Zuid-Afrika
Een Bliksemafleider.
Wat denkt Ou-Pa van die plechtige begrafenis van Oom Paul?
Ik beskou die as 'n bliksem afleier.
Maar nou verstaat ik Ou-Pa niet.
Dat hoef ook niet. Die het vatten kan vatte het.
Zoo lezen wij in de Stem, dat kloeke Afrikaander Blad van Burgerdorp in de Kaapkolonie. Wat kan Ou-Pa bedoelen? Zou het dit zijn?
Er is wrok in de harten van de Afrikaanders tegenover Engeland. De oorlog - dat is een wond aan het hart van hen allen, zei generaal Kritzinger onlangs op een zijner lezingen; daarom spreken zij er liefst niet van, het doet te veel pijn. Wat die oorlog voor de burgers in de twee republieken beduidt, begrijpt ieder. Maar ook de Kaapsche Afrikaanders heeft hij groote ellende aangedaan.
Dan, wat er op den oorlog gevolgd is. In de Kaapkolonie het niet herstellen van het onrecht; de brutale kieswet, die de Afrikaansche meerderheid er onder gebracht heeft, de stelselmatige onderdrukking van het Hollandsch, dat toch bij de wet gelijke rechten met het Engelsch bezit. In de oude republieken de schending van den geest der vredesvoorwaarden; Engelands geldelijke verplichtingen, die niet nagekomen worden; de geldverspilling, terwijl het oude volk verarmd is en in nood verkeert; het schoolstelsel, dat de ouders het toezicht onthoudt waarop zij aanspraak maken en het Hollandsch verwaarloost; het beloofde zelfbestuur, dat uitblijft. Dat zijn de grieven in het algemeen. En hoe scherp die gevoeld worden is nog weer te Brandfort gebleken.
Maar die wrok tegen Engeland kan zich niet openlijk uiten: het Afrikaander volk is nog te zeer in de macht van den overheerscher. En nu geeft het gevoel zich lucht in de hulde aan de nagedachtenis van Paul Kruger. Dat was de groote Afrikaander. Dat was de groote vijand van Engeland. Hij was de drager van de idealen van het Afrikaander volk. Hem te eeren, zijn werk te prijzen, rouw te betoonen over zijn heengaan, dat is een protest tegen al wat Engeland in Zuid-Afrika gedaan heeft en nog doet. Het overkropte gemoed heeft zich bij zijn begrafenis gelucht. Het broeide over Zuid-Afrika, de bliksem is afgeleid.
Verder mag de vergelijking niet doorgetrokken worden. De Stem kan niet meenen, dat het nu kalmer is in het gemoed van den Afrikaander, dat de wrok weg is, dat hij in den toestand berust. Eer het tegendeel, nu de Afrikaander zich sterker gevoeld heeft in de eendracht, die zich bij Kruger's begrafenis heeft getoond. Maar voor het oogenblik heeft de begrafenis als bliksemafleider dienst gedaan.
Misschien heeft Ou-Pa nog verder gedacht, dat Engeland meegewerkt heeft om den bliksem af te leiden. Alsof de Engelsche regeering en het Engelsche volk den grooten staatsman niet schier tot het laatst toe gekleineerd hebben, zijn bedoelingen verdacht gemaakt, hem gehoond en gesmaad hebben, was het nu, op het wachtwoord van bovenaf gegeven, een en al waardeering voor den dooden vijand. Waren de Transvalers niet zoo flink geweest het af te wijzen, Paul Kruger ware met militaire eer begraven. Toch hebben over zijn geopend graf nog - was 't niet een bespotting? - de 21 kanonschoten gedreund, die op koning Eduards verlangen Kruger eer moesten bewijzen.
Zoo heeft de Engelsche regeering getracht, den stoot, welke ongetwijfeld in de betooging bij de begrafenis van Paul Kruger Engeland werd toegedacht, af te weren, den bliksem af te leiden.
Maar de wolken blijven kruien boven Zuid-Afrika.