Ons Bestuur.
(Hierbij behooren Foto's No. 1 en 2).
Het bestuur over de Kolonie Curaçao, omvattende de zes eilanden met hunne onderhoorigheden, is opgedragen aan een Gouverneur door den Koning (de Koningin) te benoemen en te ontslaan. Hij heeft het opperbevel over de in de Kolonie aanwezige Zee- en Landmacht. Hij benoemt, schorst en ontslaat alle ambtenaren, tenzij dit aan anderen is opgedragen, regelt de bezoldigingen, verloven en pensioenen, tenzij dit door den Koning (de Koningin) aan zich is voorbehouden of bij algemeene Verordening is geschied. Hij stelt, na verkregen goedkeuring van den Kolonialen Raad, Verordeningen vast, die door den Koning (de Koningin) kunnen vernietigd worden.
Hem is toegevoegd als adviseerend College een Raad van Bestuur, waarvan hij zelf Voorzitter is, de Procureur-Generaal onder-voorzitter en waarvan de drie overige leden door den Koning (de Koningin) worden benoemd.
Deze Raad wordt door den Gouverneur gehoord nopens alle besluiten tot uitvoering van algemeene verordeningen; alle plaatselijke keuren door de Gezaghebbers voorgesteld worden aan zijne bekrachtiging onderworpen, of wel gehoord wanneer de wet of de Koning (Koningin) dat bevelen, dan wel de Gouverneur zelf dat wenschelijk acht. Deze Raad van Bestuur kan rechtsmacht erlangen in geschillen van Bestuur en verricht alle hem wettelijk opgedragen werkzaamheden.
De Koloniale Raad is het Wetgevend College van de Kolonie, dat samengesteld is uit 13 leden door den Koning (de Koningin) te benoemen en de Gouvernements-Secretaris als Griffier.
Hij beraadslaagt over de verordeningen hem door den Gouverneur aangeboden, heeft het recht deze te wijzigen, kan voorstellen van een zijner leden in overweging nemen en is bevoegd de belangen der Kolonie voor te staan bij den Koning (de Koningin) bij de Staten-Generaal en bij den Gouverneur.
De verschillende eilanden behalve Curaçao, worden bestuurd door vijf Gezaghebbers; deze worden door den Koning (de Koningin) benoemd geschorst en ontslagen. Zij voeren het Bestuur overeenkomstig hun instructie en met stipte inachtneming van de bevelen des Gouverneurs. Zij zijn verantwoordelijk voor de handhaving der inwendige rust, orde en veiligheid en kunnen plaatselijke keuren voorstellen die, door den Gouverneur gehoord, door den Raad van Bestuur moeten worden bekrachtigd.
In de uitoefening van het dagelijksch bestuur