan gedacht worden.
De heer Bosboom stelt voor aan verschillende Ned. Kol. in het Buitenland naast Neerlandia ook Ons Volksbestaan te zenden.
Wordt besloten dit verzoek tot de groep N.O. Indië te richten.
De Voorzitter stelt aan de orde de voorbereiding van het in 1906 te houden Ned. Taal- en Letterkundig Congres te Brussel.
De heer Meert zou Mr. Thelen willen uitnoodigen een commissie van voorbereiding te Brussel te vormen.
De Voorzitter vindt dit ook de geschikste weg, maar acht het noodzakelijk dat die commissie volgens de besluiten op de laatste Congressen genomen, overleg plege met het Hoofdbestuur te Dordrecht, vooral met het oog op de inrichting van 't Congres.
Mr. Thelen verklaart zich bereid de opdracht te vervullen.
Alzoo wordt besloten:
te schrijven aan het bestuur van den Tak Brussel met verzoek maatregelen te nemen om een Congresbestuur in 't leven te roepen. Zoodra aan ons kennis is gegeven van de samenstelling van dit Congresbestuur - wat uiterlijk in October a.s. moet geschieden - zullen wij met dit bestuur in overleg treden over de samenstelling van het werkprogramma, en zal aan dit bestuur worden verzocht