Neerlandia. Jaargang 8

Afdeelingen

Afdeeling Batavia.

Voor deze Afdeeling is als spreker opgetreden een der oudste ingezetenen van Insulindes hoofdplaats, een man die nagenoeg een halve eeuw hier heeft geleefd en gewerkt. Geen wonder dat er vrijwat leden opgekomen waren om te hooren wat deze oudgediende zou vertellen over het onderwerp ‘Batavia in 1855 en thans’. En zij hebben zich niet beklaagd! De heer Schröder heeft over dit op zich zelf reeds zoo aantrekkelijke onderwerp het woord gevoerd op een opgewekte pittige manier, zooals men dat van iemand van zijn leeftijd niet zou verwachten. Na de rust zegde spreker eenige verzen, waarvan de brokstukken uit den Gysbrecht mij het best bevielen; ik dacht mij op een nieuwjaarsavond in den Amsterdamschen Schouwburg.

Dan hadden we hier Orelio, die grooten opgang maakte met zijn Hollandsche liederen: zijn optreden zal, neen moet, tot gevolg hebben dat het Nederlandsche lied tusschen de keerkringen wordt gewaardeerd.

En we hebben het Brondgeest-gezelschap. Er zijn veel vertaalde stukken opgevoerd, zware Duitsche, lichte Fransche, maar één avond is gewijd geweest aan Nederlandsche kunst. Opgevoerd werden Drie schetsen uit het leven, van Heyermans: Het kind, Nummer tachtig en het Kamerschut. De beide eerste hebben zonder twijfel gepakt, wat voor een niet gering deel te danken is aan het goede spel; het laatste deed de menschen schudden van plezier, het bewijs leverende dat een Nederlander op het kantje evengoed succes kan hebben als een Franschman er over.

Afd. Haarlem en Omstreken.

Deze afdeeling heeft plan prof. Fredericq uit te noodigen tot het houden eener lezing. Afdeelingen die dezen spr. ook wenschen te hooren worden verzocht zich te wenden tot den secretaris Mr. H.Ph. 't Hooft, Groote Houtstraat 164, Haarlem.

Leidsche Studentenafdeeling.

De heeren E.J. Haslinghuis, S. de Meester, en E.C.U. van Doorn vormen een bestendige commissie tot het geven van alle mogelijke inlichtingen aan vreemdelingen, die van plan zijn in Leiden te komen studeeren.