aan de besturen en leden van het Volk, sprekende uit naam van het hoofdbestuur, gewaagt van de verontwaardiging, die deze grondwet ongetwijfeld in het land zal gaande maken. Wat zal het Volk nu doen? Zich van deelneming aan 's lands bestuur blijven onthouden, gelijk de voormannen aanvankelijk 't best schijnen gevonden te hebben, voor 't geval er geen volledige eigen regeering werd ingevoerd? Het hoofdbestuur laat de beslissing over aan de algemeene vergadering, die in Juni gehouden staat te worden.
Het komt ons voor, dat zijn raad zal wezen, toch maar aan het politieke leven te gaan deelnemen en te zien, ook bij dit zeer beperkt zelfstandige bestuur, iets ten bate van land en volk gedaan te krijgen. Wij onderstellen dat op grond van de overeenkomst, die het Volk aangegaan is met de Engelsche partij, die evenals de Boeren onmiddellijke invoering van verantwoordelijke regeering eischen. Dit verbond duidt immers op politiek handelen. Het staat nu te bezien, welke van de twee Engelsche partijen in Transvaal gelijk heeft, waar zij beide beweren de meerderheid hunner landgenooten aan hun zijde te hebben, die verantwoordelijken of de zoogenaamde Propessieven, dat zijn zij die met de nu verleende grondwet hun zin hebben gekregen.
Van groot belang is ook het vergelijk, dat er in Transoranje gesloten is tusschen de regeering en een afvaardiging uit de synodale commissie van de Nederd. Geref. Kerk. Men weet, waarop dat vergelijk neerkomt. De vrije nationale scholen, die er in Transoranje opgericht zijn, zijn voor 't meerendeel kerkelijke scholen. De regeering zal die nu overnemen. Zij worden dus staatsscholen. Op alle scholen (waar er Hollandsch onderwezen wordt) zullen er nu evenveel uren aan Hollandsche taalles als aan Engelsche taalles gewijd worden, d.i. drie uur in de week, gelijk 't nu reeds is; maar het voertuig van het onderwijs zal het Engelsch zijn. Daarentegen heeft de regeering dit toegegeven, dat schoolbesturen, voor de helft plus een door de ouders gekozen, uit een lijst die de regeering opmaakt, een voordracht voor de benoeming van een onderwijzer mag doen.
Deze afloop van de beweging voor nationaal onderwijs in Transoranje - de enkele buiten de kerk staande scholen uitgezonderd - is zeker bedroevend, en nagenoeg eenstemmig is er dan ook in de Afrikaansche pers het beklag over. Het eenige, waarmede men deze onderwerping van de Vrijstraters begrijpen kan en misschien billijken moet, is dat de Boeren te arm zijn gebleken om de kosten van vrije scholen te dragen. Is dat de reden, dan kan men niet veel meer doen dan op betere tijden hopen.
Intusschen, de zaak is nog niet geheel beslist. Wel schijnt de synodale commissie de overeenkomst reeds bekrachtigd te hebben, maar misschien besluit de algemeene vergadering der kerk nog anders. Misschien ook neemt nu de beweging voor de vrije school buiten de kerk om in kracht toe. Men spreekt reeds van het oprichten van een echt Afrikaansche kweekschool voor onderwijzers in Transoranje. Zoo wil men de Afrikaansche jeugd door Afrikaansch opgevoede meesters laten grootbrengen.
In Transvaal en Natal zijn er ook onderhandelingen gevoerd tusschen de regeering en het Christelijk nationale onderwijs. In Natal zijn ze op de onverzettelijkheid van het C.N.O. afgesprongen, en, naar 't schijnt, in Transvaal voorloopig ook.
In de Kaapkolonie is het mede tusschen regeering en Afrikaanders tot een vergelijk in zake onderwijs gekomen. De ingediende schoolwet, die de macht van de regeering over de scholen aanmerkelijk versterkt, zal op aandringen van Afrikaander en zelfs van Engelschen kant, gewijzigd worden. De ouders behouden eenige rechten van opzicht over de school.
Een voorstel, door adv. Malan in de Wetgevende Vergadering gedaan, om het Hollandsch weer, gelijk vóór 1901, tot een verplicht vak te maken bij de examens voor de burgerlijke dienst, werd verworpen. De groote meerderheid der bevolking spreekt Hollandsch, maar de ambtenaren in 't land behoeven die taal niet te kennen. De veelgeprezen liberaliteit van het Engelsche bewind valt op den keper beschouwd niet overal mee.